H8.4 Flashcards

1
Q

wat zijn de 3 belangrijke functies van de nieren?

A
  1. filtratie: excretie van afvalstoffen
  2. regelen van water- en zoutbalans
  3. afgifte hormonen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe heet het gedeelte in de nier dat tussen bloedvoorziening van de piramiden ligt?

A

columna renalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat wordt met het nierlichaampje bedoeld?

A

glomerulus en kapsel van bowman

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe vindt het proces excretie plaats in het nierlichaampje?

A

afferente arteriole, hoge hydrostatische druk->
excretie bloedplasma uit glomerulus->
stijging colloïd osmotische druk in haarvaten->
reabsorptie van water/bloedplasma->
druk het grootsts in efferente arteriole

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke 2 factoren spelen een rol bij het bloed als filter?

A
  1. de grote van de proriën van de endotheelcellen
  2. de lading van de deeltjes
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe speelt lading van deeltjes een rol bij de glomerulus?

A

in de haarvaten bevindt zich glycocalyx welke een negatieve lading bevat.

Dus de hoe negatiever een deeltje, hoe lastiger het uit het haarvat kan treden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe vindt de bloeddoorstroming in de nieren plaats?

A

door de nieren zelf, autoregulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoeveel liter filtert een nier per dag? hoeveel urine wordt uiteindelijk uitgescheiden per dag?

A

180 L/dag
1,5 L/dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waar zegt de creatineklarings waarde iets over?

A

over de filtratie snelheid van het glomerulus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

osmolaritateit

A

de concentratie van osmotisch actieve stoffen in een oplossing (osmol/L)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waarin wordt osmolaliteit uitgedrukt?

A

uidrukking in kg vrij water en niet per liter oplossing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

isotone oplossing

A

2 oplossingen met dezelfde osmotische waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hypertoon

A

oplossing met hoogste osmotische waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hypotoon

A

oplossing met laagste osmotische waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welke 2 soorten nefronen zijn er en waar in de nier bevinden ze zich?

A
  1. corticale nefronen-> voor een groot gedeelte in de cortex en maar een klein stukje in de medulla
  2. juxtamedullaire nefronen-> voor een groot gedeelte in het merg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe ontstaat de osmotische gradiënt tussen de nefronen en daarbuiten?

A

via de tubulus descendens stroomt het voorurine naar de tubulus ascendens in de lis van Henle->
tubulus ascendens wil een verschil van 200 mosmol veroorzaken->
ionen uitscheiden->
urine stroomt verder en het verschil in tubulus ascendens is geen 200 mosm en moet hersteld worden->
osmolariteit in merg wordt hoog

17
Q

waardoor verlaat veel water de verzamelbuis?

A

door de hoge osmolariteit in het merg

18
Q

waar in het merg is de osmotische waarde het grootst? en hoe komt dat?

A

helemaal onderin de verzamelbuis (interstitium van de medulla)

dit komt doordat er onderin de buis van henle de meeste ionen aan het merg worden afgegeven

19
Q

wat is de functie van ADH?

A

het meer vasthouden van water. Hierdoor wordt het urine geconcentreerder

20
Q

hoe werkt de regeling voor de afgifte van ADH?

A

de hypothalamus meet concentratie van te hoge concentratie in bloed ->
hypofyse wordt aangestuurd door hypthalamus geeft ADH af ->
water wordt vastgehouden in lichaam

21
Q

wat is het effect van ADH in de nefronen?

A

de aqua pores in de tubulus descendens worden open gezet waardoor er veel water resorptie plaatsvindt