HC1 Introductie Flashcards

1
Q

Basishouding van psychodiagnostiek
- Carl Rogers

A

Het basisprincipe is zelfactualisering (Carl Rogers’ principe)
–> Bepaalde conditionele voorwaarden zijn nodig om zelfactualisering te leren
- Therapeutische relatie schept die condities voor cliënten (sterkten, moeilijkheden en oplossingen exploreren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Valkuil van therapeut in zelfactualisatie

A

De hulpverlener faciliteert en de cliënt kan zo exploreren
- Valkuil: iets willen doen, dat hoeft niet altijd (laat zelf exploreren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3 essentiële condities voor groei binnen een relatie

A
  • onvoorwaardelijke positieve waardering
  • echtheid
  • empathie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is onvoorwaardelijke positieve waardering

A

Cliënt appreciëren als een persoon met waarde en waardigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kun je onvoorwaardelijke positieve waardering tonen

A
  • betrokkenheid tonen
  • inspanning doen om te begrijpen
  • onvoorwaardelijke aanvaarding
  • warmte uitdrukken en nabijheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Betrokkenheid tonen
- onvoorwaardelijke positieve waardering

A

Bijv. op tijd zijn op afspraak, tijd vrijmaken voor cliënt, privacy voor cliënt reserveren, vertrouwen respecteren
- Barrièrs: gebrek aan tijd en gebrek aan zorg/bezorgdheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Inspanning doen om cliënt te begrijpen
- onvoorwaardelijke positieve waardering

A

Empathie, vragen stellen en interesse tonen (bijv. bij postnatele depressie en opname)
- Actief luisteren is belangrijk medium: parafraseren en reflecteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Onvoorwaardelijke aanvaarding
- onvoorwaardelijke positieve waardering

A
  • Attituded hulpverlener om gedachten/gevoelens cliënt niet af te keuren
  • NIET onvoorwaardelijk goedkeuren, WEL gezichtspunt (intenties) van cliënt ernstig nemen (bijv. overbeschermende ouder)
  • ga uit van de goede wil van de cliënt
  • hulpverlener moet (covert) gedachten/gevoelens rond cliënt bij zichzelf nagaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Voorbeeld van een aanvaarding gesprek

A
  • Client: ‘ik zeg wat er in me opkomt, wanneer ik dat wil. Als anderen dat niet prettig vinden, is dat hun probleem’
  • HV niet: oordelen  ‘hoe kun je verwachten dat andere mensen met je opschieten als je er zo’n egocentrische filosofie op nahoudt’
  • HV wel: doorvragen om het beter te begrijpen en zonder oordeel  ‘jezelf zijn is een prioriteit voor jou en daar hoort bij dat je geen blad voor de mond neemt’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Warmte uitdrukken en nabijheid
- onvoorwaardelijke positieve waardering

A
  • reduceert onpersoonlijk karakter
  • reflecteren op gedachte, gevoel, gedrag van hulpverlener of cliënt of de relatie
  • nabijheid bruikbaar bij overdracht en tegenoverdracht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Beschrijven wat er in een sessie afspeelt

A
  • twijfel bij cliënt
  • vijandigheid, irritatie, boosheid
  • aantrekking
  • vastzitten, gebrek aan richting
  • spanning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Betekenis van echtheid in een relatie

A

Hulpverlener is zichzelf zonder een rol te spelen
- refereert naar mens zijn en samenwerken met cliënt vs. training om professioneel te zijn
- maakt emotionele afstand t.a.v. cliént kleiner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Belangrijke facetten bij echtheid

A
  • Rolgedrag
  • Congruentie
  • Spontaniteit
  • Openheid en zelfonthulling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Rolgedrag
- facet van echtheid

A

Geen klemtoon op jouw rol, autoriteit en status

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Congruentie
- facet van echtheid

A

Woorden, gedrag en gevoelens van hulpverlener zijn consistent
- inhoud vs betrekkingsniveau (wantrouwen bij detectie van incongruentie)
- erkennen van negatieve/positieve gevoelens in sessie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Spontantiteit
- facet van echtheid

A
  • Niet elke gedachte die bij je opkomt ongecontroleerd verwoorden
  • wel: op natuurlijke wijze uitdrukken en toch tactvol omgaan met cliënt
17
Q

Openheid en zelfonthulling
- facet van echtheid

A
  • Vaardigheid om open te zijn over zelf t.a.v. client (verbaal en non-verbaal)
  • capaciteit client om iets uit zelfonthulling te halen
  • parallel aan gevoelens client (qua inhoud en intensiteit)
  • waar begin en einde (regels?)
18
Q

Empathie

A

Mogelijkheid om iemand te begrijpen vanuit zijn/haar belevingswereld en laten merken dat je begrijpt wat er in hem/haar omgaat
- sta je open voor je client? Eigen kwetsbaarheden/persoonlijkheid, voorkeuren en omstandigheden

19
Q

Verbaal communiceren
- hoe?

A

Vragen stellen vanuit belevingswereld, praat over wat belangrijk is en refereen aan de gevoelens van de client

20
Q

Non-verbaal communiceren
- Hoe?

A

Oogcontact, naar voren leunen, naar cliënt kijken en open arm positie

21
Q

Belangrijke noodzakelijke facetten bij empathie

A
  • intrapersoonlijke beleving door hulpverlener
  • communicatie door hulpverlener
  • receptie door client
    –> Monitor reactie van client op jouw empathische toenadering en stem jouw reacties af op proces client (bijv. moeite met verbinding
22
Q

Algemene klinische vaardigheden

A
  • niet-selectieve luistervaardigheden
  • selectieve luistervaardigheden
  • regulerende vaardigheden
  • nuancerende vaardigheden
23
Q

Niet-selectieve luistervaardigheden

A

Doel is om client ruimte te geven om verhaal te vertellen –> actief luisteren
- non-verbaal gedag
- verbaal volgen
-gebruik maken van stiltes (waarom ontstaan deze en hoe te gebruiken)

24
Q

Selectieve luistervaardigheden

A

Doel is om client ruimte te geven om verhaal te vertellen –> actief luisteren, maar naar een bepaald punt toe
- vragen stellen
- parafraseren
- reflecteren
- concretiseren
- samenvatten

25
Q

Regulerende vaardigheden

A

Doel is om ervoor te zorgen dat er een duidelijke gang van zaken is
- open gesprek en begincontact
- terugkoppeling naar doelen
- situatie verduidelijken
- hardop denken
- afsluiten van het gesprek

26
Q

Nuancerende vaardigheden

A

Doel is om ervoor te zorgen dat er een duidelijke gang van zaken is
- interpreteren
- confronteren
- positief heretiketteren
- informatie geven

27
Q

Relatie zorgverlener en client
- competenties van GGZ behandelaren

A
  • helder communiceren
  • goed luisteren
  • niet oordelen
  • clienten met respect benaderen
  • oprecht betrokken zijn
  • de client als mens zien, niet als ziekte