H7 De sociaal-emotionele ontwikkeling en de pesoonlijkheidsontwikkeling in de babytijd

Question 1

Wat is het vermogen tot non-verbale codering wat al vroeg in het leven ontwikkelt bij baby’s?

Answer 1

Het interpreteren van de emotionele gesteldheid van anderen op basis van gezichtsuitdrukkingen en vocale uitdrukkingen.

Question 2

Wat is vreemdenangst en scheidingsangst wat baby’s aan het einde van het 1e levensjaar ontwikkelen?

Answer 2

Angst voor onbekend personen

Manifestatie van stress wanneer hun vaste verzorger weggaat

Question 3

Wanneer start het zelfbesef bij baby’s?

Answer 3

Rond 12 maanden

Question 4

Wat is social referencing, waar baby’s al gebruik van maken?

Answer 4

Uitdrukkingen van anderen gebruiken om onduidelijke situaties helder te krijgen en er toepasselijke reacties op te geven.

Question 5

Wat zijn de 4 hechtingspatronen die baby’s vertonen?

Answer 5

1. Veilig gehecht
2. Angstig-vermijdend gehecht
3. Angstig-ambivalent gehecht
4. Gedesorganiseerd-gedesorienteerd gehecht

Question 6

Kunnen baby’s primaire hechtingsband met beide ouders ontwikkelen?
Ja, wat gebeurt er in stressvolle situaties?

Answer 6

Ja, maar in stressvolle situaties willen de meeste baby’s bij de moeder zijn

Question 7

Wat zegt Erikson over ontwikkeling van persoonlijkheid bij baby’s?
Welke fase doorlopen ze in de eerste 18 maanden?

Answer 7

Vroege ervaringen van baby’s zijn verantwoordelijk voor de vorming van persoonlijkheid. Daarbij doorlopen ze verschillende ontwikkelingsfasen. Tijdens de eerste 18 maanden doorlopen ze de fase van vertrouwen vs wantrouwen: periode waarin kindeen een gevoel van vertrouwen of wantrouwen ontwikkelen, afhankelijk van hoe goed hun verzorgers op hun behoeften reageren.

Question 8

Wat is temparement? Overerfbaar?

Tussen welke 3 typen baby’s kan er onderscheid worden gemaakt?

Answer 8

Niveau van prikkeling en emotionaliteit dat kenmerkend is voor een individu.
Het zijn overerfbare kenmerken die niet alleen in de jeugd maar in het hele leven stabiel zijn.
Onderscheid tussen makkelijke, moeilijke en geremde baby’s. Hierbij verband met of het goed afgestemd is op omgeving (goodness of fit)

Question 9

Wat is gender? En genderidentiteit?

Answer 9

De eigenschappen, gedragingen en rollenpatronen die een maatschappij voor elk geslacht heeft bepaald.
Iemand zijn persoonlijke beleving van gender.

Question 10

Wat is de differentiële emotietheorie?

Answer 10

Theorie van Izard die stelt dat het uiten van emoties aangeeft welke emotionele ervaringen iemand heeft en tegelijkertijd deze emoties zelf helpt reguleren.

Question 11

Wat is de theory of mind?

Answer 11

Cognitieve vaardigheid om aan jezelf en anderen gedachten, gevoelens, ideeen en intenties toe te schrijven en op basis daarvan te anticiperen op het gedrag van anderen

Question 12

Wat is de zelfdeterminatietheorie?

Answer 12

Theorie over menselijke motivatie uitgaande van de kerngedachte dat er drie natuurlijke basisbehoeften zijn die het functioneren, het welbevinden en de groei van mensen beïnvloeden: autonomie, verbondenheid en competentie

Question 13

Wat is het wederzijdse regulatiemodel?

Wat is wederzijdse socialisatie?

Answer 13

Model waarin baby’s en oudes emotionele stemmingen aan elkaar leren communiceren en daar adequeaat op leren reageren.
Proces waarbij het gedrag van baby’s nieuwe responsen van ouders en andere verzorgers oproept en vice versa.