H7 Plauderecke D-N Flashcards
Wie viele Zimmer hat eure Wohnung/euer Haus?
Hoeveel kamers zijn er in jullie woning/huis?
Wo ist dein Schlafzimmer/ das Wohnzimmer?
Waar is jouw slaapkamer/woonkamer?
Hast du ein eigenes Zimmer?
Heb jij een eigen kamer?
was steht in deinem Zimmer?
Wat staat er in jouw kamer?
Habt ihr einen Garten?
Hebben jullie een tuin?
Unsere Wohnung hat insgesamt 3 Zimmer
Onze woning heeft in totaal 3 kamers
Mein Schlafzimmer ist im ersten Stock
mijn slaapkamer is op de eerste verdieping
Ja, habe ich.
Nein, ich teile mir ein Zimmer mit meinem Bruder/meiner Schwester.
Ja, heb ik.
Nee, ik deel een kamer met mijn broer/zus.
In meinem Zimmer stehen ein bett, ein Schrank und eine Pflanze.
In mijn kamer staan een bed, een kast, en een kamerplant.
Nein, wir haben einen Balkon/eine Terrasse.
Nee, we hebben een balkon/een terras.
Wo wohnst du?
Waar woon je?
In welchem Viertel wohnst du?
In welke wijk woon jij?
In was für einem Haus wohnst du?
In wat voor huis woon je?
Mit wem wohnst du zusammen?
Met wie woon je samen?
Wie lange wohnst du da schon?
Hoelang woon je daar al?
Gefällt es dir dort?
Bevalt het je daar?
Ich wohne in Stuttgart/auf dem land.
Ik woon in Stuttgart/op het platteland.
Ich wohne im Zentrum/in Charlottenburg.
Ik woon in het centrum/in Charlottenburg.
Ich wohne in einem Reihenhaus/auf einem Bauernhof.
Ik woon in een rijtjeshuis/op een boerderij.
Ich wohne dort mit meinen Eltern und Geschwistern/meiner Mutter.
Ik woon daar met mijn ouders, broers en zussen/ mijn moeder.
Ich wohne dort seit 4 Jahren/schon immer.
Ik woon hier sinds 4 jaar/altijd al.
Ja, es gefällt mir sehr gut.
Nein, ich möchte lieber in einem Dorf/woanders wohnen.
Ja, het bevalt me heel goed.
Nee, ik wil liever in een dorp/ergens anders wonen.
