HC 2 delinquent gedrag, jeugdcriminaliteit en jeugdstrafrecht Flashcards

1
Q

Beschrijft wanneer er sprake is van delinquent gedrag en jeugdcriminaliteit.

A

Delinquent gedrag: is een term die je gebruikt bij gedrag wat veroordeeld wordt door de justistie.

Jeugdcriminaliteit: delinquent gedrag bij jeugdigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke factoren kunnen ten grondslag liggen aan delinquent gedrag en jeugdcriminaliteit.

A

Er zijn risicofactoren die het onstaan van Deliquent gedrag kunnen voorspellen:
* Kindfactoren: Impulsiviteit, agressie, empathie (ASS), psychiatrie
* Ouderfactoren: mate van toezicht die een ouder heeft; morele opvattingen, psychische- of verslavingsproblematiek; houding tot autoriteit, prenatale invloeden (1000 dagen).
* Omgevingsfactoren: sociaal economische status, armoede, buurt, drugs,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de mogelijke gevolgen van delinquent gedrag op de ontwikkeling van een jeugdigen en het opvoedproces van ouders.

A

Delinquent gedrag heeft gevolgen op 3 milieus:
* Het gezinsfunctioneren: Ouder-kind relatie; hoe de gezinsbegeleiding is na en tijdens het verblijf justitiële jeugd instelling
* Peers: de jeugdige moet instaat zijn afstand te nemen slechte vriendschappen, criminele kringen; in zijn grondhuding kunnen veranderen.
* Werk en inkomen: jongeren hebben schulden, zorgverzekering moet betaald worden na 18 jaar, scholing studeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke interventies kunnen worden ingezet bij jeugdigen met delinquent gedrag.

A
  • Traumaverwerking
  • Slachtofferhulp
  • Omdenken
  • Slachtoffer bemiddeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat kunnen beschermende factoren zijn bij deliquent gedrag?

A
  • Schoolsucces: omdat dit deuren opend en werkt motiverend.
  • Ouderlijk toezicht: ouders hebben het eerder door als kinderen met verkeerde vrienden omgaan.
  • Prociaal netwerk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

in welke opzichte verschilt het Jeugdstrafrecht van volwassenstrafrecht?

A

Het Jeugdstrafrecht heeft een pedagogisch karakter en is toepasbaar bij kinderen van 12 tot 18 jaar.
Het doel:
1. het slachtofferperspectief: Doet de starf wel recht aan de slachtoffer?
2. Daderperspectief: (Rehabilitatie) De dader moet ervan leren worden om te voorkomen dat het deliquente gedrag zich herhaalt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe ziet het Jeugdstrafrechtproces uit.

A
  1. Opsporen (door de politie)
  2. Vervolg
  3. Berecht
  4. Uitvoeren straf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Beschrijft welke maatregelen en straffen er opgelegd kunnen worden aan jeugdigen.

A

Er kunnen verschillende straffen/maatregelen die bij Jeugdstrafrecht kunnen worden opgelegd .

Sepot:
* Een transactioneelvoorstel (shadevergoeding) of Bureau Halt.
* door de Politie of OM
* Voorwaardelijk

Schorsing(van een straf of voorarrest)
* onder bepaalde voorwaarden of tijdelijk
* Door de politie of OM

straffen
* Vrijheidsbenemend (gevangenisstraf)
* Vrijheidsbelemerend (enkelband)
* Boete (max 4000)
* eliktronische toezicht, contact verbo, gebiedsverbod
* Taakstraf
* Jeugdreclassering
* Ontneming of ontzegging van goederen, rijbewijs
* Jeuddetentie (12-16 jaar: max. 1 jaar) (17 -18 jaar max. 2 jaar)

Maatregelen
* Plaatsing in jeuginrichting:
* GBM: Gedragsbeïnvloedene maatregelen: opgelegde behandeling bijvoorbeeld afkikken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke interventies kun je inzetten bij bezinnen die te maken hebben met Jeugstrafrecht?

A
  • Systeemische aanpak: MDFT/MST
  • Multidimentioneel: Op alle leefgebieden, alle ricios en beschermende factoren
  • Individuele behandeling zoals de WAAG
  • Residentiële behandeling: Youturn, groepsbehandeling, coping peergroup
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly