HC.5 - Hematurie en blaascarcinoom Flashcards
Welke twee vormen van bloed in de urine zijn er? Wanneer is er sprake van? Wat is de kans op een maligniteit?
- macroscopische hematurie: met blote oog zichtbaar
Kans: 25-28% - Microscopische hematurie: onder microscoop > 3 ery’s/gezichtsveld in 2 bepalingen
Kans: < 2%
Wat is het beleid bij micro en macro hematurie?
Macro: ALARMSYMPTOOM
Patient moet dezelfde week nog doorverwezen worden naar een uroloog
Micro: geen reden opzicht om iemand meteen door te verwijzen
Wel meenemen:
- leeftijd
- of iemand rookt
Dan eerder wel doen
Wat is de indeling van DD bij hematurie? Hoe maken we onderscheid?
- urologisch –> kan overal ontstaan in urinewegen
- Nefrogeen
Onderscheid:
vorm van erytrocyten
Dysmorf: nefrogeen
Normaal is biconcaaf
Waardoor kan hematurie ontstaan?
- infectie
- kanker
- stenen
- goedaardige bloeding prostaat door actief sporten
Noem een aantal DD’s van hematurie
- Vasculair: embolie, trombose, AV-malformatie
- Glomerulair: filter van nieren laat ery’s door
- Interstitiel: ontsteking in nieren zorgt voor ery’s in urine
- urologisch vn uro-epitheel
- door RT kunnen slijmvliezen gevoeliger worden waardoor makkelijker bloeden
- overig: bvb sikkelcelziekte
Hoe vaak komt blaascarcinoom voor?
Bij wie komt blaascarcinoom het vaakst voor? Waardoor?
6600x/jaar
Man : vrouw = 4 : 1
Omdat het erg gerelateerd is aan roken –> bij vrouwen neemt het dus wel toe
Welke vormen van blaascarcinoom zijn er?
- 90% is urotheelcelcarcinoom (UCC)
- 8% plaveiselcelcarcinoom (PCC)
Hoe vaak zijn blaascarcinomen invasief? Wanneer spreken we van een invasief carcinoom?
25% zijn invasief
Is m. detrusor infiltratie
Wat is de mortaliteit van blaascarcinoom?
25 doden per week
5jrO 50-55% bij in opzet curatieve behandeling
Blijft over de jaren wel stabiel (ondanks dat incidentie toeneemt)
Wat zijn belangrijke risicofactoren voor blaascarcinoom?
- Roken!!!!!
- Familiair voorkomen
- RT in kleine bekken –> kan 20 jaar later nog veroorzaken (wel icm andere factoren)
- Chronische UWI (continu schade aan urotheel)
- Verblijfskatheter (ook continu schade aan urotheel) vaak PCC
- Fenacitine (pijnstiller)
- immuunsuppressie
- cyclofosfamide (cytostaticum)
- Schistosomiasis(bilharzia) is een wormachtige ziekte vn in Egypte
- aromatische amines: bij werk (schilders, kappers, rubberindustrie, mijnwerkers)
- Balkan-nefrophatie: afwijking aan de filter van de nieren waarbij blaascarcinomen vaker voorkomen
Wat is altijd reden tot aanvullend onderzoek?
Macroscopische hematurie
Met welk aanvullend onderzoek beginnen we bij hematurie?
- Lab
- nierfunctie: kreatinine, ureum, eGFR
- Hb - Sediment: neerslag (in bezinksel) in urine
Kijken of erytrocyten en/of leukocyten in urine - morfologie erytrocyten:
a) dysmorf is passend bij probleem bij glomeruli
b) Bij urologische oorzaak zijn de ery’s normaal van vorm - Kweek urine voor UWI
Wat doen we niet bij hematurie voor aanvullend onderzoek?
Urine cytologie: onder microscoop kijken of kwaadaardige cellen
Heeft een lage sensitiviteit bij vooral laaggradige tumoren (hooggradig beter)
Waarvoor kan een urine cytologie wel en waarvoor kan het niet gebruikt voor worden?
WEL:
- als hooggradige tumor voor controles
NIET:
- initiële diagnoses
Welke beeldvorming wordt gebruikt bij hematurie?
- echo nieren en blaas:
- stenen
- RIP
- hydronefrose - CT-urinewegen:
- Blaas voor tumor heeft GEEN zin
- Met contrast kijken is zinvol - UCS = urethroscopie: kijken met flexibele (spreekuur) of starre scoop (OK) n blaas
- instrumenten in om weefsel te verwijderen
- papillair carcinoom is goed zichtbaar
Voor wie is een UCS extra vervelend en waarom?
Voor jonge mannen omdat hard knijpen van sluitspier
Welke beeldvormende onderzoeken kunnen nog gedaan worden op indicatie?
