H7 Flashcards

1
Q

Kinderen delen cognitieve concepten in, in hierarchische schema’s. Deze schema’s kennen verschillende niveau’s. de general, medium en very specific zijn drie van deze niveau’s. Hoe worden deze ook genoemd? Van welk niveau beginnen kinderen meestal mee? Geef bij elk niveau een voorbeeld.

A

general: superordinate, zoogdier
medium: basic, dog
very specific: subordinate labrador

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

definieer het begrip naive psychology. Welke drie concepten staan hierin centraal?

A

een algemeen kennis level van het begrijpen van zichzelf en anderen. beliefs, actions en desires.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe leren kinderen o.a. andere mensen te begrijpen? gebruik imiteren en emotionele banden.

A

By imitating other people and forming
emotional bonds with them, infants encourage more interaction, creating
additional opportunities for the infants to acquire psychological
understanding. These interactions help infants learn both about people in
general and about differences between individuals.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

In hoeverre begrijpen 12 maanden oude kinderen verschillen tussen mensen? En hebben ze een voorkeur?

A

onderzoeken tonen aan dat kinderen voorkeur hebben voor mensen die dezelfde taal spreken en die aardig zijn. Dit heeft echter zijn grenzen. Als de beloning te hoog opweegt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke concepten zijn betrokken bij de theory of mind?

A

intentions, desires, emotions, beliefs en perceptions of others

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de false belief test? En wat toont deze test bij 3 jaar oude kinderen?

A

Een taak die weergeeft dat mensen volgens hun eigen overtuigingen handelen ook al weet de ander dat de overtuiging niet klopt. drie jaar oude kinderen begrijpen meestal nog niet dat anderen niet weten wat zij weten. Voorbeeld is het experiment met de smarties op blz 790.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de theory of mind model? (TOMM)? En wanneer wordt geloofd dat deze volledig ontwikkeld is?

A

een verondersteld brein mechanisme dat gericht is op het begrijpen van andere mensen. na 5 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welk bewijs voor het idee dat de theorie of mind deels door ervaring wordt beinvloed geven empirists in het boek?

A

Kinderen die oudere broers of zussen hebben slagen eerder voor de false belief test.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het verschil tussen pretend play en sociodramatic play?

A

sociodramatic is meer geavanceerd en bevat spellen als doktertje en thee kransjes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke verkeerde overtuigingen en redeneringen hebben kinderen vaak volgens H7?

A

1 Kinderen weten vaak niet het verschil tussen objecten en levende wezens.

2 kinderen weten vaak niet wat leeft en wat niet. (echter is hier ook tegenbewijs voor gevonden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom snappen kinderen pas vanaf 7-9 jaar dat planten levende wezens zijn? Terwijl ze wel erkennen dat deze kunnen groeien, genezen en doodgaan.

A

leven wordt geassocieerd met bewegen. Later snappen ze dat planten ook bewegen. bijvoorbeeld richting het zonlicht om te groeien. Cultuur en ervaring beinvloeden op welke leeftijd kinderen dit snappen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is essentialism?

A

Het idee dat levende dingen een essentie hebben die maakt wat ze zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vanaf welke leeftijd lijken kinderen het begrip causaliteit te snappen aan de hand van het “blicket detector” experiment.

A

24 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke vier punten van kritiek zijn er op piaget’s stage theorie?

A

1 weinig inzicht in onderliggende mechanismen

2gebruikte complexe testen

3 geen oog voor invloed van de sociale omgeving

4 overschatting van consistentie in ontwikkeling van kinderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom stellen kinderen vaak de waarom vraag?

A

omdat het makkelijker is om dingen te onthouden als je weet waarom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vanaf welke leeftijd hebben kinderen zelf-bewustzijn?

A

Vanaf baby weten kinderen al wanneer iemand anders hun aanraakt en wanneer zij zichzelf aanraken.

17
Q

Welke drie ontwikkelingen op gebied van naieve psychologie lopen kinderen door na hun eerste levensjaar?

A

1 gevoel van individualiteit groeit nog meer.

2 toename van gedeelde aandacht (joint attention)

3 Toename van intersubjectivity–>besef samen iets te vertellen of iets te doen.

18
Q

Wat is de eerste stap in de ontwikkeling van de theorie of mind? Op welke leeftijd komt deze eerste stap voor.

A

relatie tussen wensen en acties. vanaf ongeveer 12 maanden snapt dat wensen leiden tot bepaald gedrag.

19
Q

Wat is de tweede stap in de ontwikkeling van theorie of mind?

A

The false belief test.

20
Q

Als we kijken naar de subonderdelen intenties, wensen en overtuigingen van de theorie of mind hoe presteren kinderen met een gehoorafwijking ten opzichte van kinderen die dit niet hebben?

A

intenties–>geen verschil
wensen–>horen beter
overtuigingen—>horen beter

21
Q

beschrijf de vier algemene ontwikkelingsfases van spel

A

12-18 maanden: doen alsof, object vervangen

2-3 jaar: sociodramatisch

6 jaar: sport, bordspellen. regels zijn belangrijk

12-13 einde doen alsof.

22
Q

Is er een causale link tussen ‘doen alsof’ en sociale vaardigheden

A

nee