HC.8 - Translationeel onderzoek voor prostaat - en blaascarcinoom Flashcards

1
Q

Waar staat PSA voor ihkv de oncologie?

A

Voor het tumorvolume

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het effect van de aanwezigheid van metastasen in het bloed? Wat voor behandeldoelstelling hangen we hieraan?

A
  • PSA zal stijgen
  • niet curatief te behandelen
    Maar door vroege detectie is het vaak zo dat mensen overlijden MET de tumor en niet DOOR de tumor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe verloopt de behandeling van PCa in de loop van de tijd?

A
  1. Radicale prostatectomies of RT
    PROGRESSIE
  2. PSMA PET-CT om vast te stellen
    Androgeen deprivatie therapie
    PROGRESSIE –> castratie resistent
    3, Taxanen OF
    Combi (2e lijn) hormoon therapie + taxanen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarmee kan hormoontherapie gecombineerd worden?

A

Met chemo (taxanen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat kunnen we voor behandeling geven tegen symptomatische bot meta’s?

A

Radium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat voor behandeling geven we bij gemetastaseerde PCa?

A
  • hormoontherapie
  • chemo
  • immuuntherapie

Androgeen depletie; door blok van de androgeen receptor kan de tumor niet meer verder groeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar zaaien de PCa eigenlijk voornamelijk naar uit?

A

Naar bot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe kunnen we PCa voorkomen?

A

Leefstijl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarvoor kunnen biomarkers gebruikt worden?

A

Onderscheid tussen agressief of indolent = meteen behandelen versus active surveillance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wordt immunotherapie vaak gebruikt bij Pca?

A

Nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn twee helebelangrijke principes bij Pca voor de ontwikkeling?

A
  1. Opeenstapeling van DNA-afwijkingen
  2. Ontwikkelen van resistentie mechanismen –> komt door het gebruik van therapie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarvoor gebruiken we onderzoek naar kanker?

A
  • target expressie: diagnostische markers
  • target interventie: mechanismen (hoe target gebruiken voor therapie)
  • Testen van potentiële drugs
  • screenen voor nieuwe stoffen
    = drug respons correleren aan anti-tumor effect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waaruit bestaat een tumor op celniveau?

A

Miljoenen tot miljarden cellen die allemaal net iets anders zijn = heterogeniteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe ontwikkelt een kanker?

A
  • actieve schade door straling of toxiciteit of door celdeling
  • reparatie
  • blijven toch bij 0,0001% schade (wat nog veel cellen zijn)
  • groeivoordeel
  • tumor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is vaak te zien in het karyogram van Pca?

A

Veel afwijkingen en veel variatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat kunne we met het DNA copy number?

A

= een situatie waarbij het kopieen van een specifiek segment van het DNA wisselt/varieert

Hiermee deleties (in bvb tumor suppresor gen) en amplificaties in beeld brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is een fusie-gen dat voorkomt bij Pca?

A

TMPRSS2 = androgeen regulerend gen (promotor)
ERG = oncogen –> met androgeen gereguleerde activatie (ERG is normaal niet functioneel)

Promotor TMPRSS2 wordt verbonden aan oncogen ERG –> activatie van ERG –> belangrijke driver voor Pca

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat weten we als we de aanwezigheid van het TMPRSS2 fusie-gen aantreffen?

A

Weten dat het om een tumor gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Bij hoeveel mensen met Pca komt het TMPRSS2-ERG fusiegen voor?

A

In vroeg stadium al bij 30%

MAAR bij 40% van de patienten weten we de driver nog niet
Er zit heel veel variatie tussen patienten

20
Q

In hoeverre is een tumor homogeen?

A

NIET: er is heel veel intra-heterogeniteit met binnen de tumor veel variatie

bvb
3 + 3 is redelijk normaal
4 + 4 of 4 + 5 is heel agressief

21
Q

Wat zien we bij metastasen qua mutaties?

A

Clonale heterogeniteit

22
Q

Wat gebeurt er met de eiwit productie gedurende het proces van Pca?

A

Verschillende eiwitten komen op verschillende momenten hoog tot expressie
Begint met PSMA
Door behandeling kan dit in de loop van de tijd veranderen

23
Q

Welke medicijnen worden gegeven voor androgeen depletie?

A
  • 5-alfa-reductase remmers: vermindert de omzetting van testosteron in DHT (= dihydrotestosteron) wat sterker is dan testosteron
  • anti-androgenen: bindt op androgene receptor waardoor androgenen niet meer kunnen binden
24
Q

Hoe wordt het materiaal van een patient verkregen?

A
  1. liquide biopsies via: bloed, urine, speeksel, semen (zaadcellen)
    CTC = circulerende tumor cellen
    Kan per kanker wel verschillen bij prostaat meer in urine
    Bloed: PSA –> zegt niet specifiek iets over kanker (alleen volume prostaat)
  2. FFPE = formaline fixed paraffine embeded voor
    - morfologie
    - groeipatronen
    - eiwit expressie
  3. Frozen biobank: - 80 graden van zowel gezond als tumorweefsel mogelijk
    Geeft: hoog kwalitatief DNA, RNA en eiwit
  4. Levende biobank: experimentele modellen
25
Q

Wat zijn voorbeelden experimentele modellen?

A
  • organoiden
  • cellijnen
  • xenografts
  • tumor plakjes
26
Q

wanneer doen we onderzoek?

A
  • bij diagnose (liefst meteen)
  • voor, na en tijdens de behandeling
27
Q

Wat zijn de onderzoeksmodellen die er zijn?

A
  • mensen –> liefst
  • proefdieren (in vivo)
28
Q

Welke drie soorten proefdier modellen worden er gebruikt?

