H6 eiwitten Flashcards

1
Q

essentiële aminozuren (9)

A

valine
leucine
isoleucine
threonine (OH-)
methionine (zwavel)
fenylalanine (benzeen)
tryptofaan (dubbele ring)
histidine (basisch)
lysine (basisch)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

primaire structuur van eiwitten

A

volgorde aminozuren in eiwit keten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

secundaire structuur van eiwitten

A

ruimtelijke structuur gevormd door zwakke ladingsverschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

tertiaire structuur van eiwitten

A

opgerolde vorm van de eiwitten. hydrofobe en hydrofiele structuren zorgen voor oplosbaarheid eigenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Quartaire structuur van eiwitten

A

combinatie van twee of meer (deel)eiwitten die samen een groep met een functie vormen.
bv hemoglobine (4x eiwit dat Fe vast houdt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

denaturatie eiwit (def)

A

ontrollen en vorm verliezen
koken van eiwit
opkloppen van eiwit
in zuur (maag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

eiwitsynthese in cel

A

in kern: DNA kopie = mRNA
mRNA door kernmembraan
in cel: mRNA afgelezen door Ribosomen
tRNA brengen aminozuren naar ribo’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

functies van eiwitten

A

structuur
enzymen
hormonen
vocht regulatie
buffers
antilichamen
noodbron glucose/energie
transport
bloedstolling
licht gevoelig eiwit in ogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

N-balans lichaam

A

maat voor eiwit behoefte
verschil inname (voedsel) en
uitscheiding (zweet, urine, ontlasting)
idealiter: 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

N-balans positief

A

herstellen van ziekte
groei
meer inname dan uitscheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

N-balans negatief

A

stress (verwonding/ziekte)
honger
meer afbraak/uitscheiding dan opname

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

opslag eiwit in lichaam

A

niet mogelijk
aminozuren kunnen wel in vet worden omgezet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

afbraak aminozuur
(deaminering)

A

1 de-aminering
(verwijdering NH2)
producten: NH3 en keto-zuur
NH3 gebruikt voor niet essentiële aminozuren
keto-zuur gebruikt voor divers metabolisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

transamination aminozuur

A

verwisselen van NH2- groep tussen ketozuur en aminozuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

verwijderen van NH3

A

NH3 + CO2 –> NH2CONH2 +H2O

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

ureum

A

NH2CONH2
manier om het te veel aan N aftevoeren
bij eiwitrijk eten: veel drinken voor goede nierwerking

17
Q

eiwit hoge kwaliteit

A

bevat alle essentiële aminozuren
dierlijk voedsel
soja

18
Q

eiwit lage(re) kwaliteit

A

bevat niet alle essentiële aminozuren
plantaardig voedsel
maïs = lage kwaliteit eiwit

19
Q

verteerbaarheid eiwitten

A

dierlijk: hoog (90% +)
plantaardig: minder (70-90%)
soja + peulvruchten: hoog

20
Q

losse aminozuren worden gemaakt door …

A

de lever

21
Q

proteine deficientie

A

te weinig eiwit inname/of de verkeerde.
–> afbraak van bestaande eiwitten
–> verminderde groei, werking bv hersens, immuniteit omlaag

22
Q

eiwit energie ondervoeding

A

in een dieet te weinig eiwit daardoor energie door eiwit afbraak (bv spierweefsel)

23
Q

te veel eiwit inname (risico’s)

A

hartziekten
homocysteine verhoogt = risico factor
kanker
rood vlees
plantaardig/vis wel goed
osteoporose (botontkalking)
te veel Ca verlies (extra inname Ca
compenseert)
te weinig bot verzwakking
dieet -eiwitrijk wel verzadiging-te eenzijdig
zwaardere belasting op nieren

24
Q

aanbevolen dagelijkse inname eiwit

A

0,83 g/kg/d
10 en% (energie%)

25
Q

eiwit zit in:

A

vlees (hoge kwal. neg: verz. vet)
soja (hoge kwal)
plant (midden kwal. minder vert. dan vlees)
melk/yoghurt 8 g/kopje
groente/graan 2-3 g/portie
fruit - geen eiwit

26
Q

Eiwit afbraak enzymen
Pancreas

A

pro-enzymen anders gaat de pancreas er aan:
Trypsinogeen
Chymotrypsinogeen
Pro-carboxypeptidase

in de duodenum worden dat:
trypsine
chymotrypsine
carboxypeptidase

27
Q

eiwitafbraak enzymen
dunne darm

A

darmwand:
aminopeptidase
dipeptidase

slijm om zichzelf te beschermen tegen de enzymen.

28
Q

afbraak spieren (naam)

A

sarcopenie

29
Q

PKU

A

stofwisselingsziekte
hielprik
missend enzym ->
te veel fenylalanine in bloed ->
hersenen ontwikkelen niet ->
zwakzinnigheid