H4 Flashcards

1
Q

Jean Piaget’s benadering voor het begrijpen van cognitieve ontwikkeling wordt gelabeld als constructivist. Wat wordt hiermee bedoeld?

A

De theorie beweerd dat kinderen zelf kennis creeeren (construct) door hun ervaringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Piaget beschrijft drie bronnen van continuiteiten waardoor kinderen leren: Assimilation, accommodation en equilibration. Wat houden deze drie begrippen in?

A

Assimilation: Het verenigen van informatie in concepten die ze al begrijpen

Accommodation: het verbeteren van huidige kennis als reactie op een nieuwe ervaring

Equilibration: Het proces van balanceren tusen assimilation en accommodation. Die begint met een fase van equilibration: kennis en observatie rijmen met elkaar, daarna disequilibrium: nieuwe kennis door observatie leidt tot verwarring in kennis. Laatste fase. Kennis wordt aangepast aan de hand van observatie en deze rijmen weer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In Piaget’s stages of cognitive development staan vier componenten centraal: qualitative change, broad applicability, brief transitions en invariant sequence. Leg deze componenten uit.

A

Qualitative change: Kinderen denken kwalitatief verschillend per leeftijd. Kinderen van vijf hebben een hele andere morele oordelen dan kinderen van acht.

broad applicability: De verschillende manieren van denken per leeftijd betreffen diverse gebieden.

brief transitions: tussen elk stadium is er een moment wanneer kinderen afwisselen van denkstijl.

invariant sequence: De fases staan vast in volgorde en iedereen doorloopt ze allemaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beschrijf de vier stages of cognitive development van Piaget.

A

sensorimotor stage: 0-2 jaar. intelligentie wordt gekenmerkt door sensorische en motorische vaardigheden. Via deze middelen leren de kinderen over concepten als tijd, ruimte en causaliteit.

preoperational stage: 2-7 jaar. expressie van taal en mentale verbeelding is mogelijk. herinneringen worden opgeslagen echter worden concepten als volume van water nog niet begrepen.

concrete operational stage: 7-12 jaar. logisch redeneren is mogelijk. Volume van water experiment wordt begrepen. abstracte informatie wordt nog niet begrepen.

formal stage 12-… abstracte en hypothetische informatie worden ook begrepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Vanaf welke leeftijd zijn kinderen zich bewust van object permanence?

A

vanaf 1 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de A-not-B error die baby’s van 8-12 maanden vertonen

A

Wanneer een object meermaals op locatie A verstopt is en vervolgens op locatie B verstopt wordt hebben baby’s de neiging om toch voor locatie A te gaan ook al zien ze dat het object op locatie B ligt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

vanaf 18-24 maanden vertonen kinderen volgens Piaget deferred imitation. Wat houdt dit in?

A

Het nadoen van andere mensen hun gedrag een substantiel langere tijd nadat het gedrag zich voor deed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kinderen van 3-5 jaar ontwikkelen volgens Piaget symbolic representation wat houdt dit in?

A

Het gebruik van objecten als symbool voor iets anders. Bijvoorbeeld een stok als geweer gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

In de preoperational stage van Piaget denken veel kinderen volgens het principe van egocentrism. Wat houdt dit in?

A

Dit houdt in dat ze de wereld alleen vanuit hun eigen perspectief kunnen waarnemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kinderen tot 6 jaar focussen zich voornamelijk op een perceptuele eigenschap en sluiten anderen buiten. Een voorbeeld is het experiment in figuur 4.5 met de weegschaal en gewichten. Hoe wordt dit fenomeen genoemd?

A

centration

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kinderen van 5-8 jaar worden vaak getest op het conservation concept. Wat houdt dit in?

A

Het idee dat het veranderen van vorm van objecten niet persee andere entiteiten veranderd. Bijvoorbeeld een glas water dat in een andere vorm glas wordt gegoten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Het Pendulum experiment toont welk onvermogen aan bij kinderen in de operational stage?

A

Het vermogen om logische conclusies te trekken en andere mogelijke oorzaken te herkennen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een belangrijk niet inhoudelijk verschil tussen de Formal stage en alle andere stages van Piaget’s theorie?

A

Niet iedere volwassene bereikt ooit deze stage.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn information-processing theories? En hoe worden task analysis hierbij ingezet?

A

Theorieen die focussen op de structuur van cognitieve systemen en mentale activiteiten die gebruikt worden om aandacht en geheugen toe te passen om problemen op te lossen. Task analysis is een onderzoekstechniek waarbij doelen, obstakels en mogelijke oplossingen worden geformuleerd om een probleem op te lossen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke twee biologische processen dragen bij aan snellere processing speed?

A

myelination en meer connecties tussen hersengebieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke strategie om het geheugen te verbeteren leren kinderen tussen 5-8 jaar te gebruiken?

A

herhaling

17
Q

Hoe verschilt de overlapping waves theory van piaget’s theory van conservation-of-number?

A

Piaget’s theory geeft aan dat kinderen vanaf een bepaalde leeftijd snappen dat andere entiteiten niet persee veranderen als bijvoorbeeld de vorm veranderd. Ze gebruiken dus de ene of de andere theorie (kennis) In de overlapping waves theory wordt aangegeven dat kinderen verschillende strategieen gebruiken en niet een.

18
Q

Om welke twee redenen is plannen moeilijk voor kinderen?

A

1 Het vergt het remmen van de behoefte van direct willen handelen en eerst strategisch nadenken over de beste optie.

2 kinderen neigen te optimistisch te zijn over hun vaardigheden om problemen op te lossen.

19
Q

Wat houden core-knowledge theories in? Welke vier begrippen staan binnen deze theorie centraal?

A

benaderingen die beweren dat kinderen bepaalde aangeboren kennis hebben van domeinen die van speciale evolutionair belang zijn. hierin staan vier kernbegrippen centraal:

  • levenloze objecten
  • levende wezens
  • getallen
  • ruimtelijk inzicht/geometrie
20
Q

Core-knowledge theorists zijn verdeeld over twee kampen als het gaat over hoeveel kennis is aangeboren. Welke twee kampen zijn dit en wat zijn de ideeen?

A

nativism: kinderen hebben substantiele aangeboren kennis van evolutionair belangrijke domeinen. VB Taal,
constructivism: combineren nativism met aangeleerde kennis. deze theorie beweerd dat kinderen bouwen geleidelijk kennis en begrip op door een combinatie van basis aangeboren kennis en ervaringen.

21
Q

Wat is het standpunt van sociocultural theories in ontwikkeling?

A

benadrukt de rol van andere mensen en de omgeving in de ontwikkeling van kinderen.

22
Q

Wat is een belangrijk verschil tussen Piaget’s, information-processing,core-knowledge theorieen en sociocultural theories?

A

de eerste drie benadrukken de invloed van het kind zelf op de ontwikkeling. sociocultural richt zich op de invloeden buiten het kind.

23
Q

Een vorm van guided participation is social scaffolding wat houdt dit in?

A

een proces waarin meer competente personen een tijdelijk framewerk creeeren dat kinderen ondersteunt met het denken op een hoger level dan dat ze zonder dit framewerk gekund hadden.

24
Q

Vygotsky de grondlegger van sociocultural benadering bij de ontwikkeling van kinderen benoemd private speech als een van de componenten van leren. Wat houdt dit in?

A

in de eerste fase legt iemand het kind uit wat hij/zijn moet doen. In de tweede fase herhaalt het kind dit in eigen woorden terwijl hij/zij de taak uitvoert. Dit wordt ook wel private speech genoemd. In een derde fase is de private speech slechts gemompel.

25
Q

een belangrijke vorm van cognitive development bij kinderen is intersubjectivity een vorm hiervan is joint attention. Wat houdt dit in? En waarom is het belangrijk?

A

Het proces waarbij een sociale partner focust op een gezamenlijk referentiepunt in de externe omgeving. Door bijvoorbeeld een combinatie van aanwijzen van een object, er naar kijken en uitspreken wat het is. Leert een kind sneller wat de betekenis van een object is. Ook kan joint attention gebruik worden voor kinderen om te evalueren van wie ze gedrag nadoen en van wie niet.

26
Q

Een andere groep theorieen die dynamic system theories wat houden deze theorieen in?

A

Een groep theorieen die zich focust hoe verandering voortkomt over de tijd door middel van complexe theorieen. Dus niet zozeer op de bron van gedrag, maar meer hoe en waarom ontwikkeling tot stand komt

27
Q

Wat is een belangrijk verschil als het gaat om hoe kinderen zich ontwikkelen tussen Piaget’s stages en dynamic theories?

A

Bij Piaget’s stage theorie is er sprake van stabiel gedrag tijdens een bepaalde fase gevolgd door een korte transitie periode. Dynamic theories suggereert dat gedrag afhankelijk is van de omgeving en snel, langzaam, vooruit of zelfs kort achteruit kan gaan en dus niet stabiel is. Het hangt erg af van het kind zijn historie in vergelijkbare situaties.

28
Q

beschrijf de kernbegrippen van Vygotsky’s sociocultural theorieen

A

Kinderen leren van anderen.

zone of proximal development: je moet zorgen dat dingen niet te moeilijk zijn maar ook niet te makkelijk.

29
Q

Wat was michael tomasello’s idee over ontwikkeling?

A

Kinderen willen graag leren, maar willen het ook graag doorgeven.