De hersenstam Flashcards

1
Q

Hersenstam, onderdelen, algemene functie

A

Hersenstam (truncus cerebri) bestaat uit:
- verlengde merg (medulla oblongata_
- brug (pons)
- middenhersenen (mesencefalon)

Is intracranieel gelegen.

Vormt de verbinding tussen ruggenmerg en de cerebrale en cerebellaire hemisferen. Is enerzijds een doorgangsstation van veel zenuwbanen en anderzijds een schakelstation waar neuronen op kerngebieden synapteren.

Bevat kernen van hersenzenuwen III t/m XII, verantwoordelijk voor zintuiglijke innervatie van huid, spieren, gewrichten nek, gezicht en schedel. Motorische innervatie oogspieren, spieren nek en gezicht. Innervatie zintuigen voor gehoor, evenwicht en smaak.

Vierde ventrikel in hersenstam.

Reticulaire formatie in hersenstam. Strekt uit over alle drie de delen, belangrijke rol bij alertheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verantwoordelijkheid hersenstam, basisfuncties om te overleven

A
  • regulatie slaap-waakcyclus
  • reflexmatige en willekeurige oogbewegingen
  • pupilgrootte
  • waarneming beweging en zwaartekracht en sturing reflexmatige lichaamsbewegingen- en houdingen
  • huilen
  • mictie
  • proeven, kauwen, slikken
  • vorming speeksel
  • regulatie spijsvertering, overgeven
  • ademhaling
  • bloedsomloop
  • basale vormen van horen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Medulla oblongata, algemeen, structuren

A

Begint vanaf foramen magnum.

Lijkt qua organisatie op ruggenmerg.

Canalis centralis verder dorsaal (verder craniaal vierde ventrikel), hierdoor sensibele baansystemen meer dorsolateraal en motorische baansystemen meer ventromediaal.

Belangrijkste structuren:
- kruising piramidebanen
- achterstrengkernen
- medullaire hersenzenuwen en kernen, medullaire baansystemen
- onderste olijfkernen
- medullaire reticulaire formatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Decussatio pyramidum

A

Kruising van vezels van de piramidebaan.

Ventraal gelegen in onderste deel van verlengde merg.

bestaat uit vezels afkomstig van centraal motorisch neuron, synapteren in ruggenmerg op perifeer motorisch neuron (motorische voorhoorncel).

Piramidebaan = corticospinale baan.

Grootste deel corticospinale vezels kruist in verlengde merg, dan verder caudaal als tractus corticospinalis lateralis.

Klein deel (10%) ongekruist, verder caudaal als tractus corticospinalis anterior, deze kruisen op ruggenmergniveau.

Uitval centraal motorisch neuron -> uiting in contralaterale lichaamshelft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Achterstrengkernen

A

Nucleus gracilis en nucleus cuneatus.

Kruising van banen van gnostische sensibiliteit.

Banen verlopen eerst ongekruist via fasciculus gracilis (loopt dorsomediaal, benen en onderste deel romp) en via fasciculus cuneatus (loopt dorsolateraal, armen en bovenste deel romp).

Nucleus gracilis ligt dorsomediaal, nucleus cuneatus ligt lateraal ervan.

Cellen in de kernen geordend, elk gebiedje correspondeert met bepaald deel van lichaam, somatotopische lokalisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Schakelneuronen sensibiliteit

A

Eerste schakelneuron in sensibele ganglion dorsale, buiten ruggenmerg.

Tweede schakelneuron in achterstrengkernen.

Vezels vanuit schakelneuron in kernen, de fibrae arcuatae internae, met boog om canalis centralis naar ventraal, dan kruisen en verlopen dan via de lemniscus medialis naar de thalamus.

Derde schakelneuron in thalamus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Nucleus cuneatus accessorius

A

Net lateraal van nucleus cuneatus.

