HC 5 stemmingsstoornissen en borderline stoornis Flashcards

1
Q

Welke factoren dragen bij voor het ontstaan van stemmingsstoornissen?

A
  • erfelijk compenent: kwetsbaarheid als iemand in de familie het heeft gehad.
  • Omgevingsfactoren: negatieve gezinskenmerken, trauma’s in de kindertijd en traumas op latere leeftijd minder veerkracht.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke gevolgen hebben stemmingstoornissen voor kleuter leeftijd?

A

Kleuters praten er niet over en somatiseren gevoelens (lichamelijke klachten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke gevolgen hebben stemmingstoornissen in de basisschool leeftijd?

A

Kinderen in de basisschoolleeftijd hebben vaker driftbuien en last van angstern

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke gevolgen hebben stemmingstoornissen in de Adolecentie ?

A

Adolecenten hebben vaak last van slaap- en eet problemen. hebben ook vaker suïcidale gedachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke gevolgen hebben stemmingstoornissen voor een gezin?

A
  • Gezin heeft het zwaar door machteloosheid
  • is een beetje besmettelijk iedereen voelt het effect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke interventies kun je inzetten bij een stemmingsstoornis?

A
  • psycho educatie
  • verwijzen naar GGZ : CGT, medicatie
  • Behouden va dagstuctuur
  • Kleine haalbare activitietn
  • Succeservaringen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer spreken we van een persoonlijkheidsstoornis?

A
  • als de stoornis een deel van je karakter is;
  • je ervaart problemen in contact met omgeving
  • Er is geen flexibele patroon om te kunnen schakelen tussen hun emotie en hun stemming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wanneer spreken we van een cluster A persoonlijkheidsstoornis?

A

Bij een Cluster A persoonlijkheidstoornis is er sprake van vreems en excentriek gedrag:

  • geïsoleerd leven, weinig sociale contacten
  • schizoïde: emotioneel kil, geen behoefte aan sociale contacten
  • schizotypisch: excentriek uiterlijk wat wil zeggen dat ze heel onsamenhangende verhalen kunnen vertellen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wanneer spreken we van een cluster B persoonlijkheidsstoornis?

A

Bij een Cluster B persoonlijkheidstoornis is er sprake van Dramatisch, emotioneel, impulsief gedrag.

  • Antisociaal: hebben weinig respecct voor de rechten van anderen
  • Borderline: instabiele relaties, zelfbeeld en smemming
  • **histrionisch: **buitensporige emotioneel, sterke behoefte aan aandacht
  • Narcisistisch: Gevoelens van grandiociteit en een sterke behoefte aan bewondering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer spreken we van Cluster C Persoonlijkheidsstoornis?

A

Bij een Cluster C persoonlijkheidsstoornis is een persoon: Gespannen en ansgtig

  • Vermijdend, Afhankelijk, Dwangmatig bij mensen waar ze aan gehecht zijn
  • ze hebben behoefte aan perfectie/dwangmatigheid
  • Ze hebben last van sociaal vermijden maar in vergelijking tot Cluster A en B kunnen ze wel functioneren.

*

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe wordt de diagnose voor een persoonlijkheidsstoornis gesteld?

A

Het stellen van een diagnose verloopt in fases:

  • Fase 1: psychiatrische en psychologisch onderzoek vanuit de huisarts wordt iemand doorverwezen. Dan wordt regulier onderzoek verricht waarbij wordt gekeken naar de algemene ontwikkeling en welke gedragingen dan opvallen.
  • Fase 2: brede screening d.m.v. DSM5 criterium. kijken naar Cluster A, B, C
  • Fase 3: verdiepende diagnostiek vragenlijst en (semi)gestructureerde interviews. die passen bij een cluster
  • Fase 4: Beschikbare informatie integreren om tot een indicatiestelling te komen die moet goed gedaan worden omdat het lastig is te diagnosticeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke factoren liggen te tengrondslag aan het onstaan van Borderline persoonlijkheidstoornis?

A

Biologische factoren: een bepaalde kwetsbaarheid vanuit de genen
Psychische en sociale factoren: Lichamelijke verwaarlozing, mishandeling, seksueel misbruik, scheiding van de ouder en emotionele verwaarlozing,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke gevolgen heeft Borderline persoonlijkheidsstoornis op de ontwikkeling van een jeudgige?

A
  • Impulsiviteit
  • Stemmingswisselingen
  • Zwart-wit denken
  • Extreme verlatingsangst
  • Zelfbeschadeging
  • Identiteitsproblemen
  • Dissociatieve verschijnselen
  • Psychotische verschijnselen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke gevolgen heeft Borderline persoonlijkheidsstoornis op het opvoedproces van een jeudgige?

A
  • Onmacht en schuld gevoelens op ouders
  • Moeite met het verdelen van aandacht met brusjes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke interventies kun je inzetten bij borderline persoonlijkheidsstoornis?

A

Psychotherapeutische interventies:

  • Dialectische Gedrags Therapie (DGT): Adolecenten impulsiviteit
  • Mrntaliseren Bevorderen Theorie MBT: adolecenten
  • Emotie regulatie training
  • psycho educatie

Medicamenteuze behandelingen

Als pedagoog
* ventilatie, validatie, reality testing
* Betrek de ouders bij het proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly