H8 De fysieke ontwikkeling in de peuter- en kleutertijd Flashcards

1
Q

Wat is lateralisatie?

A

Specialisatie en differentiatie van hersenhelften.
Onderlinge verschillen zijn klein.
Links: taken waarvoor verbale competentie nodig is zoals praten, lezen. Sequentiële benadering van info.
Rechts: taken op non-verbale gebieden, zoals ruimtelijk inzicht, muziek. Globale info verwerking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk deel van het lichaam groeit het snelst? Waarmee wordt deze groei in verband gebracht?

A

Hersenen: hoeveelheid myeline stijgt, mee synapsen
Verband tussen toename myeline en cognitieve vermogens, betere concentratie en beter geheugen.
Groeispurts hersenen houden ook verband met snelgroeiende taalvermogens en ontwikkeling zintuigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is perceptuele schematisering?

A

Vermogen om tegelijkertijd het geheel en de afzonderlijke delen te onderscheiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is veranderingsblindheid?

A

Het verschijnsel dat veranderingen in het gezichtsveld makkelijk over het hoofd worden gezien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is pavor nocturnus?

A

Slaapstoornis die leidt tot een versnelde ademhaling en hartslag, en waarbij een kind in een intense paniektoestand wakker wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke hersengebieden zijn kleiner bij kinderen die mishandeld zijn?

A

Amygdala en hippocampus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer bereikt het activiteitsniveau van kinderen een hoogtepunt?

A

3 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke 4 stadia doorlopen de tekeningen van peutes en kleuters?

A
  1. Krabbelstadium
  2. Vormstadium
  3. Ontwerpstadium
  4. Picturale stadium
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waardoor ontstaat veerkracht bij kinderen?

A

Veerkracht kan mogelijk ontstaan door een bepaald plezierig temperament (zoals aanhankelijk, gemakkelijk in de omgang en goedgehumeurd) bij kinderen dat positief (opvoed)gedrag bij hun omgeving oproept.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly