H12 De cognitieve ontwikkeling in de schooltijd Flashcards

1
Q

Wat zijn de theorieën van Piaget, de informatieverwerking en Vygotsky wat betreft de cognitieve ontwikkeling in de kindertijd?

A
  1. Piaget: concreet-operationele periode (jaar 7-12) en logische gedachteprocessen om concrete problemen op te lossen. Bij de overgang naar het volgende stadium, schakelen kinderen heen en weer tussen 2 stadia. Beperking: kinderen blijven vastzitten aan de concrete, fysieke realiteit.
  2. Informatieverwerking: beter met info omgaan dankzij toename geheugencapaciteit en hanteren van complexere programma’s.
  3. Vygotsky: onderwijs moet zich richten op interactie met anderen; dat leidt tot cognitieve groei. Zone of proximal development, zpd: niveau waarop een kind een taak bijna, maar nog niet helemaal zelfstandig kan begrijpen of uitvoeren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn 4 voordelen van tweetalige opvoeding?

A
  1. Uit breder scala van linguistische mogelijkheden kiezen
  2. Aan taalverwerving liggen universele processen ten grondslag.
  3. Emotioneel welzijn
  4. Creatiever, doelgerichter en veelzijdiger problemen oplossen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar richten intelligentietests zich op?

Welke klassen bevoordelen deze tests?

A

Factoren die succesvolle van niet-succesvolle leerlingen onderscheiden.
Blanke leerlingen uit de hogere klasse en middenklasse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat geeft het IQ weer?

Waar zijn andere benaderingen van intelligentie op gericht?

A

Verhouding tussen iemands mentale leeftijd en kalenderleeftijd. Test van Binet.
Verschillende subtypes van intelligentie of verschillende elementen van informatieverwerving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat was het uitgangspunt van intelligentietests van vroeger?

Hoe verschilt de WISC-V hiervan?

A

Intelligentie bestaat uit één capaciteitsfactor: de g-factor.
WISC-V gebaseerd op een complex model van intelligentie: CHC-model. Voor kinderen van 6-16 jaar. WAIS-IV is voor volwassenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Beschrijf 2 factoren die bijdragen aan positieve schoolresultaten voor kinderen?

A
  1. Leesvaardigheid: ontwikkelt zich in verschillende stadia
  2. Pygmalion effect: Verwachtingen van anderen, met name van onderwijzers, kunnen resultaten opleveren die overeenkomen met die verwachtingen. Leerlingen assen hun gedrag hier namelijk op aan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het assimilatie model?

A

Minderheidsculturen gaan op in de meerderheidscultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het pluralistische model?

A

Individuele culturen behouden hun eigen identiteit terwijl ze gelijkertijd bijdragen aan de vorming van een bredere cultuur (biculturele identiteit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn specifieke leerproblemen?

A

Problemen bij de verwerving en het gebruik van luiste, spraak, lees, schrijf, redeneer of rekenvaardigheden. Afhankelijk van de ernst en de duur kun je van specifieke leerstoornissen spreken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is decentreren?

A

Het vermogen om rekening te houden met verschillende aspecten van een situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de driesystemenbenadering van het geheugen?

A
  1. Sensorisch (zintuiglijk) geheugen: exacte kopie van stimulus, duurt een moment
  2. Kortetermijngeheugen: gerubriceerd naar inhoud, 15-25 sec
  3. Langetemijngeheugen: relatief permanent; moeilijker toegankelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is mnemmoniek?

A

Geheugenkunst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de sleutelwoordstrategie?

En cognitieve elaboratie?

A

Woord koppelen aan een ander woord dat hetzelfde klinkt.

Koppeling van mentale beelden aan info die iemand wil onthouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is metalinguistisch bewustzijn?

A

Het begrijpen van het eigen taalgebruik. Groter bij tweetalige kinderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is intelligentie?

A

Het vermogen om de wereld te begrijpen, rationeel te denken en effectief middelen in te zetten als mensen geconfronteerd worden met problemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe benadert de informatieverwerkingstheorie intelligentie?

A

Kern van intelligentie: manier waarop mensen materiaal in het geheugen opslaan en later gebruiken om intellectuele taken uit te voeren. Richt zich dus op processen die ten grondslag liggen aan intelligent gedrag, ipv subcomponenten onderzoeken die de structuur van intelligentie vormen.

17
Q

Wat is de triarchische theorie van intelligentie?

A

Intelligentie bestaat uit 3 elementen van informatieverwerking: analytische element, creatieve element en praktische element.

18
Q

Wat is een verstandelijke beperking?

A

Ontwikkelingsstoornis met beperkingen in zowel het verstandelijke als het adaptieve functioneren, in de conceptuele, sociale en praktische domeinen

19
Q

Wat zijn 2 strategieën in onderwijs voor hoogbegaafde kinderen?

A
  1. Accelatie: Aanbieden van speciale lesprogramma’s waarmee hoogbegaafde kinderen in hun eigen tempo verder leren.
  2. Verrijking: Aanbieden van speciale programma’s en individuele activiteiten aan hoogbegaafde leerlingen om dieper te kunnen ingaan op specifieke onderwerpen
20
Q

Wat is emotionele intelligentie?

A

capaciteiten en vaardigheden die ten grondslag liggen aan het op de juiste manier inschatten, evalueren, uitdrukken en reguleren van emoties.

21
Q

Wat zijn de 5 leesstadia? En welke leeftijden horen erbij?

A
  1. geboorte-groep 3. Klanken, woorden en essientiele vaardigheden voor lezen
  2. groep 3 en 4. Fonologisch bewustzijn. Begint met lezen.
  3. groep 4 en 5. Vloeiend hardop lezen. Begrijpt niet wat het leest.
  4. groep 5-14 jaar. Lezen om een doel te bereiken: leren
  5. Vanaf 14 jaar. Informatie lezen en verwerken. Lezen vanuit verschillende perspectieven.
22
Q

Wat zijn de 8 intelligenties van Gardner?

A
  1. Muzikaal
  2. Lichamelijk
  3. Logisch-mathematisch
  4. Taalkundig
  5. Ruimtelijk,
  6. Interpersoonlijk
  7. Intrapersoonlijk
  8. Natuurlijke intelligentie
23
Q

Het developmental range-principe uit skill theory sluit het beste aan bij…

A

een vygotskiaanse benadering van de menselijke ontwikkeling.