HC 4 jeugdigen met een trauma en stress gerelateerde stoornis. Flashcards

1
Q

wanneer is er volgens het DSM-5 sprake van trauma en stressgerelateerde stoornis.

A
  • langer dan 1 maand
  • Herbelevingen
  • vermijnden
  • negatieve gedachten
  • Verhoogde prikkelbaarheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer is er volgens het DSM-5 spraken van PTSS?

A

Ten minste 1 maand aanwezig, beperkt het functioneren

    • Bloodstelling aan een traumatische gebeurtenis;
  • Aanwezigheid van herbelevingen
  • **Vermijden **van prikkels die geassioceerd worden met trauma
  • Negatieve verandringen in gedachten en stemming: geheugenprobelemn negatieve gedachten over zichzelf , gevoelens van schuld of vervreemding
  • Verhoogde prikkelbaarheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke factorenkunnen ten grondslag liggen aan de ontwikkeling van een trauma en stress gerelateerde stoornis.

A
  • **Ernst van het trauma: **
  • Individuele kwetsbaarheid: Een verhoogde kwetsbaarheid voor het
    ontwikkelen van trauma- en stressgerelateerde stoornissen.
  • Gebrek aan sociale steun: Een gebrek aan ondersteuning en steun
    van familie, vrienden na een traumatische gebeurtenis.
  • Aanwezigheid van andere stressoren in het leven van een persoon, zoals problemen op het gebied van werk, relaties of financiën.
  • Ontbreken van effectieve copingmechanismen: Als iemand niet
    beschikt over gezonde copingmechanismen of onvoldoende
    vaardigheden heeft om met stress om te gaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke gevolgen trauma en stress gerelateerde stoornissen mogelijk kunnen hebben op de ontwikkeling van een
jeugdige?

A

Emotionele gevolgen: Emotionele symptomen, zoals angst, depressie, woede,
schaamte en schuldgevoelens.
Gedragsproblemen: Gedragsproblemen, zoals agressie, opstandigheid,
impulsiviteit, hyperactiviteit en destructief gedrag.
Cognitieve problemen: Jeugdigen kunnen moeite hebben met aandacht,
concentratie, geheugen, informatieverwerking.
Sociale gevolgen: Trauma kan invloed hebben op de sociale relaties van
jeugdigen, waardoor ze moeite hebben met het aangaan en onderhouden
van vriendschappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke interventies kunnen ingezet worden bij trauma en stress gerelateerde stoornissen en stemt deze af met
betrokkenen?

A

Psycho-educatie: Het verstrekken van informatie en educatie over trauma en stressgerelateerde
stoornissen aan zowel jeugdigen als ouders.
Traumagerichte therapie: Een vorm van therapie die zich richt op het verwerken van het trauma
en het verminderen van symptomen. Enkele veelgebruikte traumagerichte therapieën zijn:
1. EMDR(Eye Movement Desensitization and Reprocessing): Deze therapie maakt gebruik van
oogbewegingen, geluiden of aanrakingen om de verwerking van het trauma te bevorderen.
2. TF-CBT (Trauma-Focused Cognitive Behavioral Therapy): Deze therapie combineert
elementen van cognitieve gedragstherapie met traumagerichte technieken om jeugdigen te
helpen traumatische ervaringen te verwerken.
3. CPT (Cognitive Processing Therapy): Deze therapie richt zich op het veranderen van negatieve
gedachten en overtuigingen die verband houden met het trauma.
4. Exposuretherapie: Jeugdigen worden stapsgewijs blootgesteld aan de herinneringen die
verband houden met het trauma, zodat ze veilig kunnen leren omgaan met hun
angstreacties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke gevolgen trauma en stress gerelateerde stoornissen mogelijk kunnen hebben op ouderlijk opvoedsproces?

A
  • Stress en overbelasting:
  • Schuldgevoelens en schaamte: Omdat ze hun jeugdige niet hebben
    kunnen beschermen.
  • Veranderingen in opvoedstijl: Overbeschermend worden, moeite
    hebben met grenzen stellen of juist afstandelijkheid tonen.
  • Verminderde ouder-kindrelatie: Minder verbondenheid, conflicten
    communicatieproblemen en gevoelens van onbegrip tussen ouders en
    jeugdige.
  • Eigen psychische problemen: Zelf psychische problemen ontwikkelen als
    gevolg van het trauma van hun jeugdige, zoals angst, depressie of PTSS.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly