H12 Flashcards
Harlow
Voedde apen op met 2 surrogaat moeders (1 van stof en 1 van draad). De apen hechtte zich beter aan die van stof, ondanks dat de draad-moeder melk gaf
Bowlby
Ondervond dat menselijke zuigelingen hechtingsgedrag vertoonde
Strange-situation test
Ontwikkeld door Mary Ainsworth, test welke hechtingsstijl een kind heeft. Veilige hechting, vermijdende hechting of angstige hechting. (kind en moeder samen in ruimte –> vreemde komt erbij –> moeder laat kind alleen met vreemde –> moeder komt terug)
Veilige hechting (secure attachment)
Kind laat zich snel troosten als de moeder terugkomt
Vermijdende hechting
Kind reageert nauwelijks bij binnenkomst of na vertrek van de moeder
Angstige hechting
Laat zich moeilijk troosten als de moeder weer terug is
Kritiek strange-situation test
Hoe een kind reageert in deze situatie is ook afhankelijk van het temperament en de ervaring met vergelijkbare situaties in het verleden. Er wordt een angstige situatie gecreëerd, maar elk kind kan dit anders ervaren. De ene vind dit niet spannend en de ander krijgt veel stress. Zo kunnen kinderen onterecht als angstig of vermijdend gehecht gezien worden terwijl ze in feite veilig gehecht kunnen zijn.
Voordelen van veilige hechting later in het leven
Meer zelfvertrouwen, beter in het oplossen van problemen, emotioneel gezonder en meer sociaal
Gevoelige opvoeding (sensitive care)
Regelmatig contact comfort vanuit de moeder, het onmiddellijk reageren op en helpen bij de signalen van discomfort van het kind en het emotioneel synchroon interacteren. Volgens Ainsworth belangrijk bij het creëren van een veilige hechting.
Genetische aanleg hechting
Een specifiek gen (5-HTTLPR) heeft de allelen kort (k) en lang (l). Als een kind homozygoot is voor het lange allel (ll) is het minder gevoelig voor (negatieve) omgevingsinvloeden dan kinderen met lk of kk. Ook zorgt ll voor een betere opname van serotonine.
Ontwikkelingstheorie van Erikson 1-12 jaar
Hij verdeelt de jaren van 1-12 jaar in 3 stadia:
1-3 jaar: Autonomie (self-control)
3-6 jaar: Initiatief (acties initiëren)
6-12 jaar: Industry (bevoegdheid om taken te voltooien)
4 Opvoedingsstijlen
Permissief, autoritatief, laissez fair, autoritair
Gebaseerd op mate van warmte en sturing
Permissieve opvoedingsstijl
Hoge score op warmte, lage score op sturing. Ouders zijn tolerant, verwennen hun kinderen en zijn weinig corrigerend. Kinderen gedragen zich vaker agressief, impulsief en out-of-control
Autoritaire opvoedingsstijl
Lage score op warmte, hoge score op sturing. Ouders zijn gesteld op gehoorzaamheid en houden macht over de kinderen. Kinderen presteren vaak slechter op school, lagere eigenwaarde en worden vaker uitgesloten door leeftijdsgenoten
Laissez-faire opvoedingsstijl
Lage score op warmte, lage score op sturing. Deze ouders vertonen onverschilligheid richting hun kinderen en vaak emotionele verwaarlozing. Kinderen vertonen vaak antisociaal gedrag, seksueel onveilig gedrag, gebruik van drugs en problematiek zoals depressie