HC.8 - Van kolonisatie tot systemische infectie Flashcards

1
Q

Hoe groot is de kans dat degene naast je staphylococcus aureus bij zich draagt?

A

30% (20% persisterend, 10% af en toe)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe groot is de kans dat diegene ooit een s. aureus sepsis heeft gehad?

A

0,03%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het belang van s. aureus als er zo weinig mensen echt ernstig ziek van worden?

A

Meest verkregen infectie in ziekenhuis en meeste bacteriemieen geeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar bevindt s. aureus zich vaak?

A
  • huid
  • slijmvliezen
  • oppervlaktes (goede overleving): laptop, tafel
  • dieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de stappen van kolonisatie tot infectie?

A
  1. contact met MO
  2. Adhesie van MO aan oppervlak waar binnekomt
  3. Blijven zitten
  4. Biofilm formatie
  5. uitgroei
    a) lokale invasie
    b) verspreiding via bloedbaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is kolonisatie?

A

MO is aanwezig maar veroorzaakt op dat moment niet een infectie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kunnen s. aureus en e. coli adhesie uitvoeren?

A

S aureus: clumping factor B –> hechten aan keratine in de epidermis

e. coli: pili (uitsteeksels) waarmee goed hechten aan urogenitaal epitheel

Elk MO heeft zijn eigen manier van hechten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de eerste linie aan afweer die de mens heeft?

A

Niet-specifieke afweer mechanismen (voorkomen van infecties in eerste geval)

bvb
Huid: lage pH (FA in talg) –> remt groei van bacteriën
+ veel verversing van de huid waarmee bacteriën kwijtraken

Urinewegen: spoelen met urine of sperma waardoor bacteriën niet goed kunnen hechten

Maag: lage pH

Darm en vagina: commensale flora

reiniging door traanvocht, slijm of speeksel (anti-microbieel)

Tapis roulant: trilhaar epitheel in luchtwegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke van deze medicijnen maken haar (72-jarige vrouw naar India) kwetsbaar voor infecties?
A. Lisinoprill
B. Metformine
C. Hydrochloortiazide
D. Omeprazol

A

Omeprazol:
veel infecties komen binnen via de mond –> eliminatie van de MO door de pH in de maag en de sappen van de pancreas en dunne darm

Door omeprazol is die barrière functie weg/minder aanwezig –> hierdoor hoeven er minder bacteriën binnen te komen om toch een infectie te veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

60-jarige man ontwikkelt na een kuur augmentin in verband met een sinusitis aanhoudend heftige diarree. In de feces wordt clostridium difficile aangetoond.
Hij wordt behandeld met een kuur vancomycine oraal. De klachten houden aan. Wat is het beleid?
a. Herhalen vancomycine kuur
b. Expectatief
c. Fecestransplantatie

A

Fecestransplantatie: van gezond iemand uit de omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom kan een clostridium difficile opkomen na het gebruik van AB en diarree geven? Hoe kan een fecestransplantatie hierbij helpen?

A

Komt normaal ook voor in de darmen maar wordt onderdrukt door andere goede bacteriën in de darm

AB: verandering van het microbiooom waardoor de clostridium difficile kan uitgroeien en problemen kan geven

door de transplantatie komen er weer nieuwe goede bacteriën in de darmen die de groei van clostridium difficile remmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de eerste stap voor een MO om te kunnen koloniseren?

A

Adhesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een erg belangrijk mechanisme voor MO om te kunnen blijven bestaan?

A

Biofilm formatieW

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een biofilm?

A

Cluster bacteriën maken slijm achtige componenten waarin zij omgevingscomponenten van de host stoppen om een ondoordringbare gel laag om zich heen te vormen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de functie van de biofilm?

A
  1. Beschermen tegen:
    a) fagocytose
    b) sheer stress: bij elkaar blijven als ze bvb in de bloedbaan komen of weggespoeld worden
    c) AB
  2. creëren van prettige habitat: activatie van adhesie moleculen om de gunstige omgeving instant te houden
  3. Community creatie
    uitwisselen van genetisch materiaal (plasmiden) bvb resistentie genen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de conclusie als we bacteriën plankitonisch zien?

A

= losliggend

Vaak een artefact omdat bacteriën in principe in een groep onder een biofilm leven

17
Q

Waar worden veel biofilms gezien?

A
  • decubitus plekken

-prothesen: knie, kunsthartklep

  • verbindingen in lichaam: katheters, CVC, urine stent, galblaas stent, peritoneale dialyse
  • longontstekingen bij CF patienten: moeilijk ophoesten waardoor makkelijk blijven zitten en biofilm maken en persisterende infecties geven
18
Q

Na 2x knieprothese vervangen is het vaak niet nog een keer mogelijk. Wat nu?

A

a. Verwijderen knieprothese en fixatie kniegewricht om de patiënt infectie vrij te krijgen

b. 3 mnd AB, gevolgd door levenslange suppressieve AB-therapie –> Meest gedaan

c. 3 maanden AB behandeling, gevolg door expectatief beleid

19
Q

Waarom wordt een prothese die geïnfecteerd is verwijderd?

A

Omdat de biofilm infectie niet weggaat met AB

20
Q

Wat is kenmerkend bij het verwijderen van een prothese met infectie en is voor de gek houdend?

A

Per-operatieve kweek is vaak negatief maar de biofilm zit er stiekem nog wel

21
Q

Waar komt CNS (coagulase negatieve stafylococ) voor? Wat is het gevaar?

A

huid van bijna iedereen
Is niet heel ziekmakend maar kan ook op een prothese heerlijk uitgroeien en biofilm maken waardoor chronische laaggradige infectieproblemen

22
Q

Wat is het verschil tussen s aureus en CNS?

A
  • S aureus is virulenter waardoor meer acute infecties
    CNS meer sudderende infecties
23
Q

Een patient heeft last van zijn knie met wisselend aanwezige zwelling. Hij heeft geen koorts. Een punctie van het gewrichtsvocht toont geen leukocyten maar enkele kolonies CNS. Wat doe je?

A

Patient opnemen voor behandeling van een septische artritis = spoelen van knie + IV AB

Septische artritis = gewrichtsontsteking veroorzaakt door een MO

24
Q

Wat zijn de tekenen van een infectie?

A
  1. warmte
  2. roodheid
  3. zwelling
  4. pijn
  5. verlies van functie.
25
Q

Wat kan er lokaal gebeuren bij een MO?

A

Lokale invasie en een lokale infectie geven

bvb s aureus infectie huid moet wel door bescherming van huid heenkomen

26
Q

Wat wordt geactiveerd bij lokale invasie van een MO?

A
  • IS
  • Stolling: voorkomen dat in bloedbaan kan komen
27
Q

Hoe noemen we een bacterie die zich door het lichaam verspreidt?

A

Bacteriemie

28
Q

Wat zijn vier kenmerken die zichtbaar zijn bij LO bij een endocarditis?

A
  1. splinter bloedingen bij nagel (omdat MO vastloopt in kleine vaatjes)
  2. Petechien
  3. Osler nodes: septische embolie = infectie + bacterie die losgeschoten zijn en vastlopen in kleine bloedvaten van bvb de vingers
  4. Janeway laesie (rode vlekjes)
29
Q

Wat is een sepsis?

A

Levensbedreigende orgaanschade door een ontregelde afweer tegen een infectie

30
Q

Wat geeft de grootste problemen bij een sepsis?

A

Vooral de immuunrespons zelf

disbalans tussen pro-inflammatie en anti-inflammatie

31
Q

Wat zijn de criteria voor een sepsis?

A

Infectie + ≥ 2 veranderingen in SOFA (sepsis related organ failure assesment)

  • PaO2/FiO2 verlaagt (longen)
  • Hypotensive of vasopressine behoefte (hart en vaten)
  • Trombocyten verlaagt
  • Glascgow coma scale (hersenen)
  • Bilirubine stijgt (leverfalen)
  • Creatinine stijgt (AKI)
32
Q

Wat is een bacteriemie? is dit hetzelfde als een sepsis?

A

een ernstige infectie waarbij bacteriën in de bloedbaan circuleren

Nee, vaak wel met sepsis, maar HOEFT niet

33
Q

Waardoor kwamen mensen op de IC met COVID-19?

A

Door de immuun remedieerde schade –> IS had virus al geklaard maar enorme overshoot aan mn cellulaire immuunrespons met longschade

34
Q

Waarom hebben mensen met obesitas een grotere kans om op de IC te komen bij bvb COVID-19?

A

chronische pro-inflammatoire activatie –> infectie: grotere kans dat uit de hand loopt

35
Q

Dhr B 73 jaar
OP de SEH met dysurie, flankpijn, koorts, koude rillingen

LO: zieke, klamme man
Helder en adequaat
T 38,9
RR 85/50
Pols: 118/min
AF: 20/min met sat 95%

AO: CRP 180 mg/L
kreatinine 165 umol/L (eerder 90)

Hoe beschrijf je dit beeld?

A

Urosepsis męt mogelijke septische shock

sepsis: nierfunctie en hypotensie

36
Q

Wat is een septische shock?

A

Patiënten met een sepsis met een persisterende hypotensie die vasopressines nodig heeft om de tensie op peil te houden (MAP ≥ 65 mm Hg)

En een verhoogt serum lactaat (> 2 mmol/L) ondanks adequatie volume toediening

37
Q

Een patient met een katheter heeft herhaaldelijk een positieve urinekweek voor enterococcus faecium. Wat is het beleid?

A

Katheter wisselen en afwachten

Veel kolonisatie op katheters die niet altijd problemen hoeven te geven

–> Behandelen patient en niet de kweek

Dus als positieve kweek maar geen tekenen van infectie bij de patient –> niet behandelen

38
Q

Als er sprake is van een wondinfectie waar wordt vaak een kweek genomen? Wat is de beste plek eigenlijk? Voor welke bacterie geven we dan AB?

A

Vaak oppervlakkig

best diep (op OK)

behandelen: bacterie uit diepe kweek