H7 - Argumenteren En Discussieren Flashcards

1
Q

Wat is discussiëren?

A

Je standpunt verdedigen en anderen overtuigen van de juistheid ervan en een vorm van communiceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is argumenteren?

A

Bewijzen leveren die je mening of standpunt onderbouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een standpunt?

A

Een uiting waarin je je mening over iets weergeeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een argument?

A

Een uiting waarmee je je standpunt toelicht of verdedigt tegen kritiek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is bewijsvoering?

A

Argumenten in logische samenhang presenteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn indicatoren?

A

Woorden of stukjes zin waarmee je een standpunt weergeeft of waarmee je een verband aangeeft tussen twee uitingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kun je argumenten met een waardeoordeel het beste geven?

A

Als een persoonlijk oordeel en niet als feitelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn objectieve argumenten?

A

Feiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn subjectieve argumenten?

A

Persoonlijke argumenten gebaseerd op je eigen levenservaring, je morele overtuiging, je geloofsovertuiging of je emoties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn feiten?

A

Bewering waar geen discussie over kan zijn, omdat het objectief vast te stellen is en te controleren, bijv uitkomst van onderzoek of een voorbeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is argumentatie/redenering?

A

Standpunt en argumenten samen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke 7 soorten argumenten zijn er?

A
  1. Feitelijk argument
  2. Voorbeeld als argument
  3. Vergelijking als argument
  4. Beroep op autoriteit/gezagsargument
  5. Empirisch argument
  6. Emotioneel argument
  7. Moreel argument
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een feitelijk argument?

A

Een standpunt wordt bewezen door controleerbare feiten te noemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een voorbeeld als argument?

A

Standpunt wordt toegelicht met voorbeeld (beginnend met woord ‘zo’)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een vergelijking als argument?

A

Standpunt wordt toegelicht met een verwijzing naar een soortgelijk voorval of een soortgelijke gebeurtenis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een gezagsargument/beroep op autoriteit?

A

Standpunt wordt bewezen door iemand op te voeren die alg als groot deskundige op dit terrein wordt gezien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is een empirisch argument?

A

Een standpunt wort bewezen door (eigen) ervaringen op te voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is een ervaringsfeit?

A

Een objectief argument op basis van een (eigen) ervaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is een emotioneel argument/argument op basis van intuïtie?

A

Standpunt wordt bewezen door een (alg) gevoel op te voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is een moreel argument?

A

De argumenten worden ontleend aan een levensbeschouwing, meestal een politieke of religieuze overtuiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe kun je argumenteren?

A

Mondeling in een discussie

Schriftelijk in een betoog

22
Q

Wat is het verschil tussen een mondelinge discussie en een betoog?

A

Tegenargumenten van de lezer hoor je niet direct terug

23
Q

Wat zijn de 2 doelen van discussies?

A
  1. Informeren

2. Besluitvormend

24
Q

Wat is een informerende discussie?

A

Niet gericht op het eens worden met elkaar of maken van keuzes, slechts informeren naar hoe anderen erover denken

25
Q

Wat is een besluitvormende discussie?

A

Het komen tot een gezamenlijk besluit door bijvoorbeeld stemmen of het sluiten van een compromis

26
Q

Wat zijn de 4 fases in een discussie?

A
  1. Confrontatie
  2. Opening
  3. Argumentatie
  4. Afsluiting
27
Q

Wat is de confrontatie in een discussie?

A

Het wordt duidelijk dat de standpunten verschillen

28
Q

Wat is de opening in een discussie?

A

De discussie om het verschil van standpunt begint op te lossen en je kunt afspraken maken over de spelregels van de discussie

29
Q

Wat is de argumentatie in een discussie?

A

Argumenten voor en tegen worden uitgewisseld (bewijsvoering), de discussie start

30
Q

Wat is de afsluiting in een discussie?

A

Je kijktip hoeverre de discussie het meningsverschil heeft opgelost

31
Q

Waaruit bestaat een goed argument?

A
  • is juist: het is waar wat je zegt

- is geldig: het gaat over het onderwerp van het meningsverschil en niet over iets anders

32
Q

Wat is een drogreden?

