H13 Flashcards
Attributie
Een bewering over de oorzaak van iemands gedrag
Person bias
De neiging van een individu om de acties van iemand anders toe te schrijven aan zijn karakter of persoonlijkheid, terwijl het gedrag eigenlijk is toe te schrijven aan een externe factor/situatie waar de persoon geen controle over heeft.
Fundamental attribution error
Andere naam voor persons bias (Lee Ross, mid 70’s)
Attractiveness bias
De neiging om fysiek aantrekkelijke mensen te zien als intelligenter, socialer, bekwamer en moreler dan minder aantrekkelijke mensen.
Self-concept
Hoe iemand zichzelf definieert
Pygmalion effects
De verwachting die we van iemand hebben, kan het gedrag en zelfconcept van iemand beïnvloeden
Self-esteem/zelfvertrouwen
Het gevoel van goedkeuring, acceptatie en leuk vinden van jezelf
Sociometer theorie
De sociometer theorie stelt dat zelfwaardering een maatstaf is voor de mate waarin mensen gewaardeerd en sociaal geaccepteerd worden door andere mensen.
Self-serving attributional bias
De neiging om onze successen aan onszelf toe te wijzen en ons falen aan externe omstandigheden.
Attitude
Een bepaalde overtuiging over de wereld en onze relatie daarmee. Attitudes zijn actiegericht en bepalen onze houding naar de wereld.
Expliciete attitudes
Attitudes waar we ons bewust van zijn en die we verbaal kunnen uitdrukken.
Impliciete attitudes
Attitudes waarvan we ons niet bewust zijn en ze dus ook niet kunnen uitdrukken.
Big fish in small pond effect
Ons oordeel en gevoel over onszelf zijn afhankelijk van de referentiegroep waarmee we onszelf vergelijken
Cognitieve dissonantie theorie
Mensen hebben de neiging om het ongemak van dissonantie te verminderen door het zoeken naar consistentie tussen ideeën, overtuigingen en meningen.
Insufficient-Justification effect
Het effect waarbij de attitude verandert nadat men een actie heeft uitgevoerd die tegengesteld is aan een eerdere attitude
2 voorwaarden voor het insufficient-justification effect
- Er moet geen beloning hangen aan de (tegenstrijdige) actie
- De actie moet vanuit vrije keuze en dus niet onder dwang worden uitgevoerd
3 vormen stereotypes
- Public (expliciet): wat we tegen anderen zeggen over een groep
- Private (expliciet): wat we wel vinden maar niet tegen anderen zeggen
- Impliciet: associaties die ons oordeel vormen over mensen, waar we ons niet bewust van zijn
Social facilitation
Als door de aanwezigheid van een publiek de prestaties van een persoon verbeteren (vaak simpele, goed geleerde taken)
Social interference/social inhibition
Als door de aanwezigheid van een publiek de prestaties van een persoon achteruit gaan (vaak complexe taken)
Stereotype threat
De bedreiging die een persoon voelt tijdens het maken van een test, als die wordt herinnerd aan de stereotyperende overtuiging dat er wordt verwacht dat de groep waar die bij hoort het niet goed gaat doen op de test.
impression management
De manieren waarop mensen bewust en onbewust hun gedrag aanpassen om de impressie die anderen van hun hebben te beïnvloeden
informational influence
Wanneer sociale invloed aanwijzingen geeft over objectieve dingen of situaties. (Als iedereen voor A kiest, en B laat liggen, dan ‘zullen ze wel iets weten wat ik niet weet’, dus kies ik ook A)
Normative influence
Sociale invloed die wordt uitgeoefend omdat een persoon bij een bepaalde groep wilt horen of goedkeuring wilt van een groep.
Het passieve bijstander effect
Hoe meer mensen aanwezig zijn bij een ongeval, hoe kleiner de kans dat iemand gaat helpen. (Het gevoel van verantwoordelijkheid is veel lager dan wanneer iemand de enige getuige is)
Groep polarisatie
Wanneer de meeste/alle mensen in een groep het aanvankelijk eens zijn, beweegt een groep
discussie ze naar een meer extreme versie van hun eerste visie
Low-ball technique
Nadat een koper akkoord is met het kopen van een product, de prijs omhoog doen. Na het akkoord gaan zijn kopers geneigd om cognitieve dissonantie te verminderen en zijn dan dus bereid om meer te betalen.
Foot-in-the-door technique
Mensen zijn geneigd eerder akkoord te gaan met een groot verzoek, als ze eerst een klein verzoek hebben toegezegd. Door het kleine verzoek is er vertrouwen en binding gecreëerd.
Milgram experiment
Proefpersonen moesten een zogenaamde ‘leerling’ telkens elektrische schokken toedienen als die een fout maakte. De schok werd telkens iets zwaarder. De meeste proefpersonen bleven lang gehoorzamen aan de onderzoekers ook al wilden ze het eigenlijk niet en was er geen echte bedreiging of beloning.
5 verklaringen Milgram experiment
- De norm van gehoorzaamheid aan legitieme autoriteiten
- Zekerheid dat de onderzoeker verantwoordelijk was
- De nabijheid van de onderzoeker en de afstand tot de leerling
- Het ontbreken van een voorbeeld van hoe te gedragen
- De verzoeken waren toenemend (foot-in-the-door)
Kritiek op Milgram experiment
- Ethisch op psychologisch gebied
- Of het onderzoek wel te generaliseren is naar echte-wereld situaties
Sociaal dilemma
Een situatie waarin een egoïstische keuze van één individu op zichzelf weinig nadelige gevolgen heeft voor alle andere betrokkenen, maar grote schade aanricht zodra alle individuen die egoïstische keuze maken.
Tragedy of the commons
Weidegrond gedeeld door boeren –> grond maximaal benut –> elke extra koe is schadelijke belasting voor grond –> dilemma van alle boeren: kiezen voor eigen gewin en 1 extra koe waardoor meer geld OF kiezen voor gemeenschap en zorgen voor geen overbelasting. Probleem bij laatste keuze: ze hebben sowieso niet het extra geld en lopen ook het risico dat andere boeren wél die extra koe nemen waardoor ze achterlopen. Hierdoor worden ze gedwongen voor de eerste keuze te gaan, waardoor grond overbelast en niemand iets heeft.
Altruistic punishment
Mensen die hun eigenbelang vooropstellen (ipv voor de groep te gaan) te straffen, ondanks dat het hun iets kost en niks oplevert.
Robbers Cave experiment, 3 veranderingen in groepen
- Within-group solidariteit.
- Negatieve stereotypering van de andere groep
- Gewelddadigheid tussen de groepen
Superordinate goals
Door verschillende groepen 1 gezamenlijk doel te geven, ontstaat er meer solidariteit
Looking glass self
We gaan onszelf eerder gedragen naar de indrukken die anderen van ons hebben