De hersenstam Flashcards
Hersenstam, onderdelen, algemene functie
Hersenstam (truncus cerebri) bestaat uit:
- verlengde merg (medulla oblongata_
- brug (pons)
- middenhersenen (mesencefalon)
Is intracranieel gelegen.
Vormt de verbinding tussen ruggenmerg en de cerebrale en cerebellaire hemisferen. Is enerzijds een doorgangsstation van veel zenuwbanen en anderzijds een schakelstation waar neuronen op kerngebieden synapteren.
Bevat kernen van hersenzenuwen III t/m XII, verantwoordelijk voor zintuiglijke innervatie van huid, spieren, gewrichten nek, gezicht en schedel. Motorische innervatie oogspieren, spieren nek en gezicht. Innervatie zintuigen voor gehoor, evenwicht en smaak.
Vierde ventrikel in hersenstam.
Reticulaire formatie in hersenstam. Strekt uit over alle drie de delen, belangrijke rol bij alertheid.
Verantwoordelijkheid hersenstam, basisfuncties om te overleven
- regulatie slaap-waakcyclus
- reflexmatige en willekeurige oogbewegingen
- pupilgrootte
- waarneming beweging en zwaartekracht en sturing reflexmatige lichaamsbewegingen- en houdingen
- huilen
- mictie
- proeven, kauwen, slikken
- vorming speeksel
- regulatie spijsvertering, overgeven
- ademhaling
- bloedsomloop
- basale vormen van horen
Medulla oblongata, algemeen, structuren
Begint vanaf foramen magnum.
Lijkt qua organisatie op ruggenmerg.
Canalis centralis verder dorsaal (verder craniaal vierde ventrikel), hierdoor sensibele baansystemen meer dorsolateraal en motorische baansystemen meer ventromediaal.
Belangrijkste structuren:
- kruising piramidebanen
- achterstrengkernen
- medullaire hersenzenuwen en kernen, medullaire baansystemen
- onderste olijfkernen
- medullaire reticulaire formatie
Decussatio pyramidum
Kruising van vezels van de piramidebaan.
Ventraal gelegen in onderste deel van verlengde merg.
bestaat uit vezels afkomstig van centraal motorisch neuron, synapteren in ruggenmerg op perifeer motorisch neuron (motorische voorhoorncel).
Piramidebaan = corticospinale baan.
Grootste deel corticospinale vezels kruist in verlengde merg, dan verder caudaal als tractus corticospinalis lateralis.
Klein deel (10%) ongekruist, verder caudaal als tractus corticospinalis anterior, deze kruisen op ruggenmergniveau.
Uitval centraal motorisch neuron -> uiting in contralaterale lichaamshelft.
Achterstrengkernen
Nucleus gracilis en nucleus cuneatus.
Kruising van banen van gnostische sensibiliteit.
Banen verlopen eerst ongekruist via fasciculus gracilis (loopt dorsomediaal, benen en onderste deel romp) en via fasciculus cuneatus (loopt dorsolateraal, armen en bovenste deel romp).
Nucleus gracilis ligt dorsomediaal, nucleus cuneatus ligt lateraal ervan.
Cellen in de kernen geordend, elk gebiedje correspondeert met bepaald deel van lichaam, somatotopische lokalisatie.
Schakelneuronen sensibiliteit
Eerste schakelneuron in sensibele ganglion dorsale, buiten ruggenmerg.
Tweede schakelneuron in achterstrengkernen.
Vezels vanuit schakelneuron in kernen, de fibrae arcuatae internae, met boog om canalis centralis naar ventraal, dan kruisen en verlopen dan via de lemniscus medialis naar de thalamus.
Derde schakelneuron in thalamus.
Nucleus cuneatus accessorius
Net lateraal van nucleus cuneatus.
Vezels van hieruit, cuneo-cerebellaire vezels, ongekruist met tractus spinocerebellaris posterior mee, in pedunculus cerebellaris inferior naar cerebellum toe.
Medullaire hersenzenuwen
Laatste vier hersenzenuwen, IX t/m XII.
Caudaal naar craniaal:
- n. hypoglossus (XII)
- n. accessorius (XI)
- n. vagus (X)
- n. glossofaryngeus (IX)
Verder nog deel van sensibele kern van n. trigeminus in medulla oblongata (kern strekt over gehele lengte hersenstam).
Kernen altijd gepaard links en rechts.
Motorische kernen veelal mediaal, sensibele meer lateraal.
N. hypoglossus
XII
Kern in medulla oblongata.
Motorische zenuw.
Innerveert alle spieren tong.
N. accessorius
XI
Kern in medulla oblongata.
Motorische zenuw.
Vezels uit 2 kernen, spinaal en craniaal.
Spinale kern:
- In voorhoorns van segmenten C1 t/m C5, vezels lopen eerst omhoog en dan via foramen magnum de schedel in.
- Vezels verlaten schedel (samen met vezels uit craniale kern n. accessorius, n. vagus en n. glossofaryngeus) via foramen jugulare.
- Innervatie m. trapezius en sternocleidomastoïdeus.
Craniale kern:
- craniale tak komt (samen met de motorische vezels van n. vagus en n. glossofaryngeus) uit nucleus ambiguus.
- innerveert intrinsieke farynx- en larinxmusculatuur en m. levator palati (keel, strottenhoofd, monddak).
N. vagus
X
Kern in medulla onblongata.
Gemengde zenuw.
Voor groot deel autonome parasympatische afferente en efferente vezels.
Afferente vezel van bijna alle interne organen (milt, lever, longen) en tractus digestivus.
Primaire sensibele neuronen in twee perifere ganglia.
Centraal verlopende axonen eindigen in nucleus solitarius.
Motorische vezels vanuit nucleus ambiguus, samen met vezels uit craniale tak n. accessorius, naar intrinsieke farynx- en larinxmusculatuur en m. levator palati.
Efferente vezels naar hart, gladde spiervezels in longen en tractus digestivus en bijbehorende klieren.
Verzorgen stembanden.
Verzorgen sensibiliteit externe gehoorgang.
N. glossfaryngeus
IX
Kern in medulla oblongata.
Sensibele zenuw.
Afferente vezels verzorgen smaak van achterste deel tong, en gevoel, pijn en temperatuurzin van slijmvliezen van achterste deel tong en keelholte.
Ander deel van zenuw door vezels vanuit glomus caroticum, in vaatwand van a. carotis communis bij splitsing interna en externa.
Informatie over veranderingen in arteriële bloeddruk via n. glossofaryngeus naar medulla oblongata, dan via motorische kern n. vagus naar hart -> Carotisreflex.
Bij verhoging van bloeddruk wordt de hartfrequentie verlaagd.
Prikkeling van glomus caroticum kan zonder bloeddrukverhoging een vertraging van het hart opleveren.
N. trigeminus, sensibele kern
Deel van sensibele kern in medulla oblongata.
N. trigeminus is gemengde zenuw.
Grootste hersenzenuw.
3 sensibele aangezichtstakken:
- ramus oftalmicus: innerveert voorhoofd, ogen, bovenkant gezicht, neusslijmvlies
- ramus maxillaris: innerveert bovenkaak met bovengebit en bijbehorende huiddelen, gehemelte, mondslijmvlies
- ramus mandibularis: innerveert onderkaak met ondergebit, onderste deel gezicht, gebied voor oorschelp
Verder ook slijmvliezen kaak en voorhoofdholte en grootste deel van dura innerveren.
Neuronen van de zenuw (1e orde) in grote sensibele ganglion Gasseri, hier komen de takken samen.
Sensibele kern met neuronen 2e orde vanaf C1-C2 tot aan mesencefalon.
Gedeelte in ruggenmerg en medulla oblongata = spinale trigeminuskern (voortzetting achterhoorn).
Spinale trigeminuskern alleen betrokken bij verwerking vitale sensibiliteit, pijn- en temperatuurzin.
Kern heeft somatotopische lokalisatie, neuronen boven in kern voor centrale deel van gezicht, neuronen caudaal in kern voor perifere deel gezicht.
Vanuit kern kruisen vezels naar overzijde, lopen als tractus trigeminothalamicus naar de thalamus, daar 3e orde neuronen.
Bij hersenstamreflexen (masseter, blink) verlopen afferente prikkels via tak van n. trigeminus, de efferente prikkels via motorische tak n. trigeminus of n. facialis.
Hoofdpijn vaak door prikkeling pijnreceptoren in kaak, voorhoofdsholte, dura, verloopt via n. trigeminus. Ook kiespijn en keelpijn.
Motorische tak n. trigeminus loopt mee met sensibele ramus mandibularis. Kern ligt in pons.
Banen in medulla oblongata
Banen eindigen, beginnen, doorlopen of hergroeperen in verlengde merg.
Vanuit cortex eindigen corticobulbaire vezels op hersenzenuwkernen.
Corticofusale vezels: vanaf cortex axonen naar sensibele kernen, nu. gracilis, nu. cuneatus, nu. trigeminus, nu. solitarius. Aanwezig bij alle sensibele modaliteiten. Anatomische regeling van terugkoppeling.
Fasciculus longitudinalis medialis, over gehele lengte verlengde merg, algemene verbindingsweg tussen verschillende boven elkaar gelegen gebieden. Te vergelijken met fasciculi proprii in ruggenmerg.
Medullaire reticulaire formatie
Centrale deel van de hersenstam, netvormig aanzicht onder microscoop.
Grote verscheidenheid aan functioneel geordende celgroepen.
Betrokken bij verwerken signalen uit ruggenmerg.
Collateralen van tractus spinothalamicus synapteren op cellen in laterale deel van de RF. Tractus spinothalamicus deels een spinoreticulaire baan
Vezels vanuit RF omhoog naar subcorticale delen en cerebellum, vezel dalen af als tractus reticulospinalis lateralis (verloopt ongekruist in zijstreng), axonen synapteren inhiberend op motorneuronen nek- en rugspieren en extensoren van ledematen, synapteren exciterend op flexoren.
Raphe-kernen: neuronen in mediaanlijn. Axonen vormen raphesipnale banen, lopen over gehele ruggenmerg, posterolateraal, betrokken bij moduleren pijnprikkels in ruggenmerg, neurotransmitter serotonine.
Twee regeleenheden in medullaire RF voor autonome functies, ademhalingsregulatiecentrum en bloeddrukregulatiecentrum.