H8 - Veranderingen in erfelijk materiaal Flashcards
Polymorfisme
Variatie met minder dan 1% in de populatie
Niet direct geassocieerd met ziektebeeld
Oorzaken van mutaties
Spontaan
Mutagene stoffen
Ioniserende straling
Nucleotide excision repair
DNA-herstelmechanisme
Kiemlijnmutaties
Worden doorgegeven aan volgende generaties
Somatische mutaties
Slechts aanwezig in gedeelte van de cellen
Veroorzaakt mozaïcisme (ook als geslachtscellen gedeeltelijk drager zijn: voortzetting in de stamboom)
Euploïd
Veelvoud van normale set chromosomen
Monoploïd
1 set chromosomen
Meestal niet leefbaar
Uitzondering: bepaalde vissen en amfibieën
Diploïd
2 sets van chromosomen
Polyploïd
Triploïd, tetraploïd
Meestal niet leefbaar
Uitzondering: planten
Aneuploïd
Geen normale set van chromosomen
Ontstaat uit non-disjunctie
Monosomie
Van 1 chromosoom ontbreekt een copij
Trisomie
Een chromosoom in 3-voud aanwezig
Down-syndroom
Trisomie
Translocaties
Chromosoomfragmenten tussen niet-homologe chromosomen uitgewisseld
Gebalanceerde translocatie
Geen DNA weg of erbij - minieme klinische verschijnselen
Wel grote risico’s voor het nageslacht (vaak niet levensvatbaar)