H16 Flashcards
Tofranil
Dit medicijn blokkeert de normale heropname van serotonine en noradrenaline (antidepressivum)
Thorazine
Dit medicijn vermindert de werking van de neurotransmitter dopamine (antipsychotica)
Valium
Dit medicijn verhoogt de werking van de neurotransmitter GABA. (tegen angst)
Prozac
Dit medicijn verhoogt de activiteit van de serotonine op de postsynaptische neuron (antidepressivum)
Biologische behandelingen
Medicijnen, electroconvulsive shock therapie (ECT), psychochirurgie
3 soorten medicijnen
Antipsychotica, antidepressiva, antianxiety (kalmering)
Antipsychotica
Verlagen de activiteit van dopamine. Gebruikt voor o.a. schizofrenie. Chlorpromazine was de eerste (Thorazine). Heel veel bijwerkingen
Antianxiety drugs
Vergroot werking GABA. Benzodiazepines: chlordiazepoxide (Librium), diazepam (Valium), alprazolam (Xanax). Redelijk verslavend
Antidepressiva
Tricyclics: blokken de heropname van serotonine en noradrenaline, Tofranil, Elavil. SSRI’s: blokt heropname serotonine, Prozac, Celexa, Zoloft.
Electroconvulsive shock therapie (ECT)
Gebruikt bij depressie als psychotherapie of medicijnen niet werkt. Wekt een infarct op. Bijwerking: geheugenverlies (vaak maar voor paar maanden)
2 belangrijkste soorten gedragstherapie
- contingency management therapy (operante conditionering)
- exposure therapy (klassieke conditionering)
Cognitieve therapie
Patiënt inzicht geven in zijn gedachtepatroon en deze veranderen
2. 1. Ellis: ABC (Activating event, Belief, Consequence)
2. Beck: Socratische vraagstijl