HC.2 - Inleiding klinische embryologie Flashcards
wat is het beloop in grote van de embryonale en foetale ontwikkeling?
- Bevruchting: 1 cel = zygote
0,1 mm (1 celtype) - Klievingsdelingen waardoor blastocyst van 0,2 mm (2/3 celtypes)
- Innesteling: 0,4 mm
- embryo: 2-10 celtypes
- extra-embryonaal: > 5 celtypes - Vanaf week 3/4 ontwikkeling embryo: 15 mm
- Week 8: 40 mm
- week 20: 200 mm
- Neonaat: 500 mm
wanneer is precies het bouwplan af?
Vanaf dag 44 ongeveer of eind week 4
hoe zeggen we de zwangerschapsduur?
ZS-duur in kliniek geteld vanaf de laatste menstruatie
Gedefinieerd als de leeftijd van het embryo + 2 weken (tijdens eerste twee weken nog geen bevruchting geweest en gebeurt er niks –> ovulatie en fertilisatie 2 weken na laatste menstruatie)
DUS in kliniek is het een foetus bij 10 weken
Wanneer is het een embryo en waneer een foetus?
Embryo: tot en met week 8
Foetus: vanaf week 8
Hoe groot is een embryo?
0,1-10 mm –> week 1 tm 8
wat gebeurt er in week 1?
Eicel tot blastocyst
- 30h na bevruchting: bestaat de vrucht uit 2 cellen met een ZP
- dan starten klievingsdelingen (GEEN groei in volume)
- Na 3 dg: 16-cellig, blaasvormige morula
- Na dag 4-5: blastocyt
waaruit bestaat een blastocyst?
- Buitenlaag = trofoblast
Dit bestaat uit:
a) syncytiotrofoblast
b) cytotrofoblast
Belangrijk voor interactie tussen maternale weefsel (endometrium) en embryo –> voorkomen afstoting
–> VOORAl a (kruipt een beetje endometrium in) - Inner cell mass = embryoblast –> hieruit
a) embryo
b) extra-embryonale vliezen
Wat kan er fout gaan in de eerste week?
- Vast blijven zitten in tuba
- Nestelen in tuba
- Valt uit tuba en verkeerde kant –> nestelen in buikholte (EUG) = ectopische ZS
wat gebeurt er in week 2?
- blastocyst ontdoet zich van de ZP
- Innesteling
Aanleg extra-embryonale structuren/vliezen:
1. Dooierzak: voortzetting blastocyst holte (die bekleed wordt) = extra-embryonale darm –> vormt later maag-darm stelsel embryo
2. Amnionholte = extra-embryonale huid –> grenst aan buitenkant embryo (huid vormen)
3. Chorionholte = extra-embryonaal mesoderm –> hieruit navelstreng, placenta en extra-embryonaal coeloom
- Aanleg 2-lagige kiemschijf
a) ectoderm: primitieve ectoderm = epiblast
b) Endoderm: primitieve endoderm noemen we ook wel hypoblast
wat is het hoofddoel van week 2?
Aanleg van extra-embryonale vliezen en structuren
waarmee is de allantois verbonden?
Dooierzak
wat zal er uit de allantois komen?
Uitwendige blaas en cloaca
Bloedvaten (navelstreng) voor uitwisseling gassen en afvalstoffen in de vroege ZS
–> Is een buisuitstulping van de einddarm
+ urachus: buis waarmee blaas met navelstreng wordt verbonden (wordt later lig umbilica mediamum)
Waarmee is de dooierzak continu?
De primitieve dooierzak is continu met de hypoblast
Wat gebeurt er met de drie belangrijke holtes?
- Dooierzak verdwijnt rond week 8-9 (niet meer zichtbaar in foetale periode)
- Amnionholte vormt de ruimte rond de foetus gevuld met vruchtwater
- Chorionholte verdwijnt want wordt dichtgedrukt door amnionholte
Wat is vooral belangrijk bij echo’s in de vroege ZS?
De extra-embryonale vliezen