Vezels van hieruit, cuneo-cerebellaire vezels, ongekruist met tractus spinocerebellaris posterior mee, in pedunculus cerebellaris inferior naar cerebellum toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Medullaire hersenzenuwen

A

Laatste vier hersenzenuwen, IX t/m XII.

Caudaal naar craniaal:
- n. hypoglossus (XII)
- n. accessorius (XI)
- n. vagus (X)
- n. glossofaryngeus (IX)

Verder nog deel van sensibele kern van n. trigeminus in medulla oblongata (kern strekt over gehele lengte hersenstam).

Kernen altijd gepaard links en rechts.

Motorische kernen veelal mediaal, sensibele meer lateraal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

N. hypoglossus

A

XII

Kern in medulla oblongata.

Motorische zenuw.

Innerveert alle spieren tong.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

N. accessorius

A

XI

Kern in medulla oblongata.

Motorische zenuw.

Vezels uit 2 kernen, spinaal en craniaal.

Spinale kern:

  • In voorhoorns van segmenten C1 t/m C5, vezels lopen eerst omhoog en dan via foramen magnum de schedel in.
  • Vezels verlaten schedel (samen met vezels uit craniale kern n. accessorius, n. vagus en n. glossofaryngeus) via foramen jugulare.
  • Innervatie m. trapezius en sternocleidomastoïdeus.

Craniale kern:

  • craniale tak komt (samen met de motorische vezels van n. vagus en n. glossofaryngeus) uit nucleus ambiguus.
  • innerveert intrinsieke farynx- en larinxmusculatuur en m. levator palati (keel, strottenhoofd, monddak).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

N. vagus

A

X

Kern in medulla onblongata.

Gemengde zenuw.

Voor groot deel autonome parasympatische afferente en efferente vezels.

Afferente vezel van bijna alle interne organen (milt, lever, longen) en tractus digestivus.

Primaire sensibele neuronen in twee perifere ganglia.

Centraal verlopende axonen eindigen in nucleus solitarius.

Motorische vezels vanuit nucleus ambiguus, samen met vezels uit craniale tak n. accessorius, naar intrinsieke farynx- en larinxmusculatuur en m. levator palati.

Efferente vezels naar hart, gladde spiervezels in longen en tractus digestivus en bijbehorende klieren.

Verzorgen stembanden.

Verzorgen sensibiliteit externe gehoorgang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

N. glossfaryngeus

A

IX

Kern in medulla oblongata.

Sensibele zenuw.

Afferente vezels verzorgen smaak van achterste deel tong, en gevoel, pijn en temperatuurzin van slijmvliezen van achterste deel tong en keelholte.

Ander deel van zenuw door vezels vanuit glomus caroticum, in vaatwand van a. carotis communis bij splitsing interna en externa.

Informatie over veranderingen in arteriële bloeddruk via n. glossofaryngeus naar medulla oblongata, dan via motorische kern n. vagus naar hart -> Carotisreflex.

Bij verhoging van bloeddruk wordt de hartfrequentie verlaagd.

Prikkeling van glomus caroticum kan zonder bloeddrukverhoging een vertraging van het hart opleveren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

N. trigeminus, sensibele kern

A

Deel van sensibele kern in medulla oblongata.

N. trigeminus is gemengde zenuw.

Grootste hersenzenuw.

3 sensibele aangezichtstakken:
- ramus oftalmicus: innerveert voorhoofd, ogen, bovenkant gezicht, neusslijmvlies
- ramus maxillaris: innerveert bovenkaak met bovengebit en bijbehorende huiddelen, gehemelte, mondslijmvlies
- ramus mandibularis: innerveert onderkaak met ondergebit, onderste deel gezicht, gebied voor oorschelp

Verder ook slijmvliezen kaak en voorhoofdholte en grootste deel van dura innerveren.

Neuronen van de zenuw (1e orde) in grote sensibele ganglion Gasseri, hier komen de takken samen.

Sensibele kern met neuronen 2e orde vanaf C1-C2 tot aan mesencefalon.

