Beeldvormende technieken in de neurologie Flashcards

1
Q

MRI, diffusie weighted imaging (DWI)

A
  • kijken naar diffusie van protonen in hersenweefsel
  • vindt plaats langs axonen
  • letsel aan axonen aantonen
  • bij acuut infarct
  • witte stofbanen afzonderlijk afbeelden met postprocessing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

MRI, perfusie imaging

A
  • snelle scansequentie gebruikt, gevoelig voor veldverstoringen
  • intraveneus contrast geeft veld verstoring
  • gadolinium inspuiten, dan snelle scans maken
  • scans geven laag signaal waar stof passeert
  • perfusiedefecten aantonen
  • infarcten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

MRI, T1-gewogen spinecho opnamen (T1 SE)

A
  • liquor: zwart
  • grijze en witte stof: grijs
  • beoordelen morfologische veranderingen
  • met contrast bij laesies met hogere doorbloeding of doorlaatbaarheid van vaten, dan witter op opnamen door verkorting T1-relaxatietijd
  • tumoren
  • abcessen
  • subacute infarcten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

MRI, inversion recovery (IR)

A
  • zeer sterk T1-gewogen opnamen
  • liquor: zwart
  • witte stof: wit
  • grijze stof: grijs
  • migratiestoornissen van grijze stof afbeelden
  • heterotopieën
  • polymicrogyri
  • lisencefali
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

MRI, T2-(turbo)spinecho (TSE)

A
  • liquor: wit
  • grijze stof: grijs
  • witte stof: donker
  • pathologie: wit
  • goed contrast tussen pathologie en weefsel
  • corticale laesies grenzend aan perifere liquorruimten moeilijk te onderscheiden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

MRI, fluid attenuated inversion recovery (FLAIR)

A
  • grijze stof: grijs
  • witte stof: donker
  • liquor: zwart
  • pathologie: wit
  • goed contrast tussen laesies en liquor
  • nuttig bij epilepsiepatiënten, corticale of hippocampale letsels vaak oorzaak voor epilepsie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

MRI, T2 gradient echo (GRE)

A
  • deel contrast bepaald door inschakelen extra magneetgradiënt (oplopende magneetsterkte)
  • magneten gevoelig voor ferro- en paramagnetische stoffen die magneetveld verstoren
  • verstoring leidt tot signaalverval, zwart afgebeeld
  • geschikt te gebruiken bij stoffen die leiden tot beeldstoring, zoals hemosiderine en verkalkingen
  • verdenking op caverneuze hemangiomen
  • posttraumatische hemosiredine-deposities
  • fakomatose
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

fMRI

A
  • meer bloedtoevoer bij neuronale inspanning naar bepaalde gebieden
  • meer zuurstofverbruik
  • zuurstof omgezet naar oxyhemoglobine en desoxyhemoglobine
  • discrepantie tussen toevoer zuurstof en desoxyhemoglobine ontstaat in actief gebied
  • desoxyhemoglobine is paramagnetisch, verstoort magneetveld lokaal
  • zeer snelle scans nodig
  • actief gebied, hoger signaal t.o.v. omgeving (relatieve afname desoxyhemoglobine)
  • functiegebieden in kaart brengen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

MRI, bewegingen in atoom

A
  • elektronen draaiend om kern
  • elektronen draaiend om eigen as
  • kern draaiend om eigen as

MRI gebaseerd op draaiing van specifieke nuclei in weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Radioactieve straling, 3 soorten, kenmerken

A

Als de 3 soorten door 2 tegengesteld geladen platen gaan, gaat:
- alfa-straling (positief geladen) naar negatieve plaat
- beta-straling (negatief geladen) naar positieve plaat
- gamma-straling (ongeladen) rechtdoor

Bij PET en SPECT gammastraling gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

PET-scan, techniek, toepassingen

A

Positron emissie tomografie.

  • radioactieve stof inspuiten die door aan te tonen afwijking wordt opgenomen
  • stof vervalt en zendt positron uit
  • positron gaat annihilatiereactie aan met elektron, uitzending van 2 gammafotonen in tegenovergestelde richting
  • gammafotonen detecteren door gammacamera’s

Glucoseverbruik aantonen door radioactief fluor-18 aan glucose te binden.

  • Parkinson: benzodiazepinerceptorbinding door 11C flumazenil en dopamine transporterbinding met beta CIT
  • Alzheimer
  • epilepsie
  • neuro-oncologie
  • cerebrovasculaire aandoeningen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

SPECT-scan, techniek, toepassingen

A

Single photon emission computed tomography.

  • ander type radionucliden, langer bruikbaar en aantoonbaar (thallium en technetium)
  • uitstraling enkelvoudige fotonen
  • nauwkeurigheid lager
  • cerebrale perfusie meten
  • epilepsie
  • Parkinson
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

SPECT, DaTSCAN

A
  • radioctief joflupaan
  • bindt aan neuronen in striatum, verantwoordelijk voor dopaminetransport
  • bij Parkinson verlies van neuronen die dopamine bevatten, binding verminderd

Onderscheid maken essentiële tremor en Parkinson:
- bij essentiële tremor geen degeneratie van dopamine bevattende neuronen, dus niet te zien op scan
- bij Parkinson verminderde dopaminebinding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

SPECT, IBZM-scintigrafie

A
  • radioactief iodobenzamide
  • differentiatie tussen Parkinson en MSA of PSP (multi systeem atrofie of progressive supranuclear palsy), niet tussen MSA en PSP

(DaTSCAN kan onderscheid niet maken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly