HC 3: Beslissen en onderbouwen (opvoedingsondersteuning) Flashcards

1
Q

Omschrijft welke bronnen je als professional gebruikt bij het nemen van beslissingen.

A
  1. Moreel: wat is het goede?
  2. Theoretisch:op welke kennis (over wat werkt) baseer ik mij?
  3. Methodisch: volgens welke systematiek werk ik?
  4. Maatschappelijk: wat is maatschappelijk acceptabel?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het NJI maakt onderscheid in 4 niveaus van erkenning binnen effective interventies welke zijn deze?

A
  1. Goed onderbouwd (theorie)
  2. Eerste aanwijzingen voor effectiviteit
    (observaties)
  3. Goede aanwijzingen voor effectiviteit
    (quasi experimenteel)
  4. Sterke aanwijzingen voor effectiviteit
    (gerandomiseerd + controlegroep)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bij de professionele afweging van beslissingen kun je 4 bronnen gebruiken leg uit wat hoort bij de theoretische bron.

A

Theoretische bron staat voor kennis die je haalt uit theorie:
* Context-specifieke kennis
* Eigen expertise
* Ervaring van kind en opvoeders
* Algemene kennis
* Evidence based practice
* Practice based evidence

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bij de professionele afweging van beslissingen kun je 4 bronnen gebruiken leg uit wat hoort bij de metodische bron.

A
  • Beroepscode
  • richlijnen jeugdhulp
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bij de professionele afweging van beslissingen kun je 4 bronnen gebruiken leg uit wat hoort bij de maatschappelijk bron.

A

nieuws

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly