H7 Motivatie Flashcards
motivatie
het geheel van processen die betrokken zijn bij de interne dynamiek (de ‘motor’) van het gedrag
- de motivatie geeft aanzet tot opstarten v/e gedrag
- bepaalt de richting vh gedrag
- bepaalt de intensiteit van het gedrag
- heeft invloed op de persistentie vh gedrag
behoeften
algemenere categorieën van objecten waar mensen nood aan hebben
motieven
de concrete vormen die een behoefte kan aannemen
incentives
de externe prikkels/objecten die vanuit een bepaalde behoefte als aantrekkelijk ervaren worden –> individu tot een bep gedrag aanzetten
overgedetermineerd
de vastelling dater vaak meerdere determinanten tegelijk aan de oorsprong kunnen liggen van een bep gedrag
3 lagen van de psyche (volgens Freud)
- het bewuste (direct toegankelijke laag)
- het voorbewuste (onderbewuste, kennis waar je niet aan denkt MR wel bewust van kunt worden)
- het onbewuste (verdrongen inhouden)
conversiestoornissen
vreemde fenomenen waarbij een patiënt bepaalde functie uitval vertoont zonder lichamelijke oorzaak
het psychisch apparaat
de persoonlijkheid
id/ed
beheerst door het lustprincipe
- eros (levensdrift): ik-driften + seksuele drift
- thanatos (doodsdrift)
ego/ich
werkt vanuit realiteitsprincipe
superego/über-ich
moraliteitsprincipe, ontwikkelt vanaf ontknoping oedipuscomplex in kleuterperiode
- ik-ideaal
- geweten
analytische psychologie
Carl Jung: positievere kijk op de mens
- individuatieproces
- collectieve onbewuste bovenop persoonlijke onbewuste
individuatieproces
geleidelijk ontwikkelen van grotere tolerantie van eigen verdrongen eigenschappen –> jezelf kunnen zijn
collectieve onbewuste
een hoeveelheid vage voorstellingen en ideeën die tot erfeljike uitrusting behoren (vb bang vr donker)
neobehavioristische motivatietheorie van Hull
psychologische spanning als bron van motivatie
need (biologische behoefte) –> drive (psychologische spanning) –> gedrag —–> spanningsreductie (bekrachtigend op gedrag inwerkt, gedrag in vervolg sneller vertoond)
vb voedseltekort –> honger –> eten —-> spanningsreductie+volgende keer sneller eten
onstaan van behoefte volgens Hull
-verstoring homeostatisch evenwich of van hormonale toestand –> primaire behoeften
- alle niet fysiologische behoeften: verworven via leerprocessen –> secundaire behoeften
-functionele autonomie
functionele autonomie
secunaire behoefte kan na een tijd autonoom worden en de bevrediging ervan een doel op zich worden –> verklaring: invloed intermitterende bekrachtiging en zelfbekrachtiging
perceptuele deprivatie
kan leiden tot psychische problemen doot extreem tekort aan sensorische stimulatie
humanistische behoeftetheorie van Maslow
behoeftepiramide:
1) zelfactualisering (groeibehoefte)
2) achting, waardering
3) liefde en saamhorigheid
4) veiligheid
5) fysiologische behoeften (lichamelijk)
1-4 = psychologisch
2-5 = deficiëntiebehoeften
normaal gedrag (Maslow)
gedrag dat zich volgens bepaalde norm voltrekt
modaal gedrag (Maslow)
gedrag dat het meeste voorkomt
zelfdeterminatietheorie Deci en Ryan
= positief-psychologische motivatietheorie: combi van 6 mini-theorieën
centraal= groei: mens uitgerust met natuurlijke tendens om permanent te ontwikkelen om in harmonie te zijn met omgeving
psychologische basisbehoeftentheorie
1 van de 6 mini theorieën
- autonomie
- verbondenheid
- competentie
–> alle 3 even belangrijk + universeel
criteria om als psychologische basisbehoefte aanschouwd te worden binnen ZDT
-psychologisch (betrekking op psychisch funtioneren)
- inherent (behoren tot menselijke natuur vanwege evolutionair voordeel)
- essentieel ( onmisbaar vr psychologische groei en welbevinden)
- universeel
- soms impliciet ( iedereen heeft er baat bij, zelf wnr je niet bewust aanvoelt/nastreeft)