HC 2 | Liefde, uitmuntendheid en welbevinden Flashcards

1
Q

Wat creëert aantrekkingskracht (3)?

A
  1. Nabijheid ( > exposure effect)
  2. Fysieke aantrekkingskracht
  3. Wederkerigheid van linking
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat voorspelt relatietevredenheid en stabiliteit (4)?

A
  1. Persoonlijkheid (emotionele stabiliteit, nauwkeurigheid en vriendelijkheid/extraversie)
  2. Communicatie (aparte kaart)
  3. Self-disclosure (eerst dingen over jezelf delen voordat je van iemand anders kunt houden)
  4. Waardering, empathie en nieuwsgierigheid (uiten van waardering naar je partner)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat voorspelt relatietevredenheid en stabiliteit? > Communicatie
Bids for attention

A

Kleine interacties waarin één persoon de ander uitnodigt om te reageren met aandacht, steun of affectie. Is alleen goed voor de relatie als de partner er positief op reageert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat voorspelt relatietevredenheid en stabiliteit? > Communicatie
Kapitalisatie

A

Het delen van positieve gebeurtenissen met anderen > positieve relatie en relatietevredenheid over tijd, maar het hang af van hoe je partner reageert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat voorspelt relatietevredenheid en stabiliteit? > Communicatie
Kapitalisatie > manieren van reageren door partner

A
  1. Passief destructief = negeren, je gaat niet in op wat je partner zegt > negatief
  2. Passief constructief = kort erkennen en wer verdergaan
  3. Actief-constructief = positief > beste reactie
  4. Actief-destructief = negatief erop in gaan > negatief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Demand-withdraw patterns (Gottman)

A

Er bestaan vier negatieve aspecten in een relatie (die kunnen opgelost worden)
1. Kritiek
2. Minachting
3. Verdediging
4. Muur opbouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Versterken van interpersoonlijke relaties (5)

A

Minding = de hechtheid van een relatie wordt bevorderd door aandacht te schenken.
1. Kennen en gekend zijn (je moet elkaar echt willen kennen)
2. Attributies (beoordelingen die we maken over de oorzaken van het gedrag van onze partner)
3. Acceptatie en respect
4. Reciprociteit
5. Continuïteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Definitie uitmuntendheid

A

Het verkrijgen van een uitzonderlijke vaardigheid in een specifiek expertise-gebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Factoren ontwikkeling uitmuntendheid (3)

A
  1. Oefening
  2. Grote basiskennis
  3. Inzet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Passie

A

Een sterke neiging naar een activiteit die iemand leuk vindt en die een centraal kenmerk is van iemands identiteit (betrokken bij bereiken uitmuntendheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Dualistisch model van passie

A
  1. Harmonieuze passie
  2. Obsessieve passie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Dualistisch model van passie
1. Harmonieuze passie

A

Autonoom, vrij gekozen, fit met identiteit, zonder inspanning flow > geassocieerd met hoger welbevinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Dualistisch model van passie
2. Obsessieve passie

A

Het gevoel gecontroleerd te worden, rigide vastberadenheid, conflicten met identiteit > geassocieerd met lager welbevinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Definitie grit

A

Volharding + passie om doelen te behalen. Kernelement voor succes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly