HC 5 - Boek HS 9/10 Flashcards
3 vereiste kenmerken van een true experiment
- manipulatie verklarende variabele - alleen meten is niet voldoende
- alle andere variabelen constant houden
- deelnemers vergelijkbaar - gelijke persoonskenmerken en gelijk mbt afhankelijke variabele
door gebruik van
> random assignment
> matching
> within subject designs
true experiment:
wat zijn nonspecific treatment effects?
hoe controleren voor placebo effecten?
nonspecific treatment effects: verschillen in condities niet veroorzaakt door manipulatie verklarende variabele
controleren voor placebo: gebruik maken van adequate controle conditie
een goede manipulatie heeft:
(4)
- construct validiteit - heeft de manipulatie het gewenste effect?
- betrouwbaarheid - constant
- opvallendheid (salience) - participant moet manipulatie herkennen
- voldoende kracht (strength) - condities moeten genoeg verschillen om een effect te hebben
2 factoren belangrijk om juiste kracht van manipulatie te bepalen
wanneer uitzondering?
- manipulatie moet realistisch zijn (niet te extreem), anders
> nemen participanten het onderzoek niet serieus
> resultaten niet generaliseerbaar buiten het lab
- manipulatie moet ethisch verantwoord zijn
uitzondering: relatie tussen afhankelijke en onafhankelijke variabele U-shaped
> extreme waardes vergelijken met gemiddelde waardes
hoe constructvaliditeit van manipulatie testen?
2 manieren
door een manipulatie check
- post experiment interview - aan proefpersonen vragen of manipulatie gewerkt heeft
- opmeten met responsvariabele
> beide technieken kunnen ook samen gebruikt worden
wat als manipulatiecheck negatief?
> 4 opties
manipulatie is
- niet valide
- te zwak
- te onopvallend
- manipulatiecheck niet valide
3 soorten variantie
- treatment variantie
- error variantie
- extraneous variance
> variantie niet door treatment en niet door error, maar door ongewenste verschillen
hoe controleren voor de effecten van variantie door verschillen in proefpersonen?
gebruik maken van een geschikt design:
> between subject design
> within subject design
between subject design heet ook?
within subject design heet ook?
between subject: independent groups
within subject: repeated measures
hoe bij between subject design extraneous variance klein houden?
door random aan groepen toewijzen
- simple random
- quasi random
> 1 persoon die binnenloopt treatment, 2de control etc
> boek: niet gebruiken, niet random!
- matched random assignment
matched random assignment:
> hoe?
> voor en nadelen
matched random assignment:
> proefpersonen op bepaalde kenmerk meten en vervolgens in tweetallen van boven verdelen op groepen - gemiddelde kenmerk tussen groepen ongeveer gelijk
> voordeel: meer controle over controlevariabelen dan bij simple random
> nadeel: kosten, duurt lang
wat zijn de voor en nadelen van het within subject design?
voor:
> geen persoonsverschillen tussen groepen
> minder onerklaarde variantie
> minder deelnemers nodig
na:
> volgorde effecten
4 volgorde effecten
- oefening
- vermoeidheid
- carryover effecten
- reactiviteit - sensitization
3 manieren om voor volgorde effecten te controleren
- counterbalancing
> elke conditie in elke positie en elke volgorde
> meer dan 3 condities worden te veel volgordes - gebruik maken van partial counterbalancing
- latijns vierkant
> elke conditie in elke positie, zelfde volgorde
- gebalanceerd latijns vierkant
> elke positie in elke volgorde
wat kan je concluderen uit een ANOVA?
welke 2 aanvullende toetsen?
significante F waarde: minimaal een paar condities verschillen van elkaar, maar je weet niet welke
aanvullende toetsen:
- post hoc analyses - groepen direct vergelijken
- a priori contrasts - als je een specifieke hypothese hebt