A

Een ongeldig argument

33
Q

Wat zijn 7 onjuiste argumenten?

A
  • onjuist oorzakelijk verband
  • overhaaste generalisatie
  • cirkelredenering
  • argumenten uit de weg gaan / ontduiken van bewijslast
  • beroep op traditie
  • pragmatisch redeneren
  • autoriteitsdrogreden
34
Q

Wat is onjuist oorzakelijk verband voor ongeldig argument?

A

Aannemen details in het verleden B is gebeurd in toekomstige vergelijkbare gebeurtenissen dus B gebeurd

35
Q

Wat is overhaaste generalisatie voor ongeldig argument?

A

Het beoordelen van een individu op de kenmerken van anderen uit de groep waarvan hij deel uitmaakt

36
Q

Wat is cirkelredenering voor ongeldig argument?

A

Standpunt in andere woorden herhalen en leveren als argument

37
Q

Wat is argumenten uit de weg gaan (ontduiken van bewijslast) voor ongeldig argument?

A

Mening/standpunt zo leveren dat men er niet tegenin kan gaan

38
Q

Wat is beroep op traditie voor ongeldig argument?

A

Mening/standpunt wordt verdedigt met argumenten dat het altijd zo was

39
Q

Wat is pragmatisch redeneren voor ongeldig argument?

A

Bijzaak wordt tot hoofdzaak gemaakt door ongeldige argumenten te gebruiken en wordt de discussie waar het werkelijk omgaat omzeild

40
Q

Wat is autoriteitsdrogreden voor ongeldig argument?

A

Er wordt ten onrechte een beroep gedaan op autoriteit

41
Q

Hoe kun je reageren op een onjuist oorzakelijk verband?

A
  • kritische vraag stellen

- tegenargument geven

42
Q

Hoe kun je reageren op een overhaaste generalisatie?

A
  • kritische vraag stellen

- tegenargument geven

43
Q

Hoe kun je reageren op een cirkelredenering?

A
  • kritische vraag stellen
44
Q

Hoe kun je reageren op een argumenten uit de weg gaan (ontduiken van bewijslast)?

A
  • kritische vraag stellen
45
Q

Hoe kun je reageren op een beroep op traditie?

A
  • wijzen op onjuist van argumenten
  • tegendeel bewijzen dmv feiten/cijfers
  • kritische vraag stellen
46
Q

Hoe kun je reageren op een pragmatisch redeneren?

A
  • terugfluiten/bij de les halen

- tegenargument geven

47
Q

Hoe kun je reageren op een autoriteitsdrogreden?

A
  • vragen om uitleg

- terug in het hok wijzen

48
Q

Wanneer is er sprake van een prettige en zinvolle discussie?

A
  • laat elkaar uitpraten
  • luister naar elkaars argumenten
  • sta open voor elkaars mening
  • bestrijd argumenten op de inhoud, speel niet op de persoon
  • haal er geen dingen bij die er niet bij horen
  • blijf rationeel en zorg ervoor dat je argumenten geldig en juist zijn
  • discussieer niet alleen om de discussie te winnen, het gaat om het beste standpunt
49
Q

Geef 6 tips bij het discussiëren

A
  1. Lichaamstaal; hoe je je argumenten presenteert
  2. Begin met 1 of 2 goed onderbouwde argumenten
  3. Gebruik indicatorwoorden als want, omdat, indien, namelijk
  4. Breng het stelliger als het een feit is (het staat vast dat) en breng een persoonlijk argument met ik vind
  5. Bereid je voor als mogelijk mbv een schema
  6. Houd je hoofd koel en neem een pauze als de gemoederen te hoog oplopen
50
Q

Welke vaardigheden ondersteunen het voeren van een goede discussie?

A
  • overtuigingskracht: de manier waarop je het brengt
  • analytisch vermogen: hoofd- en bijzaken onderscheiden
  • kritisch zijn: je neemt niet zomaar alles aan en prikt door mooie woorden heen
  • openheid: je houdt voor ogen waarom je discussieert en luistert actief