COPD Flashcards

1
Q

SABA

Mechanisme, Medicatie, Bijwerkingen

A

Short Acting Beta-2 agonisten ~4-6 uur
Mechanisme:
* Agonist voor de B2 receptor. Relaxatie van het gladde spierweefsel en dus bronchodialatie

Medicatie:
* Salbutamol
* Terbutaline

Bijwerkingen:
* Tremor, Hyopkalemie, Tachycardie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

LAMA

Mechanisme, Medicatie, Bijwerkingen

A

Long Acting Muscarine antagonisten ~12-24 uur
Mechanisme:
* Deze middelen blokkeren de M₃-receptoren in de luchtwegen, waardoor contractie van gladde spieren en slijmproductie vermindert. Normaal gestimuleerd door Acetycholine voor bronchoconstrictie.

Medicatie:
* Tiotropium
* Aclidinium
* Umeclidinium
* Glycopyrronium

Bijwerkingen:
* Droge mond, Urineretentie, Wazig zicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

LABA

Mechanisme, Medicatie, Bijwerkingen

A

Long Acting Beta-2 agonist ~12-24 uur
Mechanisme:
* Agonist voor de B2 receptor. Relaxatie van het gladde spierweefsel en dus bronchodialatie

Medicatie:
* Formoterol
* Salmeterol
* Olodaterol
* Indacaterol

Bijwerkingen:
* Tremor, tachycardie, hypokalemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

SAMA

A

Short Acting Muscarine-antagonist
Mechanisme:
* Deze middelen blokkeren de M₃-receptoren in de luchtwegen, waardoor contractie van gladde spieren en slijmproductie vermindert. Normaal gestimuleerd door Acetycholine voor bronchoconstrictie.

Medicatie:
* Ipratropium

Bijwerkingen:
* Droge mond, Urineretentie, Wazig zicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het algemene stappenplan voor COPD behandeling?

A

Er zijn in princiepe 3 stappen.

Stap 1: (weinig dyspneuklachten)
* Bij hindering/beperiking gebruik een SABA of SAMA

Stap 2: (Frequente dyspneuklachten)
* Gebruik een LABA of LAMA als onderhoudsbehandeling
* >2 longaanvallen per jaar (exacerbaties): voeg ICS(inhalatiecorticosteroid) toe

Stap 3: (persistente dyspneuklachten)
* Combineer LABA met LAMA als onderhoudsbehandeling
* >2 longaanvallen per jaar (exacerbaties): voeg ICS(inhalatiecorticosteroid) toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn dyspneuklachten?

A

kortademigheid, kan je de volgende klachten hebben: naar adem snakken. snel en diep ademen. geen volle zinnen meer kunnen spreken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn Exacerbaties? Hoe worden ze veroorzaakt?

A

Longaanvallen: plotselinge verergering van de symptomen van COPD (hoesten, slijm, buiten adem)

Oorzaken:
* Infectie
* Luchtvervuilding
* Therapietrouw
* comorbiditeiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe behandel je een exacerbatie/longaanval?

A

Een longaanval kan worden behandeld via:
* Luchtwegverwijders: Kortwerkende bèta-2-agonisten (SABA, zoals salbutamol) en/of kortwerkende muscarine-antagonisten (SAMA, zoals ipratropium).
* Corticosteroïden: Prednisolon 30/40 mg per dag gedurende 7/5 dagen bij matige tot ernstige exacerbaties.
* Antibiotica: Alleen bij aanwijzingen voor een bacteriële infectie (purulent sputum, koorts, verhoogde CRP).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de pathogenese van COPD?

A

Er zijn drie belangrijke mechanisme die COPD klachten veroozaken:
* Oxidative stress/ROS: Door roken en inflamatie ontstaan Reactive Oxygen Species –> zorgt voor celbeschadiging
* Inflammatoire cellen: Door continue ontsteking zijn er veel neutrofielen, macrofagen en en cytotoxyce T cellen aanwezig –> ontstekingsmediatoren zoals TNF-a en IL-8 –> longvernouwing en schade
* Disbalans tussen protease-antiprotease: Neutrofielen scheiden veel proteases uit (zoals elastase) –> breekt longweefsel af. Normaal ook genoeg anti-proteases (zoals a1-antitrypsine), maar bij COPD is er een disbalans.

Door de proteases (vooral elastase) en de inflamatoire cellen zal er tissue damage ontstaan. Dit zorgt voor:
* muscus hypersecretie
* Alviolare schade.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Met welke longparameters kan COPD worden gediagnostiseerd?