Gedeelte in ruggenmerg en medulla oblongata = spinale trigeminuskern (voortzetting achterhoorn).

Spinale trigeminuskern alleen betrokken bij verwerking vitale sensibiliteit, pijn- en temperatuurzin.

Kern heeft somatotopische lokalisatie, neuronen boven in kern voor centrale deel van gezicht, neuronen caudaal in kern voor perifere deel gezicht.

Vanuit kern kruisen vezels naar overzijde, lopen als tractus trigeminothalamicus naar de thalamus, daar 3e orde neuronen.

Bij hersenstamreflexen (masseter, blink) verlopen afferente prikkels via tak van n. trigeminus, de efferente prikkels via motorische tak n. trigeminus of n. facialis.

Hoofdpijn vaak door prikkeling pijnreceptoren in kaak, voorhoofdsholte, dura, verloopt via n. trigeminus. Ook kiespijn en keelpijn.

Motorische tak n. trigeminus loopt mee met sensibele ramus mandibularis. Kern ligt in pons.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Banen in medulla oblongata

A

Banen eindigen, beginnen, doorlopen of hergroeperen in verlengde merg.

Vanuit cortex eindigen corticobulbaire vezels op hersenzenuwkernen.

Corticofusale vezels: vanaf cortex axonen naar sensibele kernen, nu. gracilis, nu. cuneatus, nu. trigeminus, nu. solitarius. Aanwezig bij alle sensibele modaliteiten. Anatomische regeling van terugkoppeling.

Fasciculus longitudinalis medialis, over gehele lengte verlengde merg, algemene verbindingsweg tussen verschillende boven elkaar gelegen gebieden. Te vergelijken met fasciculi proprii in ruggenmerg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Medullaire reticulaire formatie

A

Centrale deel van de hersenstam, netvormig aanzicht onder microscoop.

Grote verscheidenheid aan functioneel geordende celgroepen.

Betrokken bij verwerken signalen uit ruggenmerg.

Collateralen van tractus spinothalamicus synapteren op cellen in laterale deel van de RF. Tractus spinothalamicus deels een spinoreticulaire baan

Vezels vanuit RF omhoog naar subcorticale delen en cerebellum, vezel dalen af als tractus reticulospinalis lateralis (verloopt ongekruist in zijstreng), axonen synapteren inhiberend op motorneuronen nek- en rugspieren en extensoren van ledematen, synapteren exciterend op flexoren.

Raphe-kernen: neuronen in mediaanlijn. Axonen vormen raphesipnale banen, lopen over gehele ruggenmerg, posterolateraal, betrokken bij moduleren pijnprikkels in ruggenmerg, neurotransmitter serotonine.

Twee regeleenheden in medullaire RF voor autonome functies, ademhalingsregulatiecentrum en bloeddrukregulatiecentrum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Onderste olijfkernen

A

Nuclei olivares inferiores.

Opvallend, met blote oog zichtbaar, donker gepigmenteerd.

Een grote kern met twee kleine kernen er tegenaan, kern naar mediaal toe open.

Vanuit mediale kant ontspringen klimvezels die kruisen en via de tegenover gelegen pedunculus cerebellaris inferior in cerebellum naar de cerebellaire Purkinjecellen lopen.

Vormen belangrijke schakel in cerebellaire motoriekcontrole.

Spelen rol bij aanleren nieuwe bewegingen die automatisch gaan verlopen.

Ontvangen vezels vanuit verschillende bronnen, uit ruggenmerg via spino-olivaire banen, vezels vanuit cortex, nucleus ruber, andere mesencefale gebieden.

17
Q

Pons, algemeen

A

Brug van Varol.

Loopt van verlengde merg tot aan vierheuvelenplaat.

2 delen:
- dorsaal: tegmentum pontis
- ventraal: eigenlijke pons

18
Q

Pons, dorsale deel

A

Tegmentum pontis.

