Hartfalen - Medicatie Flashcards

1
Q

Hoe wordt HFpEF behandeld?

A
  • Starten SGLT-2 remmer
  • Bij tekenen van overvulling lisdiuretica –> verminderen wanneer dit beter wordt

Behandel verder conform met CVRM:
* Bij hypertensie: Diuretica, RAAS remmers,
* Cholesterol alleen bij aanduiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe wordt HFrEF behandeld?

A

stap 1:
* Start SGLT-2 remmer
* Start RAAS remmer (ACE-remmer –> bij klachten ARB’s)
* Bij tekenen van overvulling start lisdiureticum

Stap2:
Patiënten die klinisch stabiel zijn voeg een betablokker toe

Stap 3:
* Verhogen dosis RAAS remmer en beta blocker
* Verlagen lisdiureticum als overvullen afgenomen is

Stap 4:
Als klachten blijven aanhouden: aldosteronantagonist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Furosemide

A

Lisdiuretica:

Werkingsmechanisme:
Remmen het Na+/K+/2Cl–cotransport (in het dikke opstijgende deel van Lis van Henle) –> nier kan urine niet meer concentreren

Therapeutisch effect:
* Snel en krachtig diuretisch effect
* Snelle afname van extracellulair volume  daling preload

Bijwerkingen:
Hypovolemie, Hypotensie, Hypo-electrolyten

Evidence alleen symptomatish

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bumetanide

A

Lisdiuretica:

Werkingsmechanisme:
Remmen het Na+/K+/2Cl–cotransport (in het dikke opstijgende deel van Lis van Henle) –> nier kan urine niet meer concentreren

Therapeutisch effect:
* Snel en krachtig diuretisch effect
* Snelle afname van extracellulair volume  daling preload

Bijwerkingen:
Hypovolemie, Hypotensie, Hypo-electrolyten

Evidence alleen symptomatish

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Dapagliflozine

A

SGLT-2 remmer
Werkingsmechanisme:
Remt de Na/glucose cotransporter. Hierdoor wordt de urine minder geconcentreerd en neemt het vochtvolume af

Therapeutisch effect:
* Beschermt nieren (minder druk)
* Verminderd circulerend volume > minder preload en afterload

Bijwerkingen:
Urineweginfecties, hypotensie

Evidence: zowel bij HFrEF als HFpEF minder ziekenhuisopnames

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Empagliflozine

A

SGLT-2 remmer
Werkingsmechanisme:
Remt de Na/glucose cotransporter. Hierdoor wordt de urine minder geconcentreerd en neemt het vochtvolume af

Therapeutisch effect:
* Beschermt nieren (minder druk)
* Verminderd circulerend volume > minder preload en afterload

Bijwerkingen:
Urineweginfecties, hypotensie

Evidence: zowel bij HFrEF als HFpEF minder ziekenhuisopnames

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Enalapril

A

ACE-remmer
Werkingsmechanisme:
Remt ACE in de longen > geen ATII productie > geen vasoconstrictie, aldosteronproductie, ADH productie, remming sympatische activiteit.

Therapeutisch effect:
* Afname van harthypertrofie en hyperplasie van vasculaire gladde spiercellen door remming van de aldosteronsecretie
* Afname van de nabelasting (‘afterload’) van het hart door vasodilatatie

Bijwerkingen:
Hypotensie, afname nierfunctie, prikkelhoest (door meer bradykanine)

Evidence: Alleen bij HFrEF

Bij klachten > ARB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Lisonpril

A

ACE-remmer
Werkingsmechanisme:
Remt ACE in de longen > geen ATII productie > geen vasoconstrictie, aldosteronproductie, ADH productie, remming sympatische activiteit.

Therapeutisch effect:
* Afname van harthypertrofie en hyperplasie van vasculaire gladde spiercellen door remming van de aldosteronsecretie
* Afname van de nabelasting (‘afterload’) van het hart door vasodilatatie

Bijwerkingen:
Hypotensie, afname nierfunctie, prikkelhoest (door meer bradykanine)

Evidence: Alleen bij HFrEF

Bij klachten > ARB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Perindopril

A

ACE-remmer
Werkingsmechanisme:
Remt ACE in de longen > geen ATII productie > geen vasoconstrictie, aldosteronproductie, ADH productie, remming sympatische activiteit.

Therapeutisch effect:
* Afname van harthypertrofie en hyperplasie van vasculaire gladde spiercellen door remming van de aldosteronsecretie
* Afname van de nabelasting (‘afterload’) van het hart door vasodilatatie

Bijwerkingen:
Hypotensie, afname nierfunctie, prikkelhoest (door meer bradykanine)

Evidence: Alleen bij HFrEF

Bij klachten > ARB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ramipril

A

ACE-remmer
Werkingsmechanisme:
Remt ACE in de longen > geen ATII productie > geen vasoconstrictie, aldosteronproductie, ADH productie, remming sympatische activiteit.

Therapeutisch effect:
* Afname van harthypertrofie en hyperplasie van vasculaire gladde spiercellen door remming van de aldosteronsecretie
* Afname van de nabelasting (‘afterload’) van het hart door vasodilatatie

Bijwerkingen:
Hypotensie, afname nierfunctie, prikkelhoest (door meer bradykanine)

Evidence: Alleen bij HFrEF

Bij klachten > ARB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Candesartan

A

ARB
Werkingsmechanisme:
Remt AT1 receptor > angiotensine II kan zijn functie niet meer uitoefenen. geen vasoconstrictie, aldosteronproductie, ADH productie, remming sympatische activiteit.

Therapeutisch effect:
* Afname van harthypertrofie en hyperplasie van vasculaire gladde spiercellen door remming van de aldosteronsecretie
* Afname van de nabelasting (‘afterload’) van het hart door vasodilatatie

Bijwerkingen:
Hypotensie, afname nierfunctie, hyperkalemie

Evidence: Alleen bij HFrEF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Losartan

A

ARB
Werkingsmechanisme:
Remt AT1 receptor > angiotensine II kan zijn functie niet meer uitoefenen. geen vasoconstrictie, aldosteronproductie, ADH productie, remming sympatische activiteit.

Therapeutisch effect:
* Afname van harthypertrofie en hyperplasie van vasculaire gladde spiercellen door remming van de aldosteronsecretie
* Afname van de nabelasting (‘afterload’) van het hart door vasodilatatie

Bijwerkingen:
Hypotensie, afname nierfunctie, hyperkalemie

Evidence: Alleen bij HFrEF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Valsartan

A

ARB
Werkingsmechanisme:
Remt AT1 receptor > angiotensine II kan zijn functie niet meer uitoefenen. geen vasoconstrictie, aldosteronproductie, ADH productie, remming sympatische activiteit.

Therapeutisch effect:
* Afname van harthypertrofie en hyperplasie van vasculaire gladde spiercellen door remming van de aldosteronsecretie
* Afname van de nabelasting (‘afterload’) van het hart door vasodilatatie

Bijwerkingen:
Hypotensie, afname nierfunctie, hyperkalemie

Evidence: Alleen bij HFrEF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Metoprolol

A

Beta blokker
Werkingsmechanisme:
Blokkeren bèta1 en/of bèta2-receptoren; hierdoor neemt de gevoeligheid van het weefsel voor adrenerge prikkeling af.

Therapeutisch effect:
* Afname van hartfrequentie en hartminuutvolume
* Toename van ejectiefractie
* Afname van hypertrofie in myocard

Bijwerkingen:
Bradycardie, koude handen, hypotensie

Evidence: Alleen bij HFrEF, ALLEEN WANNEER KLINISCH STABIEL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bisoprolol

A

Beta blokker
Werkingsmechanisme:
Blokkeren bèta1 en/of bèta2-receptoren; hierdoor neemt de gevoeligheid van het weefsel voor adrenerge prikkeling af.

Therapeutisch effect:
* Afname van hartfrequentie en hartminuutvolume
* Toename van ejectiefractie
* Afname van hypertrofie in myocard

Bijwerkingen:
Bradycardie, koude handen, hypotensie

Evidence: Alleen bij HFrEF, ALLEEN WANNEER KLINISCH STABIEL

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Nebivolol

A

Beta blokker
Werkingsmechanisme:
Blokkeren bèta1 en/of bèta2-receptoren; hierdoor neemt de gevoeligheid van het weefsel voor adrenerge prikkeling af.

Therapeutisch effect:
* Afname van hartfrequentie en hartminuutvolume
* Toename van ejectiefractie
* Afname van hypertrofie in myocard

Bijwerkingen:
Bradycardie, koude handen, hypotensie

Evidence: Alleen bij HFrEF, ALLEEN WANNEER KLINISCH STABIEL

17
Q

Carvedilol

A

Beta blokker
Werkingsmechanisme:
Blokkeren bèta1 en/of bèta2-receptoren; hierdoor neemt de gevoeligheid van het weefsel voor adrenerge prikkeling af.

Therapeutisch effect:
* Afname van hartfrequentie en hartminuutvolume
* Toename van ejectiefractie
* Afname van hypertrofie in myocard

Bijwerkingen:
Bradycardie, koude handen, hypotensie

Evidence: Alleen bij HFrEF, ALLEEN WANNEER KLINISCH STABIEL

18
Q

Spironolacton

A

Aldosteronantagonist
Werkingsmechanisme:
Remt de aldostesteron receptor interactie > minder ENaC en Na/K ATPase expressie in verzamelbuis

Therapeutisch effect:
* Daling bloeddruk > daling afterload
* Verminderen ontsteking en fibrose

Bijwerkingen:
Hyperkalemie, hypotensie

Evidence: Alleen bij HFrEF

19
Q

eplerenon

A

Aldosteronantagonist
Werkingsmechanisme:
Remt de aldostesteron receptor interactie > minder ENaC en Na/K ATPase expressie in verzamelbuis

Therapeutisch effect:
* Daling bloeddruk > daling afterload
* Verminderen ontsteking en fibrose

Bijwerkingen:
Hyperkalemie, hypotensie

Evidence: Alleen bij HFrEF

20
Q

Valsartan/sacubitril

A

Combinatie preparaat ARB
Werkingsmechanisme:
Remt AT1 receptor > angiotensine II kan zijn functie niet meer uitoefenen. geen vasoconstrictie, aldosteronproductie, ADH productie, remming sympatische activiteit.
* sacubitril: Remt afbraak natriuretische peptide > minder aldosteron en angII > minder fibrose en hypertrofie

Therapeutisch effect:
* Daling bloeddruk > daling afterload
* Verminderen fibrose en hypertrofie

Bijwerkingen:
Hyperkalemie, hypotensie,

Evidence: Alleen bij HFrEF