HC 4 - Boek HS 3/8 Flashcards
wat is externe validiteit?
> 2 categorieen generaliseerbaarheid
externe validiteit: de context waarin resultaten van toepassing zijn
- generaliseerbaar “across”
> generaliseerbaar naar andere setting/populatie/tijd
> bepaalt boundary conditions
- generaliseerbaar “to”
> generaliseerbaar naar een bepaalde populatie bv. patienten
> ecologische validiteit - in hoeverre klopt het onderzoekssetting overeen met het natuurlijke setting waarin resultaten toegepast worden
externe validiteit:
> onderdelen generaliseerbaarheid
generaliseerbaarheid:
> structurele component - welk methoden zijn gebruikt? vindt een andere onderzoek met andere methoden dezelfde resultaten?
externe validiteit:
> onderdelen ecologische validiteit (3)
ecologische validiteit:
- structurele component - kunnen onderzoeksresultaten gerepliceerd worden in een natuurlijke setting
- functionele component - psychologische processen in onderzoek en natuurlijke setting hetzelfde?
- conceptuele component - zijn de in het onderzoek behandelde problemen ook relevant in het natuurlijke setting
externe validiteit:
structurele component gaat over?
functionele component gaat over?
conceptuele component gaat over?
structureel: methode
functioneel: psychologische processen
conceptueel: onderzoeksvraag
externe validiteit: structurele component
> invloeden van het setting? oplossing?
> wanneer goede ecologische validiteit?
invloeden van het setting:
> fysieke setting - fysieke omgeving van invloed op gedrag van participant
> sociale setting - proefleider en coparticipanten van invloed op uitkomsten
> oplossing: observatie in natuurlijke setting, evtl misleiding
ecologische validteit:
> onderzoek uitvoeren in een natuurlijke setting
externe validiteit: structurele component
> welke types samples negatief invloed op externe validitet?
invloed van sampling:
> convenience sample - mensen kiezen omdat ze beschikbaar zijn ipv omdat ze representatief zijn
> restricted sample - steekproef bestaande uit één categorie mensen
> vrijwilligers - verschillen van niet-vrijwilligers
> interactie tusssen persoonlijkheid en situatie
externe validiteit: structurele component
> hoe steekproef trekken voor een goede ecologische validiteit?
goede ecologische validiteit:
> gewenste populatie niet altijd beschikbaar - personen uit beschikbare populatie selecteren naar kenmerken die op doelpopulatie lijken
> goede debriefing, begrip/percepties van de proefpersonen vergelijken met doelpopulatie
externe validiteit: structurele component
> invloeden van procedure
invloeden van procedure:
> mogelijk artificieel - bv responsen beperken tot een 5 punts schaal
> operationele definitie kan het theoretisch construct nooit 100% afdekken
> als niet de hele range van de onafhankelijke variabele gebruikt worden evtl. lage validiteit
externe validiteit: structurele component
> invloeden van tijd
invloeden van tijd:
> time sampling
- cyclisch gedrag, zoals seizoenen ivm met ongevallen
- tijd voor effect manipulatie
> changes over time - normen, cultuur, aantrekkelijkheid
externe validiteit:
chronische vs acute manipulatie?
> invloed op conceptuele/functionele validiteit?
conclusie?
chronische vs acute manipulatie
> functioneel: psychologische processen veroorzaakt door chronische manipulatie wss niet gelijk aan processen door acute manipulatie
> conceptueel: chronische manipulatie kan wss niet door hetzelfde construct gemeten worden als acute manipulatie
conclusie: de verschillende aspecten van externe validiteit zijn deels van elkaar afhankelijk
wat zijn de
3 algemenische ethische principen
en hoe vind je deze terug in wetenschappelijk onderzoek?
- respect
> voluntary participation
> informed consent
> freedom to withdraw
> confidentiality of data
- beneficence (weldadigheid)
> risk benefit analysis
> avoidance of harm
> confidentiality of data
- justice
> voluntary participation
> informed consent
welke 4 soorten onderzoek moeten niet worden gecontroleerd door een IRB?
uitzonderingen zijn:
- onderzoek met normale opleidingsmethoden
- groepsobservatie zonder identificatie en risico
- archief en literatuuronderzoek
- smaaktesten zonder additieven (of additieven goedgekeurt door de een of andere kutboard)
aan welke 4 aspecten van ethiek moet een onderzoeker aandacht besteden
- risk of harm deprivation
> fysiek/psychologisch/economisch/sociaal
> niet meer dan in dagelijks leven
2.deprivation as risk
> iemand therapie of interventie onthouden
> gebruik van risk benefit analysis / bestaande wachtlijsten
- voluntary participation
> keuze om mee te doen/te stoppen
- informed consent
wat gebeurt er als een proefpersoon niet in staat is om informed consent te geven?
wanneer uitzondering?
2 stappen:
- ouder / legal guardian geeft informed consent
- proefpersoon geeft affirmative assent: proefpersoon moet toestemmen om mee te doen (in welke vorm dan ook)
uitzondering van 2:
> proefpersoon is niet in staat om toe te stemmen (bv babys)
> onderzoek heeft een positief effect op het welzijn van de proefpersoon
verschil actieve vs passieve misleiding
actief: actief onjuiste informatie geven
passief: informatie achterhouden of iemand stiekem observeren