HC 11 Flashcards

1
Q

Value-chain

A

De keten waarin terug te zien is waar waarde wordt toegevoegd aan (de producten van) de organisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waardeketen

A

De verschillende activiteiten die een organisatie intern uitvoert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Value-system

A

Value-chains van verschillende bedrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Procurement

A

Een bepaald bedrag om een product in te kopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Inbound

A

Kosten om spullen in te kopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Benchmarking

A

Er wordt vergeleken hoe verschillende organisaties verschillende waardeketenactiviteiten uitvoeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Resource dependence theory

A

Organisaties zijn afhankelijk van andere organisaties, maar proberen deze afhankelijkheid te beperken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Knowledge-based view

A

Kennis en informatie zijn lastig te delen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verticale integratie

A

Een organisatie neemt een ander deel over zodat er meer zekerheid ontstaat: men integreert een bedrijfstak bij hun bedrijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Outsourcing

A

Afstoten van een activiteit die één niveau hoger of lager in de supply chain van het bedrijf ligt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Horizontale integratie

A

Een onderneming bestaat uit verschillende bedrijfseenheden doen hetzelfde en zijn actief in dezelfde industrie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Offshoring

A

Een bedrijf doet nog steeds dezelfde activiteit, maar dat doen ze in een ander land

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Transaction cost economics

A

Kosten die verbonden zijn aan het gebruik maken van de markt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Asset specificity

A

De transacties gepaard gaan met hele specifieke investeringen die geen waarde hebben buiten de koper-verkopen relatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hold-up probleem

A

Situatie waarbij een transactie niet wordt aangegaan door angst voor opportunistisch gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Diversification

A

Als een bedrijf een andere industrie betreedt dan waar het bedrijf nu inzit

17
Q

Related diversification

A

Diversificatie van producten die wel gerelateerd aan elkaar zijn

18
Q

Unrelated diversification

A

Diversificatie van producten die totaal niet gerelateerd aan elkaar zijn

19
Q

Economics of scope

A

Als het produceren van twee of meer (gerelateerde) goederen samen meer efficiënt is dan deze los van elkaar te produceren