- X-BOZ: voor zoeken stenen/blokkades
- X-RPG (retrograde pyelogram): = contrast opspuiten via blaas in urineleiders
DOEN WE ZELDEN - MRI urografie
- X-RUG = retrograde urethrogram
Hoe bepalen de behandeling van een blaascarcinoom?
Via TUR = transurtethrale resectie/blaasbiopt = weghalen tumor tm spierweefsel met lusje
Beoordelen tot in welke laag de tumor zit
a) urotheel
b) bindweefsel (lamina propria)
c) spier (binnenste en buitenste spier)
Doorgroei gaat altijd uit urotheel
Wat zijn de behandelopties?
Afhankelijk van de uitslag van het biopt
1. Re-TUR
2. Blaasspoelingen
3. Radicale cystectomie met urinedeviatie (als ingroei in m. detrusor)
4. CRT
Metastasen
- Chemo en/of immunotherapie
Wat wordt naar aanleiding van een TUR bekend?
Operateur
- aantal tumoren
- grootte
- radicaliteit
patholoog:
- Histologie
- T-stadium
- Gradering
- CIS
- detrusor aanwezig
- spierinvasie
Wat kan tijdens een TUR gedaan worden?
- Bimanueel toucher = via anus/vagina en via buik tumor voelen –> als blaas niet soepel voelt is er een invasieve tumor aanwezig
- eenmalige spoeling blaas met chemo voor rondzwervende tumorcellen
Welke type tumoren kunnen voorkomen in de blaas?
- urotheelcel carcinoom
- PCC
- Adenocarcinoom
- neuro-endocrien carcinoom
- sarcomatoid
Wat is de meest voorkomende blaaskanker?
Urotheelcelcarcinoom met abarante differentiatie
Heeft enige sarcomatoide kenmerken
Hoe kunnen we klinisch stageren?
- Bimanueel toucher onder narcose
- Als niet spier-invasie: CT-urinewegen want 20% heeft ook tumoren in nieren of urineleiders (urotheel)
- Als wel spier-invasief: CT-thorax-abdomen vanwege metastasen
Wat zijn de T-stadia voor het blaascarcinoom?
Ta = alleen in urotheel (papillaire tumor)
T1 = ingroei in bindweefsel
T2 = ingroei in binnenste spierlaag
T3a = ingroei in buitenste spierlaag
T3b = ingroei in vet (buiten spierlaag)
T4a = ingroei in prostaat, uterus of vagina
T4b = door prostaat ingroei in andere organen:; bekken of buikwand –> niet meer geheel weghalen
Welke indeling obv ingroei kunnen we maken?
- spierinvasieve tumoren: metastaseren
Binnen 5 jaar is 50% overleden - Niet spier-invasieve tumoren: metastaseren (en overlijden) niet
Wel behandelen maar komt ook wel vaker terug
Welke gradering is er nog voor het blaascarcinoom?
WHO
G1 (minst agressief)
G2
G3 (meest agressief)
Hoeveel niet spier-invasieve tumoren metastaseren?
10%
Wat zien we vaak bij Tis?
- voorloper waar over het algemeen niet echt ziek van worden en wat niet uitzaait
- zien: roodfluwelen vlekken in biaas (geen bolletje)
Wat kunnen we doen tegen Tis?
niet weghalen omdat vlekken zijn (en verspringt) –> blaasspoeling nodig
Hoe zit het N en M- stadium?
cN1 = 1 LK in bekken
cN2 = meerdere LK in bekken
cN3 = LK in iliaca communis
cM1a = LK meta’s hoger dan iliaca communis
cM1b = meta’s in andere organen
Waar zaait het blaascarcinoom vaak naar uit?
- vooral longen
-lever - hersenen
- botten
Wat is de behandeling van niet spier-invasieve blaaskanker?
- transurethrale resectie
met Intra-vesiculaire spoelingen - re-TUR
Waarvan hangt de kans op een recidief af bij blaascarcinoom? Wat speelt een rol bij de kans op progressie?
- aantal tumoren
- 1
- 2-7
- > 8 - Grootte
- < 3 cm
- ≥ 3 cm - primair of recidief
- recidief vrij interval
- < 1 jaar
- > 1 jaar
Kans op progressie:
- T-stadiering: Ta vs T1
- G-stadium
- Tis wel/niet
Bij wie doen we een blaasspoeling na een operatie? wat is het effect bij low/intermediate risk tumoren?
Bij iedereen
recidief kans verlagen met 12%
Wat is de nabehandeling bij niet spier invasief blaascarcinoom na een TUR?
Onderhoudsspoelingen
Low risk (< 3 cm): geen spoeling
Wel 5jr lang scopie controle
Intermediate risk (of recidief geen HR): hoge frequentie MMC (mitromycine chemo) voor 6 weken 1/wk + 5mnd 1/mnd
High risk: re-TUR met aansluitend BCG voor 1-3 jaar