A
  • FEV1: Forced Expiratory Volume 1 seconde
  • FVC (Forced Vital Capacity): Totale hoeveelheid lucht die een persoon met maximale kracht kan uitblazen
  • FEV1/FVC-ratio: * Bij COPD is de FEV1/FVC-ratio < 0,7
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke COPD classificaties zijn er?

A

GOLD-classificatie op basis van FEV1
* GOLD 1 (mild): FEV1 ≥ 80% van voorspeld
* GOLD 2 (matig): 50% ≤ FEV1 < 80%
* GOLD 3 (ernstig): 30% ≤ FEV1 < 50%
* GOLD 4 (zeer ernstig): FEV1 < 30% + 2x longaanval/1x ziekenhuisopname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke toedieningsvormen zijn er voor inhalatie bronchusverwijdende middelen?

Benoem ook de voor/nadelen

A

Poederinhalator:
* Makkelijk te gebruiken, klein en simpel
* Sterke inhalatie kracht nodig!

dosis aërosol:
* groter door een inhalatie kamer
* Moeilijker te gebruiken, long-hand coördinatie nodig
* Beter voor verminderde longfunctie
* GELIMITEERDE OPLOSBAARHEID WOLK!

Vernevelaar:
* als therapie trouw een probleem blijft laatste optie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe verschilt COPD van Astma?

A

Oorzaak:
* COPD: luchtvervuiling, roken, externe factoren
* Astma: allergische en genetische factoren

Omkeerbaarheid:
* COPD: Progressief
* Astma: Wisselende aanvallen, omkeerbaar

Ontstekingsmechanisme:
* COPD: Neutrofielen en macrofagen
* Astma: eosinofielen

Spirometrie:
* COPD: FEV1/FVC < 0.7, irriversiebel met bronchusverwijderaars
* Astma: FEV1 stijgt na bronchusverwijderaars

Response op ICS:
* COPD: alleen bij frequente excarbaties
* Astma: werkt altijd goed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe werkt de diagnostiek van COPD?

A

Anamnese:
* roken
* fijnstofbloodstelling
* luchtvervuiling
Spinometrie
FEV1/FCV < 0.7

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Is er plaats voor roflumilast in het NHG standaard?

A

Ja, roflumilast kan worden overwogen bij patiënten met ernstige COPD, chronische bronchitis en frequente exacerbaties ondanks optimale inhalatietherapie.
* Werkingsmechanisme: Roflumilast is een selectieve fosfodiësterase-4 (PDE-4)-remmer die de afbraak van cAMP remt, wat leidt tot ontstekingsremmende effecten in de luchtwegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer worden ICS (Inhalatie Cortico Steroiden) niet altijd gebruikt, en wanneer wel?

A

Gebruikt bij > 2 excacerbaties per jaar.
* Kan pneumonie veroorzaken, dus daarom niet bij minder excacerbaties!
* Wanneer de excacerbaties verminderen –> verwijderen ICS

17
Q

Welke kort/langwerkende bronchusdilatantia heeft de voorkeur?

A

SAMA/LAMA hebben soms een licht effectievere werking, echter hangt het ook grotendeels van de patiënt af.

18
Q

Noem en beschrijf de drie belangrijkste processen die verantwoordelijk zijn voor het vernauwen en inklappen van de bronchioli bij COPD.

A

1) Emfyseem: door een verstoring van de balans tussen proteasen en anti-proteasen kan een verhoogde activiteit van proteasen leiden tot afbraak van het elastine in de alveolaire wanden. Hierdoor verdwijnen de alveolaire wanden en staan de bronchioli (met name tijdens exparatie) minder open.

2) obstructieve bronchiolitis: inflammatie van de mucuslaag en afzetting van bindweefsel (fibrosis) leidt tot verdikking van de brionchioliwand → obstructie

3) Mucushypersecretie: verhoogde productie van mucus en exsudaat doet de kleine luchtwegen dichtslibben

19
Q

Leg aan de hand van het (farmacologisch) werkingsmechanisme van LABA’s en LAMA’s uit hoe deze de hartfrequentie kunnen verhogen.

A

LABA’s zijn agonisten van de bèta-2-receptor maar kunnen in hogere doseringen ook aangrijpen op de bèta-1-receptor in het hart. Dit leidt tot een hogere hartfrequentie en mogelijk angineuze klachten.

LAMA’s zijn antagonisten van de M3-receptor, die niet alleen in de alveoli zit, maar ook op het hart voorkomt. Onder invloed van de Nervus Vagus zal normaal gesproken acetylcholine de M3-receptor stimuleren hetgeen leidt tot een afname van de hartfrequentie. Blokkade van de cardiale M3-receptoren vermindert de parasympatische invloed op het hart → toename hartfrequentie.