H9 Flashcards
Informatieverwerkingsmodel
Zintuigelijk geheugen, korte termijn geheugen (werkgeheugen), langetermijngeheugen
Cocktailparty fenomeen
Je focussen op 1 ding, maar toch belangrijke informatie opvangen die in het onderbewustzijn wordt geregistreerd (zoals als iemand je naam noemt)
Zintuigelijk geheugen (sensorisch geheugen)
Alle informatie die de zintuigen verwerken. Dit is onbewust totdat we er aandacht aan besteden, dan gaat het naar het kortetermijngeheugen. Informatie blijft een fractie van een seconde hangen. ‘preattentive processing’
Control processes
Processen van het geheugen: attention (aandacht), rehearsal (herhaling), encoding (codering), retrieval (terughalen)
Kortetermijngeheugen
werkgeheugen: in het bewustzijn. Als het niet actief herhaald wordt gaat het na een paar sec weg. Aandacht speelt grote rol. Er kunnen tussen de 5 en 9 items onthouden worden
Langetermijngeheugen
Grote capaciteit, is in het onbewuste. We worden ons er pas bewust van op het moment dat het naar het kortetermijngeheugen wordt gebracht. Informatie ligt er als boeken in een bibliotheek.
Attention
Zorgt ervoor dat informatie uit het zintuigelijk geheugen naar het kortetermijngeheugen gaat
Encoding (coderen)
Zorgt ervoor dat informatie vanuit het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen wordt verplaatst, door middel van herhaling.
Retrieval (terughalen)
Zorgt ervoor dat informatie van het langetermijngeheugen terug naar het kortetermijngeheugen komt.
dual processing theories
Fast/slow thinking (of impliciet/expliciet, automatic/controlled, system 1/system 2)
Fast thinking
je hoeft er niet bewust bij stil te staan. Zoals de som 2+2
Slow thinking
Hier moet je bewust bij stilstaan. Zoals de som 14x39. Je kunt wel bedenken dat het antwoord niet 90 of 183833 is, maar het precieze antwoord daar moet je goed over nadenken
Echoic memory
Sensorisch geheugen van het gehoor. ‘Echo’. Iets blijft tot 8 a 10 sec in het echo-geheugen.
Iconic memory
Sensorisch geheugen van het zicht.
Priming
Onbewuste blootstelling aan een stimulus leidt tot activering van informatie in het langetermijngeheugen en daardoor verandering in gedrag/bewustzijn
3 brein mechanismes van preattente verwerking
- Stimuli die niet worden opgemerkt, zorgen wel voor activatie in het brein (sensorisch en perceptioneel)
- Aandacht vergroot de activiteit in relevante zintuigelijke gebieden
- Neurale mechanismes in het voorste deel van de cortex zijn verantwoordelijk voor verschuiving van aandacht.
Ruimtelijke verwaarlozing
Bij schade aan een hemisfeer zien mensen minder aan de tegenovergestelde kant van waar de laesie zit. (Bij schade linker hemisfeer zie je dingen aan de rechterkant dus niet goed)
Baddeley’s model
Model voor werkgeheugen. Heeft 3 componenten: phonological loop, visuospatial sketchpad, central executive (fonologische lus, visueel ruimtelijk schetsblok, centraal uitvoerende macht)
phonological loop
deel van het werkgeheugen dat verbale informatie vasthoudt door het subvocaal te herhalen