Hierin:
- pontine reticulaire formatie (PPRF, paramediane PRF)
- centraal de Raphe-kernen, axonen hiervan vormen raphe-spinale banen
- kernen waarvan de axonen de reticulospinale banen vormen (tractus reticulospinalis medialis), verloopt in voorstreng ruggenmerg, synapteert exciterend op axiale spieren en extensoren extremiteiten
- vanuit PRF verbindingen met cerebellum
- kernen van n. trigeminus (V), n. abducens (VI), n. facialis (VII), n. vestibulocohlearis (VIII)
- tussen de kernen door opstijgende banen, tractus spinothalamicus, tractus spinocerebellaris, lemniscus medialis, FLM

19
Q

Pons, ventrale deel

A

Massieve structuur met dwarslopende vezels, met ertussen veel kernen.

Dwarslopende vezels: axonen die vanuit de ponskernen kruisen en cerebellaire verbindingen vormen: pedunculus cerebellaris medius links en rechts

Haaks op de dwarsvezels: de efferente banen als tractus corticospinalis en corticobulbaire banen (hier nog ongekruist)

20
Q

Vestibulocochleaire systeem, brughoek

A

Evenwicht en gehoor verlopen via zelfde hersenzenuw:
- n. vestibulocochlearis (VIII)

Receptorcellen in orgaan van Corti, axonen ervan gaan naar ganglion spirale, vezels hieruit vormen auditieve deel n. vestibulocochlearis.

Brughoek:
- cerebellopontiene hoek
- ruimte tussen de cerebellaire hemisfeer en de ondergrens van de pons
- hier lopen in het rotsbeen n. vestibulocochlearis (VIII), n. facialis (VII), n. trigeminus (V) en n. glossofaryngeus (IX)

Brughoektumor:
- acusticusneuroom, neurinoom van n. vestibulocohclearis, druk op bovenstaande zenuwen
- symptomen:
* tinnitus en toenemende doofheid (VIII)
* duizeligheid (druk op kernen pons)
* verminderde corneareflex (V en VII)
* zwakte aangezichtsmusculatuur (VII)
* anesthesie orofarynx (IX)

21
Q

Pontine vestibulaire deel

A

Vier hoofdkernen:
- nu. vestibularis superior, inferior, lateralis en medialis
- hier eindigne vezels uit vestibulaire ganglion
- beslaan groot deel van tegmentum pontis
- vezels naar veel gebieden:

  • tractus vestibulospinalis, eindigt op alle niveaus in area’s VII en VIII, hiermee invloed van evenwichtsignalen op spieren
  • vezels naar motorische hersenzenuwen en cerebellum, met name via FLM (fasciculus longitudinales medialis), collateralen uit FLM naar reticulaire formatie, hoofdvezels naar oogspierkernen

FLM is betrokken bij sturing hoofd- en oogbewegingen en hun afstemming onderling. Via dit systeem ontstaat ook nystagmus bij dysbalans of intoxicatie.

22
Q

Pontine auditieve deel

A

Auditieve vezels vanuit ganglion spirale van de cochlea eindigen op 2 kernen:
- nu. cochlearis dorsalis en ventralis
- liggen geheel lateraal in de pons

  • vezels vanuit nu. cochlearis kruisen, dan grootste deel opstijgend in lemniscus lateralis
  • in ventraal deel vormen de kruisende vezels het corpus trapezoïdeum, hierin celmassa’s
  • vezels die niet de lemnisus lateralis volgen eindigen deel in die celmassa’s, ander deel op bovenste olijfkern, hierin eindigen ook collateralen van vezels van ipsilaterale cochleaire kernen
  • lemniscus lateralis stijgt op in laterale deel van tegmentum pontis, eindigt op cellen in colliculus inferior in mesencefalon
  • ook nog efferente baan vanuit pons naar orgaan van Corti, oliviocochleaire bundel, functie niet duidelijk
23
Q

Hersenzenuwen pons

A

n. facialis (VII):
- innerveren aangezichtsmusculatuur
- efferente vezels door canalis facialis, uit schedel via foramen stylomastoïdeum
- centrale laesie -> bovenste musculatuur goed, onderste uitval als afhangende mondhoek
- afferentie vanuit corticaal (2-zijdig), indirect uit reticulaire formatie, vanuit trigeminuskern
- n. intermedius loopt met facialis mee, aftakking is chorda tympani, smaak voorste deel tong
- perifere laesie -> brughoektumor, spierzwakte, smaakverlies
- Bell’se paralyse, ontsteking n. facialis zelf, bekneld in canalis facialis

n. abducens (VI):
- nu. abducens in tegmentum pontis
- afferentie via tractus corticobulbaris bdz
- efferentie: vezels over schedelbasis, door sinus cavernosus, m. rectus externus innerveren, abductie ipsilaterale oog
- perifere laesie -> oog niet abduceren, divergentie ogen niet mogelijk, dubbelzien(diplopie)
- centrale laesie -> pontine blikcentrum, dan geconjugeerde blikverlamming, dwangstand ogen van aangedane zijde af
- centrale laesie -> pontine FLM, internucleaire oftalmoplegie, blikrichtingsnystagmus

n. trigeminus (V):
- gnostische sensibiliteit, via nu. sensorius principalis
- motorische kern, kauwbewegingen, nu. mesencefalis trigemini, ligt mediaal onder sensibele kern
- vezels van mesencefale n. trigeminus, masseterreflex via deze weg
- efferentie -> m. masseter innerveren
- sensibele trigeminuskern verbonden met alle motorische hersenzenuwen, basis veel polysynaptische hersenstamreflexen

24
Q

Mesencefalon, algemeen, structuren

A

Bovenste deel hersenstam.

Overgang pons-mesencefalon: isthmus (versmalling).

Sterk vernauwd, geen dwarsverbindingen, aquaductus cerebri ernaast, erg kwetsbaar bij voor-achterwaarts schedeltrauma.

Ligt rond aquaductus cerebri, dorsaal tectum mesencefali, ventraal tegmentum mesencefali.

Reticulaire formatie loopt door in mesencefalon.

Ventraal twee cerebrale pedunculi, verbinding cerebrale hemisferen en hersenstam, bevatten motorische en sensibele vezels.

Rond aquaductus cerebri ring van neuronen, peri-aquaductale grijs (PAG), bevat kernen verbonden met Raphe-kernen, pijnbeheersing, deel van emotionele motorische systeem.

Substantia nigra.

25
Q

Tectum mesencefali, structuren

A

Vierheuvelenplaat/corpora quadrigemina.

Vier welvingen, twee links, twee rechts.

Onderste twee: colliculi inferiores.

Bovenste twee: colliculi superiores.

26
Q

Colliculi inferiores

A

Neuronen voor verwerking akoestische signalen.

Afferentie vanuit vezels in lemniscus lateralis, eindigen hier. Ook vanaf corpus geniculatum mediale in thalamus en auditieve schors.

Efferentie via brachium colliculus inferior (dikke bundel vezels), naar corpus geniculatum mediale in thalamus, dan naar cortex.

Uitgebreide links-rechtsverbindingen, auditieve reflexen, richtingshoren.

27
Q

Colliculi superiores

A

Neuronen voor optische reflexen.

betrokken bij vermogen om hoofd en ogen reflectoir te richten naar auditieve of visuele stimuli.

Afferentie vanaf netvlies vezels naar colliculi, vanuit cortex, ruggenmerg en onderste colliculi.

Efferentie naar thalamus, reticulaire formatie, ponskernen. 1 bundel vormt tractus tectobulbospinalis, vezels eindigen op motorische hersenzenuwkernen en in area’s VII en VIII cervicaal.

28
Q

Tegmentum mesencefali, structuren

A

Kernen twee motorische hersenzenuwen:
- n. trochlearis (IV)
- n. oculomotorius (III)

Reticulaire formatie.

