H8 E-balans en lichaamsamenstelling Flashcards
Formule BMI
BMI = kg/m2
Lengte in het kwadraat
energie in vet
9 kcal/g
energie in koolhydraat
4 kcal/g
energie in eiwit
4 kcal/g
energie in alcohol
7 kcal/g
BMR - definitie
BMR – Basaalmetabolisme (Basal Metabolic Rate)
2/3 van de dagelijks gebruikte energie ondersteunt het basaal metabolisme. Metabolische activiteiten omvatten:
- Longen die in- en uitademen
- Beenmerg dat nieuwe rode bloedcellen aanmaakt
- Hart klopt 100.000 keer per dag
- Nieren die afvalstoffen filteren
RMR - definitie
RMR – Energiegebruik in rust (Resting Metabolic Rate)
totale E verbruik is opgebouwd uit (4):
thermogenese (warmteproductie):
- basismetabolisme
- lichamelijke activiteit
- voedselconsumptie
Soms is er een vierde categorie:
- Energie voor aanpassing
deel hersenen betrokken bij energie huishouding
hypothalamus
amyline
hormoon:
speelt een rol in de glycemische regulering door de maaglediging te vertragen en verzadiging te bevorderen.
Cholecystokinine (CCK)
hormoon:
afgegeven door darmwant
verantwoordelijk is voor het stimuleren van de vertering van vet en eiwit.
geeft verzadigingssignaal af
Enterostatine
hormoon:
vermindert de voedselinname, in het bijzonder de vetinname
Ghreline
“hongerhormoon”, geproduceerd in de maag
Glucagon-like peptide-1 (GLP-1)
hormoon:
verlaagt de bloedsuikerspiegel op glucose-afhankelijke wijze door de afscheiding van insuline te bevorderen.
Oxyntomoduline
hormoon:
dikke darm, onderdrukt de eetlust
Pancreatisch polypeptide (PP)
hormoon:
regelt de secretie van de alvleesklier door zowel endocrien (hormoonstelsel) als exocrien (afvoerklieren) weefsel.
Peptide YY (PYY)
hormoon:
vermindert de eetlust.
Neuropeptide Y
hormoon:
veroorzaakt het hunkeren naar koolhydraten, zet aan tot eten,
vermindert het energieverbruik en vergroot de vetopslag,
allemaal factoren die een positieve energiebalans en gewichtstoename in de hand werken.
macronirtienten verzadigingsgevoel
(hoog –> laag)
Eiwit
koolhydraten
vet
effect van koolhydraat op verzadiging
fructose stimuleert eetlust
veel vezels + weinig E –> meer verzadiging door langer een volle maag
effect van vet op verzadiging
weinig effect
vaak smaakvol –> meer eten
verzadigingssignalen pas vanuit darmen
bomcalorimeter
meet de beschikbare energie uit voedsel
wanneer je E waarde van ontlasting meet is dat een maat voor niet opgenomen E door darmen
betekening BMR
m.b.v. formule van Harris Benedict
schatting RMR
BMR + zitten