HC 8 - Boek HS 13/14 Flashcards

1
Q

wat is het verschil tussen nomoethisch en idiografisch onderzoek?

waaronder valt single case onderzoek?

A

nomoethisch: bestuderen van gemiddeld gedrag van groepen
idiografisch: bestuderen van gedrag van een individu

> case studie is idiografisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is het verschil

singe case studie

vs

single case experiment

A

single case studie:

> uitputtende beschrijving

> natuurlijke context

single case experiment:

> manipulatie

> gecontroleerde setting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

4 mogelijke problemen van single case studies

A
  1. generaliseerbaarheid - kan wel door replicatie gecontroleerd worden
  2. ongecontroleerd - maar je kan wel controles gebruiken
  3. alleen exploratief - klopt niet, kan ook verklaren
  4. tijdrovend - experimenten ook
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

valide dataverzameling in single case studies:

4 criteria

A
  1. objectiviteit - gebruik formele responsvariabelen
  2. gebruik meerdere responsvariabelen
  3. gebruik meerdere metingen per variabele
  4. geruik veel metingen

> wel opletten: reactiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

replicatie van case studies: wat voor cases kiezen?

A

cases mogelijk verschillend van elkaar

> heterogeniteit

> zo kan je boundary conditions bepalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

validiteit van single case studies: 4 impact criteria

A

meer evidentie voor effectief treatment bij

  1. groot effect dan bij een klein effect
  2. onmiddelijk effect dan bij vertraagd effect
  3. aanhoudend effect dan bij kortdurend effect
  4. chronisch probleem dan bij acuut probleem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

validiteit van single case studies: 3 treatment criteria

A
  1. manipulatie is beter dan observatie
  2. standardisatie van treatments
  3. controle over treatments
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat betekent “unit of analysis”?

A

waar je naar kijkt: gedrag van een persoon of van een groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

single case experiments: hoe werken

ABA

AB

ABCB

studies?

A

ABA: reversal design

> baseline, treatment, baseline

AB: als reversal niet ethisch

> basline, treatment

ABCB: met controle conditie

> baseline, treatment, controle, treatment

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

single case experiments: waarom multiple baseline design gebruiken? hoe?

A

multiple baselines gebruiken om te controleren voor history effecten

> meerdere responsvariabelen die niet gecorreleerd zijn

> begin treatment op verschillende momenten

> across settings / across participants

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

single case studies: hoe werkt simultaneous treatment design? hoe wordt het ook genoemd?

waarvoor controleert het?

wat zijn problemen?

A

simultaneous treatment design: alternating treatment designs

> gebruik meerdere behandelingen (en baseline) in een experiment

> counterbalancing van condities

> controleert voor history en rijping

problemen:

> condities mogen geen carryover effecten hebben

> geen reactiviteit, participanten mogen wissel in manipulatie niet doorhebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

single case experiment: changing criterion design

wanneer gebruiken?

waarvoor controleert het?

problemen?

A

changing criterion design: effectiviteit van treatment aan criteria meten die steeds moeilijker worden

> gebruiken als je een graduele verandering verwacht

> controleert voor history

> lastig confounds uit te sluiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

single case experiment:

2 kenmerken van een goede baseline

A

een goede baseline conditie heeft:

  1. geen lineaire trends

> stijgt of daalt niet, anders slechte proefpersoon

  1. weinig spreiding

> niet statistisch bepalen, maar op het oog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

interpretatie van kwalitiatieve data:

> pattern matching

vs

> explanation building

wat zijn problemen bij het interpreteren van kwalitiatieve data?

A

pattern matching:

> aan hand van theorie hypothese formuleren

> data verzamelen en met hypothese vergelijken

explanation building:

> verzamelde data bestuderen om hypothesen te formuleren

problemen: subjectiviteit

> let op bias en alternatieve verklaringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is content analyse?

A

content analyse: analyse van bestaande teksten

> zeer naturalistisch

> geen manipulatie

> kwalitatief maar ook kwantitatief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

content analysis:

ontwikkelen van hypothese: 3 factoren

A
  1. bron of inhoud bericht
  2. relatie met ontvanger
  3. relatie met schrijver
17
Q

wat is een coding scheme?

A

het ontwikkelen van een meetstrategie bij een content analyse

> categorieen om inhoud van tekst in te delen

> kan manifest (gedrag) of latent (interpretatie) zijn

> vastleggen unit of analysis (woord, zin, alinea)

18
Q

ontwikkelen coding scheme: breed vs smalle codering

> wat gebruiken?

A

het best een hierarchische codering gebruiken met zowel smalle als breede codering

19
Q

3 algemene regels voor het ontwikkelen van een coding scheme

A
  1. ondubbelzinnig
  2. elk gedrag in een categorie
  3. weinig in “ anderzins”
20
Q

content analysis: availiability based vs exposure based

A

availiability: onderzoekspopulatie bestaat uit iedereen die het zou kunnen zien
exposure: onderzoekspopulatie bestaat uit iedereen die het heeft gezien

21
Q

wat is census sampling?

A

census sampling: iedereen uit populatie zit in sample

> wss alleen bij content analysis mogelijk