H7: De grondwettelijke rechten en vrijheden Flashcards
Belgen
Belgen zijn dan diegenen die de Belgische nationaliteit hebben vanwege hun afstamming, die deze door huwelijk, nationaliteitskeuze of naturalisatie hebben verkregen.
ART 191 GW.
iedere vreemdeling die zich op het grondgebied van België bevindt, geniet de bescherming verleend aan personen en aan goederen, behoudens de bij de wet gestelde uitzondering. DUS: Wanneer een grondwetsartikel een fundamenteel recht toekent of waarborgt aan ‘elke Belg’, geldt dat daarom ook voor de in België verblijvende vreemdeling.
Gelijkheidsbeginsel
Het gelijkheidsbeginsel is een grondwettelijk principe dat wordt opgenomen onder de artikelen 10 en 11 van de grondwet. Waar artikel 10 grondwet op positieve wijze de gelijkheid van de Belgen poneert, stelt artikel 11 van de grondwet dat het genot van rechten en vrijheden zonder discriminatie en alle Belgen moeten worden verzekerd.
Grondwettelijke gelijkheidsbeginsel
het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel houdt een vereiste van juridische gelijkheid in en dus geen van feitelijk gelijkheid voorschrijft.
Juridische gelijkheid
Juridische gelijkheid staat voor gelijkheid voor de wet, dit houdt in dat iedereen die zich in dezelfde toestand bevindt op dezelfde manier moet behandeld worden.
Een logisch gevolg van de juridische benadering van de gelijkheid, is dat de eerbiediging van het gelijkheidsbeginsel wordt beoordeeld op basis van een aantal criteria die betrekking hebben op de ingestelde ongelijkheid. (dus gelijkheidsbeginsel wordt bepaald door een aantal ingestelde ongelijkheden, die aan bepaalde criteria moet voldoen)
Een ander gevolg van de juridische benadering van het gelijkheidsbeginsel is dat men niet alleen de personen die zich in dezelfde toestand bevinden gelijk moeten behandelen, maar dat men ook verplicht is om een verschil in behandeling te maken voor toestanden die fundamenteel verschillend zijn.
Onderscheidingscriterium bij gelijkheidsbeginsel
Het aangewende onderscheidingscriterium moet meer bepaald objectief zijn, alsook kennelijk en redelijkerwijze relevant gelet op de aard, het doel en de gevolgen van de norm. Is dit onderscheid niet verantwoord of bestaat er geen evenredigheid tussen het aangewende middel en het nagestreefde doel, dan is het gelijkheidsbeginsel geschonden.
Onweerlegbaar vermoeden van schendingen van het gelijkheidsbeginsel
Dat is het geval wanneer een onderscheid wordt gemaakt op basis van ras, nationaliteit, geslacht, politieke overtuiging en dergelijke. Zo is een belasting op vrouwelijke dienstpersoneel niet toegelaten. Een belasting op dienstpersoneel die in de praktijk alleen vrouwen treft, werd wel aanvaardt.
Feitelijke gelijkheid
Feitelijke gelijkheid kan zowel verwijzen naar gelijkheid in de wet (alles identiek behandelen ook wanneer de toestanden fundamenteel verschillend zijn) of naar gelijkheid door de wet (feitelijke gelijkheid die het resultaat zou zijn van de toepassing van de norm).
Gelijkheid op wettige toepassingen
Uit de verkeerde toepassing van de wet in een afzonderlijk geval kan geen recht worden geput op de herhaling van de onwettigheid. Wanneer dus in een tweede gelijkaardig geval de wet juist wordt toegepast, houdt dat geen schending in van het gelijkheidsbeginsel. Het is niet omdat een strafbaar feit werd geseponeerd, dat een ander, gelijkaardig feit niet zou mogen worden vervolgd. Gelijkheid of het gelijkheidsbeginsel staat enkel op wettige toepassingen, niet op onwettige toepassingen.
Gelijkheid door de wet (feitelijke gelijkheid)
Feitelijke gelijkheid die het resultaat zou zijn van de toepassing van de norm. Bv: men geeft iedereen even veel pensioen.
Gelijkheid in de wet (feitelijke gelijkheid)
Alles identiek behandelen ook wanneer de toestanden fundamenteel verschillend zijn. Ongeacht u feitelijke verschillen die er zijn wordt iedereen gelijk behandeld. Je bent gelijk in de toepassing van de wet. Bv: een persoon met een beperking moet gelijk behandeld worden als een persoon zonder beperking.
Gelijkheid voor de wet (juridische gelijkheid)
De gelijkheid voor de wet houdt in dat alle individuele
Belgen zich op gelijke wijze naar de wet moeten gedragen, zoals ze allen hetzelfde recht hebben om de bescherming van de wet in te roepen. Dit brengt met zich mee dat iedere burger in gelijke mate recht heeft op een correcte toepassing van de wet.
Houdt dus in dat niet iedereen gelijk moet worden behandeld, maar wel dat allen die zich in dezelfde toestand bevinden op dezelfde wijze moeten worden behandeld. Verschillen in behandeling tussen bepaalde categorieën van personen zijn dan ook mogelijk, mits dat onderscheidt allen in dezelfde toestand gelijk behandelt en beantwoordt aan bepaalde criteria.
Vrijheid van persoon
Is een belangrijk deel van de grondwettelijke rechten en vrijheden en dat meer bepaald in de optiek van strafrechtelijke vervolging en bestraffing. Maar ook bewegingsvrijheid: dat wil zeggen de bewegingsvrijheid, alsook de vrijheid om zijn woonplaats en verblijfplaats te kiezen.
ART 12 GW.
De vrijheid van de persoon is gewaarborgd. Niemand kan worden vervolgd dan in de gevallen die de wet bepaald en in de vorm die zij voorschrijft.
Behalve bij ontdekking op heterdaad kan niemand worden aangehouden dan krachtens een met redenen omkleed bevel van de rechter, dat moet worden betekend bij de aanhouding of uiterlijk binnen 48uren.
Recht op privacy
Het betreft hier de onschendbaarheid van de woning, de onschendbaarheid van het briefgeheim en het relatief recent in de grondwet ingevoegd recht op de eerbiediging van het privéleven, dat op grond van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens al in onze interne rechtsorde was opgenomen.
De onschendbaarheid van de woning
(Men heeft het over huiszoekingsrecht, niet toegangsrecht) De woning is onschendbaar, en er kan geen huiszoeking plaatshebben buiten in de gevallen die de wet bepaalt en in de vorm die ze voorschrijft.
Het recht op eerbiediging van de woning is echter geen absoluut recht. Inmenging door het openbaar gezag is mogelijk indien de wetgever oordeelt dat er voldoende redenen zijn om een beperking van de onschendbaarheid te kunnen verantwoorden, bijvoorbeeld omwille van de openbare veiligheid of omwille van de economische belangen van het land.
ART 15 GW.
De woning is onschendbaar; geen huiszoeking kan plaatshebben dan in de gevallen die de wet bepaalt en in de vorm die zij voorschrijft
Huiszoekingsrecht
Een van de belangrijkste vormvereisten is het optreden van de rechterlijke macht die toelating tot huiszoeking verleent. Een onrechtmatige huiszoeking heeft tot gevolg dat de gegevens die tijdens de huiszoeking werden bekomen, op een onwettige wijze werden verkregen en derhalve onbruikbaar zijn.
Begrip woning
Die onschendbaarheid van de woning slaat op elke ruimte die een persoon bewoont om er zijn werkelijke verblijfplaats te vestigen, en heeft bijvoorbeeld ook betrekking op tweede verblijven of vakantieverblijven
Toegangsrecht
Het recht dat de overheid heeft in publieke domeinen/ publieke openbare wegen/ publiek opengestelde plaatsen zoals een dancing, … (valt dus niet onder art 15)