HC 4 | Emoties, motivatie en welbevinden Flashcards
Definitie emotie (Peterson)
Een psychologische toestand die gedefinieerd wordt door subjectieve gevoelens, maar ook door karakteristieke patronen van fysiologisch arousal, gedachten en gedragingen
Definitie emotie (Scherer)
Een gecoördineerde, biologie-gebaseerde respons op interne en externe cups die als relevant worden gezien voor het organisme zijn/haar behoeften en doelen
Component: Label
Hoe noem je de emotie?
Component: Appraisal
Evaluatie van een gebeurtenis. Dit bepaald welke emotie de situatie zal oproepen
Component: Fysieke reactie
Fysieke reactie door emotie
Component: Actieneiging
Gedragingen die voortkomen uit emotie
Component: Gezichtsuitdrukkingen
De expressie van het gezicht bij een emotie
Component: Gevoelens
Het zijn meer basisvormen van emoties
Stemming/mood
Diffuus
Globaal
Pervasief
Langdurige emotionele staat
Emoties
Onmiddellijke reactie op een specifiek object/situatie, van korte duur
Affect
Overkoepelde term voor stemming en emoties. Hoe voel je je globaal gezien in het algemeen?
Universele basisemoties (Ekman) (7)
Angst
Woede
Verdriet
Walging
Blijdschap
Minachting
Verrassing
Circumplex model van emoties/affect (Carr)
Twee dimensies van emoties, waarin je alle verschillende emoties kunt indelen
1. Valence > positief of negatief
2. Arousal > hoog of laag
Affectieve bipolariteit (Russell & Barrett)
Eén continuüm waarbij positieve en negatieve emoties twee uitersten waren. Een afname van negatieve emoties zou automatisch een verhoging in positieve emoties betekenen. Je kunt de twee soorten emoties niet tegelijk ervaren en zin dus afhankelijk van elkaar.
Affectieve onafhankelijkheid (Watson en Tellegen)
Tweedimensionale modellen waarbij positieve en negatieve emoties onafhankelijk van elkaar zijn. Een afname in negatieve emoties zorgt niet automatisch voor een toename in positieve emoties. Ook kunnen ze apart van elkaar fluctueren.
Is affectieve afhankelijkheid of onafhankelijkheid waar?
Afhankelijk van verschillende factoren:
- Type emotie die je ervaart
- Tijdsframe waarin je het meet
- Context waarin je je bevindt
- Individuele verschillen
Dynamic model of affect
De relatie tussen positieve en negatieve emoties is er dynamisch en afhankelijk van de context. Zo zijn in situaties van stress emoties meer bipolair en afhankelijk van elkaar.
Emotionele bipolariteit
Er zijn grote verschillen in hoe positieve en negatieve emoties aan elkaar relateert zijn
Positiviteitsratio (Fredrickson)
Wiskundig model welke aangeeft welke ratio van positieve en negatieve emoties je moet ervaren om een hoger welbevinden te ervaren
Actie neigingen (Nico Frijda)
Gedragingen bij bepaalde emoties en het idee dat (negatieve) emoties een functie hebben. Emoties hebben een belangrijke rol in het alarmeren van gevaren. Emoties vernauwen onze aandacht zodat we ons richten op wat op dat moment gaande is.
Broaden and build theory (Fredrickson)
Positieve emoties hebe ook een doel, maar dat is verschillend van negatieve emoties = niet-specifieke actie neigingen.
Niet-specifieke actie neigingen
Positieve emoties verruimen iemands bewustzijn en moedigen aan tot nieuwe, gevarieerde gedachten en handelingen. Niet-specifieke actie neigingen kunnen leiden tot nieuw aanpassingsgedrag waardoor je op lange termijn met persoonlijke bronnen tot je beschikken hebt en je je bevindt in een positieve opwaarste spiraal.
Broaden
Het verbreden van je gedachten en actie repertoire.
Op het moment dat je positieve emoties ervaart zorgt dit voor een grotere cognitieve flexibiliteit en meer openheid voor ervaringen. Je weet beter wat voor gedachten en gedragingen je kan laten zien en er is een toenemen bewustzijn van opties. Flexibiliteit zorgt bovendien voor meer coping strategieën.
Build
Gaat om persoonlijke middelen (sociale steun, vaardigheden en kennis)
Doordat je positieve emoties ervaart en meer mogelijkheden hebt qua gedrag en gedachten kan je bouwen aan langdurige persoonlijke middelen.