A
  1. Proefdieren waarbij spontaan endogeen kanker ontstaat
    Op natuurlijke wijze Pca –> komt bijna niet voor
  2. Proefdieren waarbij kanker geïnduceerd wordt
    - hormoon inductie (ratten)
    - inductie dmv carcinogene stoffen
    - transgene muis (aan en uitzetten van oncogenen)
    GEMMs = genetisch gemodificeerde muismodellen (CRISP-Cas9)
  3. proefdieren waarbij exogeen kanker getransplanteerd kan worden = humane xenograft in immuundeficiente muis

Proberen na te bootsen hoe dat normaal ook zou gaan

29
Q

Wat is handig aan het proefdieronderzoek?

A

Hele brede fase van hele prostaatkanker progressie representeren

30
Q

Noem vier voordelen en vier beperkingen aan PDX in muizen?

A

Voordelen:
1. fysiologische omgeving: micro-omgeving en doorbloeding
2. puur menselijk tumor materiaal waardoor geen contaminatie met normaal weefsel (Wat normaal bij een biopt wel zo is waardoor het DNA profiel gemixt wordt)
3. oneindige bron van tumorweefsel
4. manipulatie/behandeling van muizen ook testen

Beperkingen
1. vers tumormateriaal niet altijd eenvoudig te verkrijgen
2. achtergrond van de muis: farmacokinetiek, muis stroma
3. geen immuunsysteem
4. ethische aspecten

31
Q

Wat kan naast mens en diermodellen gebruikt worden voor onderzoek?

A

In vitro = in cellijnen (in glas)

32
Q

Welke in vitro modellen zijn er mogelijk?

A
  1. cel vrij:
    a) in vitro transcriptie translatie systemen (promotors binden met bepaalde ligenden)
    b) gezuiverde eiwitten (enzymen)
    Voor: gen expressie en beïnvloeding van genen en eiwitten
  2. primaire celculturen
    a) uiteindelijk na aantal delingen stoppen ze met groeien
  3. geimmortaliseerde cellen uit normaal weefsel en kankerweefsel –> kankercel heeft eigenschap om oneindig te kunnen delen (aan normaal weefsel telomeren toevoegen)
  4. Computermodellen = in silico computerstimulatie
    a) voorspellende modellen (programma’s) voor het ontwerpen van medicijn
    b) modellen die gedrag van eiwitten of kankercellen voorspellen
33
Q

Wat houdt 2D cellijnen in?

A

tumormateriaal op plastic flesje gekweekt en kijken naar:
- groeiontwikkeling
- afhankelijkheid van androgeen
- remming van groei door drugs

34
Q

Wat zijn vijf voordelen en drie nadelen van 2D cellijnen?

A

Voordelen:
1. gemakkelijk in gebruik, standaardisatie, opschalen
2. puur menselijk tumor materiaal (geen contaminatie met normaal weefsel)
3. Oneindige bron van tumorweefsel
4. eenvoudige manipualtie/behandeling
5. organ-on-chip systemen (verhogen complexiteit) zoals bij in vivo

Beperkingen:
1. verlies van heterogeniteit (vooral als klonale cellijnen afkomstig uit 1 cel)
2. vers tumor materiaal niet altijd eenvoudig te verkrijgen (bij gemetastaseerde ziekte)
3. niet-fysiologische omgeving

35
Q

Wat houdt 3D cellijnen in?

A

organoiden kweken
Bvb met een xenograft
Geeft meer representatie voor hoe het in lichaam werkt

36
Q

Waarbij worden 3D cellijnen gebruikt?

A

complexe modellen waarbij meer specifieke interventies worden gedaan

37
Q

Wat zijn twee ex vivo modellen?

A
  1. tumorplakjes
  2. organ-on-chip modellen
38
Q

Wat zijn tumorplakjes?

A

primaire tumor in plakken kweken van 10-20 cellagen

39
Q

Wat is een voordeel en een beperking van tumorplakjes onderzoek?

A

Voordeel: bootst een soort 3D structuur na met behoud van structuur

Beperking: altijd patient materiaal nodig en is niet ongelimiteerd

40
Q

Wat zijn organ-on-chip modellen?

A

Klein orgaan nabootsen gebaseerd op menselijke cellen
- cellen bij elkaar
- met vascularisatie (micro-fluids)
worden hele kleine systemen met heel weinig materiaal

41
Q

Wat is handig aan organ-on-chip modellen?

A

Weinig materiaal nodig dus bij biopt al onderzoek gaan doen

42
Q

Wat zijn drie resistentie mechanismen bij Pca?

A
  1. er ontstaat een variant van de androgeen receptor
  2. amplificatie van de androgeen receptor
  3. bypass van de androgeen receptor door stimulatie van parallelle pathway
43
Q

Wat is het effect van androgenen op de werking van chemotherapie?

A

aanwezigheid van androgenen zorgt voor een verminderde opname van de chemotherapie

44
Q

Wat is het theranostics bij Pca?

A

PSMA is vrij specifiek dus wordt nu gebruikt voor diagnostiek (PSMA PET) en kan later misschien wel gebruikt worden voor therapie

45
Q

Wat kan gebruikt worden uiteindelijk op het gebied van personalised medicine bij Pca?

A
  1. Sample –> muismodel maken
  2. tumor isoleren waarbij organoid systeem maken en drug testen –> duurt echter maanden voordat ontwikkelt is en patient heeft niet zo veel tijd
  3. CTC gebruiken voor organoid kweken
46
Q

Wat is de hoop van het gebruik van CTC?

A

Hoop om een beter beeld te krijgen van de heterogeniteit in de tumor