De ontwikkeling van het zenuwstelsel Flashcards
Vroege ontwikkelingsstadium, onderdelen, benamingen
Zaadcel en eicel smelten samen, dan klompje cellen (morula), dan blaasvormig (gastrula).
Gastrula, 3 lagen ontstaan:
- entoderm (spijsverteringskanaal, longen)
- mesoderm (spier- en bindweefsel, hart en bloedvaten, skelet)
- ectoderm (huid, zenuwstelsel, receptororganen)
4 ontwikkelingsprocessen cellulair niveau, kenmerken
- Celvermeerdering, met celdeling en celmigratie:
- vanuit neurale buiscellen ontstaan neuroblasten (worden neuronen) en spongioblasten (worden gliacellen)
- na enige celdeling ook celmigratie (biochemisch en elektrofysiologisch, geleiding via vezels, door afsterving)
- celdeling in cortex tot 18 weken
- celdeling in cerebellum tot 2 jaar
- vorming gliacellen tot 5 jaar
- celmigratie cortex tot 6 maanden
- celmigratie cerebellum tot 2 jaar - Specialisatie:
- verdere specialisatie van neruoblasten
- ontwikkeling om specifieke taken uit te voeren - Rijping:
- uitgroei dendrieten en axonen
- vromen verbindingen tussen neuronen
- start in 4e week, tot aan puberteit - Myelinisatie:
- myeline rondom axonen
- betere impulsgeleiding
- in ruggenmerg vanaf 20 weken
- in cortex vanaf 40 weken
- tot 18e levensjaar
Vorming en sluiting neurale buis
Vorming neurale buis:
- in vroeg gastrulastadium neurale groeve te zien in neurale plaat
- groeve verdiept en randen naar elkaar toe, cellen groeien samen, ectoderm eroverheen, neurale buis ontstaat, hieruit ontstaan neuronen en gliacellen
- tussen neurale buis en ectoderm longitudinale band met cellen, neurale lijst, hieruit ontstaan ganglioncellen in achterwortels en neuronen voor sympathische ganglia die grensstreng vormen
Sluiting neurale buis:
- eerst in midden, dan verder naar buiten
- door celdeling verdikking buis, 3 lagen ontstaan:
* ependymlaag, 1 cellaag, gaat bekleding ventrikels en centrale
kanaal vormen
* mantellaag, celkernen, grijze stof
* marginale laag, axonen perfiere ZS, witte stof
Uitgroei zenuwstelsel, drieblaasjesstadium, vijfblaasjesstadium, delen
Drieblaasjesstadium:
- prosencefalon
- mesencefalon
- rhombencefalon
Vijblaasjesstadium:
- telencefalon (uit prosencefalon)
- diencefalon (uit prosencefalon)
- mesencefalon
- metencefalon (uit rhombencefalon)
- myelencefalon (uit rhombencefalon)
Vanuit caudale deel: ruggenmerg
Vanuit craniale deel: hogere delen zenuwstelsel
Uitgroei zenuwstelsel, caudale deel neurale buis, 3 momenten
2 weken na conceptie:
- aan weerszijden ruggenmerg uitgestulpte mesodermale structuren, somieten
- uit een somiet ontstaan de wervel en een spiersegment dat verzorgd wordt door 1 ruggenmergzenuw uit 1 ruggenmergsegment
- vanuit verschillende somieten spierdelen die functionele spiergroepen vormen, hierdoor ontstaan zenuwvelchten, plexus brachialis en lumbosacralis
6 weken na conceptie:
- primitieve ruggenmerg herkenbaar
- holte neurale buis, wordt centrale kanaal, in binnenwand groeve, sulcus limitans, verdeelt buis in ventraal en dorsaal deel
- dorsaal deel, lamina alaris, wordt sensibele, afferente deel van ruggenmerg
- ventraal deel, lamina basalis, wordt motorische, efferente deel van ruggenmerg
- tussenin interneuronen, hier komen ook cellichamen autonome ZS
- cervicaal en lumbaal ruggenmerg iets verbreden, door ophopen celstructuren voor sturing arm- en beenspieren, intumescentia cervicalis en lumbalis
3 maanden na conceptie:
- verschil in groeisnelheid wervelkolom (sneller) en ruggenmerg (trager)
- ruggenmerg blijft achter, ascencus medullae, ruggenmerg eindigt hierdoor bij L1, daaronder cauda equina
Uitgroei zenuwstelsel, craniale deel, blaasjesstructuren
Na 12 weken voltooid, structuren herkenbaar, daarna verdere differentiatie per structuur.
