Diabetes Mellitus Type 2 - Medicatie Flashcards

1
Q

Metformine

A

Werkingsmechanisme:
Zorgt voor hogere concentraties AMPK in de lever en spier/vet weefsel
* Remt gluconeogenese in de lever –> minder glucose
* Stimuleert insuline gevoeligheid –> AMPK zorgt voor meer translocatie GLUT4 –> meer glucose opname
* Meer GLUT4 zorgt ook voor minder lipolyse –> minder insulineresistentie.

Therapeutisch effect:
* Geen hypoglycemie, want geen extra insuline
* Geen gewichtstoename

Bijwerkingen:
* Gastro-intestinale klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gliclazide

A

SulfonylUreumDerivaat(SU-derivaat)
Werkingsmechanisme:
* Stimuleren insuline-afgifte uit de bètacellen van de pancreas door binden aan SUR-1 –> sluiten ATP-afhankelijke kaliumkanalen (KATP-kanalen).

Therapeutisch effect:
✔ Verlaging van nuchtere en postprandiale glucose.
✔ Effectief bij onvoldoende insulineproductie.

Bijwerkingen:
* Hypoglykemie
* Gewichtstoename –> door meer glucose opname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

glibenclamide

A

SulfonylUreumDerivaat(SU-derivaat)
Werkingsmechanisme:
* Stimuleren insuline-afgifte uit de bètacellen van de pancreas door binden aan SUR-1 –> sluiten ATP-afhankelijke kaliumkanalen (KATP-kanalen).

Therapeutisch effect:
✔ Verlaging van nuchtere en postprandiale glucose.
✔ Effectief bij onvoldoende insulineproductie.

Bijwerkingen:
* Hypoglykemie
* Gewichtstoename –> door meer glucose opname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Tolbutamide

A

SulfonylUreumDerivaat(SU-derivaat)
Werkingsmechanisme:
* Stimuleren insuline-afgifte uit de bètacellen van de pancreas door binden aan SUR-1 –> sluiten ATP-afhankelijke kaliumkanalen (KATP-kanalen).

Therapeutisch effect:
✔ Verlaging van nuchtere en postprandiale glucose.
✔ Effectief bij onvoldoende insulineproductie.

Bijwerkingen:
* Hypoglykemie
* Gewichtstoename –> door meer glucose opname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

glimepiride

A

SulfonylUreumDerivaat(SU-derivaat)
Werkingsmechanisme:
* Stimuleren insuline-afgifte uit de bètacellen van de pancreas door binden aan SUR-1 –> sluiten ATP-afhankelijke kaliumkanalen (KATP-kanalen).

Therapeutisch effect:
✔ Verlaging van nuchtere en postprandiale glucose.
✔ Effectief bij onvoldoende insulineproductie.

Bijwerkingen:
* Hypoglykemie
* Gewichtstoename –> door meer glucose opname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke soorten onderschijden worden er gemaakt bij insuline?

A

Duur:
* Snelwerkend: 2-4 uur
* Langwerkend: >24 uur

Oorsprong:
* Humaan: isofaan insuline (12-18h)
* Analoog: glargine (>24 uur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Insuline - therapeutish effect en bijwerkingen:

A

Therapeutisch effect:
✔ Verlaging van nuchtere en postprandiale glucose.

Bijwerkingen:
* Hypoglykemie
* Gewichtstoename –> door meer glucose opname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Dapagliflozine

A

SGLT-2 remmer
Werkingsmechanisme:
* remt SGLT-2 in de proximale tubules –> minder glucose reabsorptie –> meer glucose uitscheiding via urine.
Therapeutisch effect:
* Verminderen bloedglucose niveau’s zonder hypoglykemie risico
* Gewichtsverlies
* Bloeddrukverlaging door diuretisch effect.
Bijwerkingen:
* Urineweg-infecties
* Dehydratatie door vochtverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Empagliflozine

A

SGLT-2 remmer
Werkingsmechanisme:
* remt SGLT-2 in de proximale tubules –> minder glucose reabsorptie –> meer glucose uitscheiding via urine.
Therapeutisch effect:
* Verminderen bloedglucose niveau’s zonder hypoglykemie risico
* Gewichtsverlies
* Bloeddrukverlaging door diuretisch effect.
Bijwerkingen:
* Urineweg-infecties
* Dehydratatie door vochtverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Liraglutide

A

GLP-1 agonist
Werkingsmechanisme:
* Stimuleert glucose-afhankelijke insuline-afgifte en remt glucagonsecretie.
* Vertraging van maaglediging → verzadigingsgevoel neemt toe.
T
herapeutisch effect:
✔ Verlaging van postprandiale glucose.
✔ Gewichtsverlies door eetlustremming.
✔ Vermindert cardiovasculair risico.

Bijwerkingen:
* Misselijkheid, braken, diarree → Door vertraagde maaglediging en effect op de darm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Semaglutide

A

GLP-1 agonist
Werkingsmechanisme:
* Stimuleert glucose-afhankelijke insuline-afgifte en remt glucagonsecretie.
* Vertraging van maaglediging → verzadigingsgevoel neemt toe.
T
herapeutisch effect:
✔ Verlaging van postprandiale glucose.
✔ Gewichtsverlies door eetlustremming.
✔ Vermindert cardiovasculair risico.

Bijwerkingen:
* Misselijkheid, braken, diarree → Door vertraagde maaglediging en effect op de darm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Sitagliptine

A

DPP-4 remmer

Werkingsmechanisme:
* Remt DPP-4, een enzym dat GLP-1 afbreekt, waardoor endogene GLP-1-spiegels langer verhoogd blijven.
* Verhoogt glucose-afhankelijke insuline-afgifte en remt glucagonsecretie.

Therapeutisch effect:
✔ Verlaging van postprandiale glucose zonder hypoglykemierisico.
✔ Gewichtsneutraal.

Bijwerkingen
* Milde gastro-intestinale klachten → Door effect op darmhormonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

SGLT-2 remmers

A

Dapagliflozine, empagliflozine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

DPP-4 remmers

A

sitagliptine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

GLP-1 agonisten

A

Liraglutide, Semaglutide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke middelen veroorzaken hypoglykamie en gewichtstoename?

A
  • Insulines
  • SU-derivaten - gliclazide, Tolbutamide
17
Q

Wat is het behandelplan bij DM2 zonder ernstig verhoogde hart/vaatziekte en verminderde nierfunctie?

A
  1. Metformine
  2. Gliclazide
  3. Meerdere opties
    HbA1c 1-9 > streefwaarde: Gliclazide, DPP-4 remmer, of SGLT-2 remmer
    HbA1c 10-19 > streefwaarde: GLP-1 agonist of (middel)langwerkend insuline
    HbA1c 20 > streefwaarde: (middel)langwerkend insuline
  4. Voeg een ander middel uit stap 3 toe
18
Q

Wat is het behandelplan bij DM2 met ernstig verhoogde hart/vaatziekte en verminderde nierfunctie?

A
  1. SGLT-2 remmer (GLP-1 agonist als eGFR <20 ml/min is)
  2. Metformine
  3. GLP-1 agonist
  4. Ander middel uit beleid zonder verhoogd risico
19
Q

Welke middelen hebben hard bewijs voor het eindpunt mortaliteit?

A

Alleen:
* Metformine
* SGLT-2 remmer
* GLP-1 agonist

20
Q

Hebben DPP-4 remmers en GLP-1 remmers effect in combinatie, gezien het zelfde aangrijppunt?

A

Geen bewijs op harde eindpunten