DU H4 ww D-N & N-D Flashcards
FuBball spielen
voetbal spelen
voetbal spelen
FuBball spielen
gewinnen-verlieren
winnen-verliezen
winnen-verliezen
gewinnen-verlieren
joggen
hardlopen
hardlopen
joggen
laufen
lopen
lopen
laufen
liegen
liggen
liggen
liegen
reiten
paardrijden
paardrijden
reiten
schwimmen
zwemmen
zwemmen
schwimmen
schieBen
schieten
schieten
schieBen
Ski fahren
skiën
skiën
Ski fahren
stahen
staan
staan
stehen
dansen
tanzen
tanzen
dansen
treffen
raken
raken
treffen
tennis spielen
tennissen
tennissen
tennis spielen
bleiben
blijven
blijven
bleiben
kämpfen
vechten
vechten
kämpfen
klettern
klimmen
klimmen
klettern
mitmachen
meedoen
meedoen
mitmachen
reisen
reizen
reizen
reisen
spazieren
wandelen
wandelen
spazieren
stolz sein auf
trots zijn op
trots zijn op
stolz sein auf
träumen
dromen
dromen
träumen
brauchen
nodig hebben
nodig hebben
brauchen
mögen
leuk vinden/mogen
leuk vinden/mogen
mögen
Rennrad fahren
wielrennen
wielrennen
Rennrad fahren
Schlittschuh laufen
schaatsen
schaatsen
Schlittschuh laufen
trainieren
trainen
trainen
trainieren
angeln
vissen
vissen
angeln
ausgehen
uitgaan
uitgaan
ausgehen
computer spielen
gamen
gamen
computer spielen
etwas unternehmen
iets doen
iets doen
etwas unternehmen
fernsehen
televisie kijken
televisie kijken
fernsehen
Gitarre spielen
gitaar spelen
gitaar spelen
Gitarre spielen
ich beschäftige mich mit
ik hou me bezig met
ik hou me bezig met
ich beschäftige mich mit
ich interessiere mich für
ik interesseer me voor
ik interesseer me voor
ich interessiere mich für
ins Kino gehen
naar de bioscoop gaan
naar de bioscoop gaan
ins Kino gehen
Klavier spielen
piano spelen
piano spelen
Klavier spielen
rumhängen
rondhangen
rondhangen
rumhängen
sammeln
verzamelen
verzamelen
sammeln
Schlagzeug spielen
drummen
drummen
Schlagzeug spielen
tauschen
ruilen
ruilen
tauschen