Substantia nigra.

29
Q

N. trochlearis

A

IV

Kern ter hoogte van colliculus superior.

Loopt door sinus cavernosus.

Innerveert m. obliquus superior, oog naar beneden draaien.

Uitval -> dubbelzien bij omlaag kijken tegengesteld van kant laesie.

30
Q

N. oculucomotorius

A

III

Kern lateraal van nu. trochlearis.

Verlaat mesencefalon aan ventrale zijde.

Innerveert 4 oogbolspieren:
- m. rectus superior
- m. rectus inferior
- m. rectus medialis
- m. obliquus inferior
en m. levator palpabrae (bovenste ooglid heffen)

N. opticus synapteert op n. oculomotorius bij lichtinval -> vezels naar ganglion ciliare, pupilgrootte besturen.

Afferentie uit cortex, evenwichtskernen en RF.

31
Q

Substantia nigra

A

Lateraal, tegen pedunculus cerebri.

Donker gepigmenteerde celmassa, loopt over hele lengte mesencefalon.

Dopaminerge neuronen (produceren dopamine), axonen naar basale ganglia, afferente vezels ook van basale ganglia.

Regelkringen voor motoriek.

Ziekte van Parkinson: tekort dopamine door verlies dopaminerge neuronen in substantia nigra, degeneratie van verbindingen met basale ganglia.

32
Q

Mesencefale reticulaire formatie

A

Bevat celgroepen betrokken bij meer algemene regulatie van activiteitsniveau van het CZS. Onderdeel van systeem dat faciliterend werkt op meerdere niveaus. Stimulatie ervan -> reflexactiviteit op ruggenmergniveau toenemen, versterkt bewuste bewegingen.

2 delen:
- DRAS: descenderende reticulaire activerende systeem, op medullair niveau ademhalings- en bloeddrukregelsystemen
- ARAS: ascenderende reticulaire activerende systeem, diffuse facilitatie van hogere gebieden en cortex

Input vanuit sensibele systemen (visus, gehoor tast, pijn etc.) en cortex, facilitatie via thalamische kerngebieden.

Stimulatie ARAS geeft desynchronisatie van EEG (arousal), onderbreking ARAS geeft slaap-EEG.

Beschadiging mesencefale deel RF -> bewustzijnsdaling.

33
Q

Locus coeruleus

A

Kleine celgroep, opvallend, lateraal.

Blauwe plaats genoemd.

Geheel van grote gepigmenteerde cellen.

Noradrenaline als neurotransmitter.

Efferente vezels naar grote gebieden van cortex, cerebellum, ruggenmerg en limbische systeem (emoties).

Reguleren emoties en slaapstadia (waakzaamheid).

34
Q

Nucleus ruber

A

Rode kern (veel bloedvaatjes).

Aan ventrale zijde mesencefale RF, tot onderste deel diencefalon.

Input uit diepe kernen cerebellum en vanuit cerebrale cortex.

Afferentie: vezels naar ruggenmerg, cerebellum, andere delen hersenstam.

Vormt schakelstation voor besturing coördinatie willekeurige motoriek van ledematen.

Integreert complexe bewegingen (voor houdingsreflexen), betrokken bij fasen looppatroon en vastpakken.

Bij laesie van belang boven of onder nu. ruber gelokaliseerd:
- onder nu. ruber, boven vestibulaire kernen in pons: ontremming tractus vestibulospinalis en reticulospinalis -> strekreactie alle extensoren, decerbratie.
- boven nu. ruber: verbinding nu. ruber en ruggenmerg intact, extensorenreactie in benen en flexorenreactie in armen, decorticatie.

35
Q

Raphe-kernen

A

Gevormd door groepjes cellen ingebed in RF.

Spelen rol bij pijnbeheerseling door regelen van doorgeven pijnprikkels vanuit ruggenmerg, bij emoties en slaap-waakmechanismen.

Neurotransmitter: serotonine.