H8 Flashcards
Er zijn meerdere visies over wat intelligentie nou precies is. 1 visie ziet intelligentie als 1 eigenschap. Wat houdt dit in?
We hebben allemaal een bepaalde hoeveelheid “g” (general intelligence) van 1 ding is. Deze beinvloedt onze capaciteit om te denken en te leren op alle intellectuele taken. Als jij goed bent in wiskunde dan ben je ook goed in communicatie
een andere visie over intelligentie bestaat uit twee soorten intelligentie. Fluid- en crystallized intelligence. Wat houden deze begrippen in?
crystallized: onze kennis over de wereld: feiten kennis
fluid: “on the spot” kunnen denken en problemen oplossen. VB logisch redeneren. reageren op nieuwe problemen.
Een vierde visie op intelligentie is die van John Carroll. Wat was zijn visie?
Combinatie van andere drie visies. “g” heeft invloed op diverse gebieden zoals fluid- en crystallized intelligence, die hebben vervolgens weer invloed op andere vaardigheden.
Wat betekend de score 100 in een IQ test van de WAIS IV?
100 is de gemiddelde score. als je deze boven de 100 scoort scoor je boven gemiddeld. als je onder de 100 scoort scoor je onder gemiddeld.
Voor welke vier gebieden van succes is intelligentie een voorspeller op latere leeftijd?
academisch, economisch, beroeps en zelfdiscipline.
Een belangrijk component van intelligentie is de genetische bijdrage. Deze neemt toe met leeftijd. Hoe zou dit verklaard kunnen worden?
1 naarmate kinderen ouder worden kiezen ze meer hun eigen omgeving uit die meer bij eigen genen past.
Genotype en omgeving hebben op drie verschillende manieren interactie met elkaar. Welke zijn dit?
Passieve effecten: invloeden van het genotype door genetische overlap. VB Als ouders zelf houden van lezen hebben ze meer boeken in huis. Dit beinvloed het kind indirect.
evocatieve effecten: invloeden van het genotype doordat het kind een invloed heeft op het gedrag van anderen. VB kind reageert positief op voorlezen—>vader gaat meer voorlezen.
actieve effecten: invloed doordat kind zelf bepaalde keuze maakt. VB zelf meer gaan lezen.
Wat is de relatie tussen hoogwaardige gezinsomgeving en IQ? Hoe kan dit gemeten worden?
kinderen in een hoogwaardige gezinsomgeving hebben vaak een hoger IQ. Via de HOME observatie checklist (tot 3 jaar)
Geef een voorbeeld van gedeelde en niet gedeelde gezinsinvloeden. Wat is de relatie tussen gedeelde en gezinnen met een laag inkomen in de VS?
Niet gedeelde: geboorte volgorde
gedeelde: aantal boeken in huis, hoeveelheid chaos
gedeelde gezinsinvloeden op intelligentie zijn hoger in gezinnen met een laag inkomen in de VS.
Welke invloed heeft scholing op IQ?
klas heeft meer invloed op IQ dan leeftijd.
Wat is het Flynn effect? Wat is hier de meest belangrijke oorzaak van?
IQ scores over de gehele wereld nemen toe over generaties. Er wordt binnen onderwijs meer nadruk gelegd op fluid intelligence.
We worden wel steeds slimmer met z’n allen, maar sociale klasse, discriminatie en ongelijkheid hebben ook invloed op IQ. We zien dat er verschillen zijn tussen etnische groepen en rassen. Welk drie bewijzen zijn hiervoor?
verschillen veel kleiner binnen dezelfde sociale klassen dan tussen sociale klassen.
veel meer variatie binnen dan tussen groepen.
IQ verschillen zijn kleiner geworden in de afgelopen 50 Jaar—>gevolg van minder discriminatie en meer gelijkheid.
Wat is de environmental risk scale? waar wordt deze voor gebruikt?
De invloed van bepaalde risico factoren in de omgeving op IQ score. Belangrijk is dat het aantal risico factoren bepalender is dan welke risico factor.
Wat is het Project Head start? wat waren de resultaten?
gigantisch onderzoeksinterventie onder 32 miljoen kinderen. Deze werden kregen interventies als: vroeg leren en voorschoolse educatie, gezondheidsmaatregelen en familie en welzijnsinterventies.
resultaten:
betere pre-writing skills–>na een jaar al weg.–>waarschijnlijk door lagere kwaliteit scholen
betere sociale vaardigheden, gezondheid, minder kans op blijven zitten, etc.
Wat is Gardner zijn visie op intelligentie? Multiple intelligences.
Je hebt verschillende gebieden waarop je een hoog IQ kunt hebben. bijvoorbeeld: naturalistisch, linguistic en interpersonal.