3 blaasjesstructuur 5 blaasjesstructuur Volgroeide structuren
Prosencefalon Telencefalon Cortex cerebri
Rhinencefalon
Basale kernen
Diencefalon Thalamus
Hypothalamus
Hypofyse
Retina + n. opticus
Chiasma opticum
Mesencefalon Mesencefalon Vierheuvelenplaat
Cerebrale pedunkels
Rhombencefalon Metencefalon Cerebellum
Pons
Myelencefalon Verlengde merg
Telencefalon, ontwikkeling, delen
Uitgroei opzij, boven, achteren en voren -> cerebrale hemisferen
Plooiing in de hemisferen, gaan de sulci en gyri vormen.
3 structuren in grote hersenen:
- basale ganglia, centrale deel, direct aansluitend aan diencefalon, diep gelegen kernen met verbindingen tussen cortex en lagere delen.
- rhinencefalon/archipallium, reukverwerkingssystemen en ontspringen 1e hersenzenuw (olfactorius), ook wel archicortex genoemd.
- neopallium/neocortex, grootste deel, witte en grijze stof, in cortex witte stof in midden, grijze stof buiten, in ruggenmerg andersom.
Diencefalon, ontwikkeling, delen
- afscheiding met mesencefalon aan achterzijde door plooi waarin commissura posterior (achterstedwarsverbinding) ligt.
- aan voorzijde ook dwarsverbinding, commissura anterior.
- uit beide zijwanden 2 grote celmassa’s -> thalamus
- dak aan achterzijde -> epithalamus, hieraan klier, epifyse/pijnappelklier.
- bodem verbreedt en verdikt -> hypothalamus, hypofyse hieruit
Vorming van het oog vanuit diencefalon:
- oogblaasje groeit uit tot contact met ectoderm, verbreedt en stulpt stukje ectoderm in -> oogbeker (verbonden met diencefalon via oogsteel).
- oogsteel wordt n. opticus (2e hersenzenuw).
- oogbeker wordt retina.
- uit ectoderm ontwikkelt de lensplacode, wordt cornea, lens en glasachtig lichaam.
Mesencefalon, ontwikkeling, delen
- groeit veel minder ver uit dan de rest.
- vormt verbinding tussen hersenstam en grote hersenen.
- betrokken bij regulatie veel zintuiglijke en motorische functies.
- 3e en 4e hersenzenuw ontspringen (oculomotorius, trochlearis)
Metencefalon, ontwikkeling, delen
- pons en cerebellum ontstaan hieruit.
- ventraal verdikt het metencefalon -> pons
- in pons:
- kernen 5e-8e hersenzenuw, trigeminus, abducens, facialis, vestibulocochlearis.
- reticulaire formatie
- ponskernen (schakel tussen cortex en cerebellum)
- dorsaal groeit celmassa, vormt eerst dunne plaat van vezels aan voor- en achterzijde, velum medullare anterius en posterius, wordt het cerebellum.
- in cerebellum veel kleine plooien, folia, boomvorm, arbor vitae
Myelencefalon, ontwikkeling, delen
- medulla oblongata hieruit ontstaan, overgangsgebied ruggenmerg en hersenen, schakelcentrale
- ontspringen van 9e-12e hersenzenuw, glossofaringeus, vagus, accessorius, hypoglossus.
- op grens medulla oblongata en pons ligt de brughoek, aantal hersenzenuwen treden hier naar buiten
- brughoektumor, goedaardige tumor bij n. VIII, door compressie beschadiging van 5e-8e hersenzenuw
Ontwikkeling zenuwstelsel na geboorte
- bij geboorte bijna alle neuronen in cortex aanwezig
- in cerebellum tot 2 jaar neuronen erbij
- na geboorte groei, rijping en organisatie
- tot 4-5 jaar, hersenvolume x 3, meer cellen, groter, langere uitlopers, meer myeline, meer gliacellen, meer verbindingen tussen neuronen
- vormen en verbreken verbindingen tot na puberteit
- door meer myelinisatie betere en efficiëntere verbindingen
- ontwikkeling hersenen van achter naar voren
- voorste delen cortex, voor plaaning, organiseren, abstract denken, sociaal gedrag, impulsbeheersing als laatste ontwikkeld
- myelinisatie in perifere zenuwen, motorische vaardigheden
Stoornissen in ontwikkeling zenuwstelsel
Aanlegstoornissen: deel van ZS niet, abnormaal of onvoldoende aangelegd
Rijpingsstoornissen: onvoldoende uitgroei, onvoldoende myelinisatie
Neurocutane aandoeningen:
- huid en ZS uit ectoderm
- aandoening aan zowel huid als ZS
- neurofibromatose (von Recklinghausen)
- craniofaciale angiomatose (Sturge-Weber)
- tuberose sclerose (Bourneville)
- veelal erfelijk
Sluitingsdefecten neurale buis:
- door genetisch of door bijv. gebruik anti-epileptica
- niet sluiten craniale zijde, anencefalie, grote hersenen niet aangelegd, niet levensvatbaar
- niet sluiten caudale zijde, spina bifida, ruggenmergsegmenten en perifere zenuwen niet aangelegd
* meningokele: breukzak bevat hersenvliezen en liquor
* myelomeningokele: breukzak bevat hersenvliezen, liquor, zenuwweefsel, ruggenmerg en uittredende zenuwvezels
- meer caudaal defect -> betere kans
Vetzuren:
- nodig voor aanmaak en instandhouding myeline
- leukodystrofieën, stoornissen in vetzuurstofwisseling, myeline niet goed aangemaakt of weer afgebroken
Heterotopieën:
- groepen zenuwcellen op verkeerde plaats
- vaak neuronen die subcorticaal blijven
- kan door alcohol of benzodiazepines gebruik door moeder
Alcohol:
- migratiestoornissen, verstoorde celaanmaak, abnormale vorm neuronen, vertraagde groei verbindingen, versterking celdood
- tijdens gehele zwangerschap invloed
- kans op Foetaal Alcohol Syndroom (laag geboortegewicht, afwijkingen gezicht, onderontwikkeling hersenen)
- cerebellum, corpus callosum en basale ganglia gevoelig voor effecten van alcohol
Macroscopische anatomie, grote hersenen
Hemisferen gescheiden door fissura longitudinalis, in het midden corpus callosum.
Windingen: gyri
Groeven: sulci
Kwabben: lobi
Lobus frontalis:
- grootste kwab, 1/3 van cortex
- gyrus precentralis (primaire motorische area)
- 3 horizontale gyri: gyrus frontalis superior, medius en inferior)
- area van Broca, expressieve taalcentrum, achterste deel gyrus frontalis inferior, dominante hemisfeer
Lobus pariëtalis:
- voorzijde sulcus centralis
- achterzijde sulcus pariëto-occipitalis
- gyrus postcentralis, primaire sensibele cortex
Lobus temporalis:
- onder sulcus lateralis
- schuin verlopende gyri
- gyrus temporalis superior, medius en inferior
- gedeelte grenzend aan sulcus lateralis primaire auditieve area
- onderste deel, op schedelbasis, bevat hippocampus
Lobus occipitalis:
- diepe groeve aan mediale zijde, sulcus calcarina, verdeelt lobus in cuneus en gyrus occipito-temporalis
- rond de sulcus primaire visuele area
Macroscopische anatomie, hersenstam
Voorzijde:
- medulla oblongata
- pons
- hypothalamus
- dikke vezelbundels, crura cerebri, verbindingen tussen hogere en lagere delen
- chiasma opticum
- in medulla oblongata aan voorzijde corticospinale vezels kruisen: decussatio pyramidum
- verschillende hersenzenuwen treden uit medulla
- voorstrengen: funiculi anteriores (voortzetting van piramiden, voortzetting van crura, bevatten corticospinale vezels)
Achterzijde:
- aan uiteinde linker en rechter thalamus, omgeven door corticale structuren
- verder naar onderen 4 zwellingen, colliculi superiores en inferiores (corpora quadrgemina), behoren tot mesencefalon, belangrijke auditieve en visuele reflexcentra
- daaronder 4e ventrikel
- dan links en rechts 2 zwellingen, nucleus cuneatus, nucleus gracilis, schakelstations voor somatosensibiliteit