H8 E-balans en lichaamsamenstelling Flashcards

1
Q

Formule BMI

A

BMI = kg/m2
Lengte in het kwadraat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

energie in vet

A

9 kcal/g

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

energie in koolhydraat

A

4 kcal/g

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

energie in eiwit

A

4 kcal/g

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

energie in alcohol

A

7 kcal/g

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

BMR - definitie

A

BMR – Basaalmetabolisme (Basal Metabolic Rate)
2/3 van de dagelijks gebruikte energie ondersteunt het basaal metabolisme. Metabolische activiteiten omvatten:
- Longen die in- en uitademen
- Beenmerg dat nieuwe rode bloedcellen aanmaakt
- Hart klopt 100.000 keer per dag
- Nieren die afvalstoffen filteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

RMR - definitie

A

RMR – Energiegebruik in rust (Resting Metabolic Rate)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

totale E verbruik is opgebouwd uit (4):

A

thermogenese (warmteproductie):
- basismetabolisme
- lichamelijke activiteit
- voedselconsumptie

Soms is er een vierde categorie:
- Energie voor aanpassing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

deel hersenen betrokken bij energie huishouding

A

hypothalamus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

amyline

A

hormoon:
speelt een rol in de glycemische regulering door de maaglediging te vertragen en verzadiging te bevorderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Cholecystokinine (CCK)

A

hormoon:
afgegeven door darmwant
verantwoordelijk is voor het stimuleren van de vertering van vet en eiwit.
geeft verzadigingssignaal af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Enterostatine

A

hormoon:
vermindert de voedselinname, in het bijzonder de vetinname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Ghreline

A

“hongerhormoon”, geproduceerd in de maag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Glucagon-like peptide-1 (GLP-1)

A

hormoon:
verlaagt de bloedsuikerspiegel op glucose-afhankelijke wijze door de afscheiding van insuline te bevorderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Oxyntomoduline

A

hormoon:
dikke darm, onderdrukt de eetlust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Pancreatisch polypeptide (PP)

A

hormoon:
regelt de secretie van de alvleesklier door zowel endocrien (hormoonstelsel) als exocrien (afvoerklieren) weefsel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Peptide YY (PYY)

A

hormoon:
vermindert de eetlust.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Neuropeptide Y

A

hormoon:
veroorzaakt het hunkeren naar koolhydraten, zet aan tot eten,
vermindert het energieverbruik en vergroot de vetopslag,
allemaal factoren die een positieve energiebalans en gewichtstoename in de hand werken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

macronirtienten verzadigingsgevoel
(hoog –> laag)

A

Eiwit
koolhydraten
vet

20
Q

effect van koolhydraat op verzadiging

A

fructose stimuleert eetlust
veel vezels + weinig E –> meer verzadiging door langer een volle maag

21
Q

effect van vet op verzadiging

A

weinig effect
vaak smaakvol –> meer eten
verzadigingssignalen pas vanuit darmen

22
Q

bomcalorimeter

A

meet de beschikbare energie uit voedsel

wanneer je E waarde van ontlasting meet is dat een maat voor niet opgenomen E door darmen

23
Q

betekening BMR

A

m.b.v. formule van Harris Benedict

24
Q

schatting RMR

A

BMR + zitten

25
Q

Anorexia Nervosa

A

vervormd zelfbeeld
angst om te dik te worden

26
Q

Bulimia Nervosa

A

eetbuien door emoties
vaak geheim
compensatie door braken, laxeermiddelen, vasten, extreem sporten etc.

27
Q

Binge eating disorder (BED)

A

eetbuien door emoties
zonder compenseren door braken etc.
eten als soort verdoving/escape

28
Q

risico ondergewicht/ondervoeding

A

functioneren hersenen omlaag
(verwarring, delirium, angst)
falen organen (nieren, hart en lever minder daardoor rest stuk)

29
Q

Female athlete triad

A

en potentieel fatale combinatie van drie medische problemen - verstoord eten, amenorroe (uitblijven van menstruatie) en osteoporose
komt ook bij mannen voor
heet nu RED-S

30
Q

RED-S

A

Relatief energietekort in de sport (RED-S):

verminderde fysiologische functies door
te weinig energie-inname voor de geleverde energie

31
Q

BMR wordt verhoogd door

A

meer bewegen
in de groei zijn (baby’s, kinderen, zwangere vrouwen)
mensen met weinig vet hogere BMR dan mensen met veel vet.
stress
koorts
zeer actieve schildklier

32
Q

BMR wordt verlaagd door

A

vasten
veel vet weefsel
ondervoeding

33
Q

lichaamssamenstelling

A

voor metingen wordt uit gegaan van
gewicht = vetweefsel + niet-vetweefsel
niet-vetweefsel is spieren, botten, organen, etc

34
Q

gezonde BMI

A

18,5-25

35
Q

overgewicht BMI

A

25-30

36
Q

obesitas BMI

A

30+

37
Q

effect te weinig vet

A

hormoon synthese hapert,
onvruchtbaarheid
depressie
verstoorde hongerregulering
niet meer warm kunnen blijven

38
Q

gezondheidseffect locatie vet

A

subcutaan (heupen/dijen-peer)
geen verband met chronische zieken
visceraal vet (vet in romp-appel)
verband met hart/vaat ziekten, kanker, diabetes

39
Q

middelomtrek meten

A

methode lichaamssamenstelling te meten
goede indicator visceraal vet
vrouw 88
man 102

40
Q

huidplooi meten

A

methode lichaamssamenstelling te meten

41
Q

hydrodensitometrie

A

methode lichaamssamenstelling te meten
dichtheidsmeting waaruit vet% wordt geschat

42
Q

Dual energy X-ray absorptiometry (DEXA)

A

methode lichaamssamenstelling te meten
m.b.v. x-ray nauwkeurige meting massas bot, vetvrij en vet
kan niet bij extreem zwaarlijvige

43
Q

Bio-elektrische impedantie

A

methode lichaamssamenstelling te meten
vet% schatting o.b.v. geleidbaarheidsverschillen tussen vet en niet-vetweefsel.

44
Q

spierdysmorfie

A

ziekte
verwrongen zelfbeeld (niet genoeg spieren)
bv bodybuilder
extreem eiwit inname + steroiden

45
Q

amenorroe

A

ziekte
te veel E uit, te weinig E in
menstruatie blijft weg
vaak gepaard met verlies bot mineralen