HC supportive care Flashcards
Welke 3 risico’s bij oxaliplatin?
acute laryngeofaringeale dysthesie,
allergische reactie,
extravasatie (warmte om te verdunnen)
Wat zijn algemene bijwerkingen van hormonale therapie?
infertiliteit, opvliegers, borstontwikkeling, botontkalking
Welke veelvoorkomende bijwerkingen?
alopecia, moeheid, gastro intestinale toxiciteit, misselijkheid
Hoe ontstaan beenmergsuppressie en bij welke therapie? Wat zijn de symptomen?
antimetabolieten, alkylerende middelen.
Na 1 -2 weken chemotherapie ontstaat een dip in bloedcellen. Na 3 weken herstelt het weer.
Symptomen: bleekheid, moeheid, blauwe plekken, bloedingen, snel kortademig, infecties.
Benoem de pathway stamcel tot T-cellen en die van stamcel naar neutrofielen, eosinofielen etc.
Vanuit de stamcel groeien myeloiden en lymfoiden
Myeloiden –> MEP en GMP
Myeloiden –> basofielen, eosinofielen
MEP–> erythrocytes en trombocyten
GMP –> macrofagen, neutrofielen
Wat zijn granulocyten:
basofielen en eosinofielen en neutrofielen
Waar is neutropenie een bijwerking van? En welke behandeling is geïndiceerd en waarom?
taxanen en topo isomerase remmers waaronder etoposide
Koloniestimulerende factoren : GCSF: Lipegfilgrastim, filgrastim, pegfilgrastim
Wat doen G-CSF? en bij welke chemotherapie is het nodig als supportieve care?
Na hoeveel uur moet het gegeven worden en waarom?
bij taxanen (ivm neutropenie): GSCF: verhoogt neutrofielen productie, verhoogt de overleving, adhesie en fagocytose, stimuleert mobilisatie naar het bloed van voorlopercellen
na 24-72 uur omdat het beenmerg dan regeneratief is en de behandeling dan effectief is. Het beenmerg moet zich eerst goed herstellen voordat het immuuncellen kan aanmaken + om verergering van myelotoxiciteit door te vroege toediening te voorkomen
Waardoor ontstaat anemie? en wat doet men dan?
ontstaat door beenmergsuppressie
Behandeling: door bloedtransfusie, erytropoetische groeifactoren
Deze zorgen voor de groei en differentiatie erytroblasten–> erytrocyten
Geringe mate: stimulatie megakaryocytaire voorloper trombocyten
Toepassing: bij anemie o.a. door nierinsufficiëntie (ivm epo productie in de nieren) & (chemotherapie) & MDS
Bij chemotherapie pas als mensen uitbehandeld zijn
Wat zijn overige bloedgroeifactoren dan EPO
TPO (trombopoetine receptoragonist): romiplastin: deze stimuleert trombocyten productie
Plerixafor: is geen bloedgroeifactor maar zorgt voor toename leukocyten , stimuleert mobilisatie stamcellen naar perifeer bloed?
Welke behandeling bij Gram negatieve infectie?
colistine
cotrimoxaxol
ciprofloxacine
Welke behandeling gram positieve infectie?
vancomycine, penicilline, claritromycine, cefazoline
Wat zijn nadelen van GnRH agonisten? en welke supportieve middelen worden gegeven om de bijwerkingen te overzien?
Hormoontherapie met GnRH agonisten kunnen tijdelijke tumoractivatie geven (stimuleren de hypofyse). Hierbij anti androgeen geven zoals bicalutamide.
Bij verlaging botdichtheid (kans op fracturen neemt toe) –> calcium suppletie
Indien botontkalking
Preventie: calcium, vitD, dexascan
Behandeling:
1. bisfosfonaten of
2. denosumab (bindt aan RankL en remt vorming osteoclast –> rebound bij denosumab!!! daarom meteen staken met bisfosfonaten)
2; reversibele infertiliteit
Het risico op fracturen is wegens de ziekte al verhoogd
Welke hormonale behandeling geeft meest risico op botontkalking?
Anti-oestrogenen –> Anti-androgenen –> aromataseremmers –> GnRH agonisten
Bij welke behandeling ontstaat alopecia?
Wat is het ?
Welke behandeling?
cytostatica antibioticum, topo etoposide, ifosfamide, taxanen
Door chemo effect op de mitose: versmalling van haarschacht–> haar breekt af.
Preventie door hoofdhuidkoeling –> vasoconstrictie en verlaging van celmetabolisme –> minder explosie van haarfollikel aan chemo –> is 50% succes
Wat is supportieve care/ preventieve medicatie bij allergische reactie?
Desensitisatie of
behandelen met corticosteroïden dexametason, antihistaminicum clementine iv of cetirizine oraal