H7 Flashcards

7.1, 7.2, 7.3

1
Q

Wat leverde de wetenschappelijke revolutie van de zeventiende eeuw op?

A

De wetenschappelijke revolutie leverde veel nieuwe kennis op over de natuur en de wereld door systematisch onderzoek, waarneming en het gebruik van de ratio.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is rationeel optimisme?

A

Rationeel optimisme is de overtuiging dat door het gebruik van de ratio een betere maatschappij kan worden ontwikkeld, kenmerkend voor het verlichte denken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke maatschappelijke structuren kwamen ter discussie te staan door verlichte ideeën?

A

De vanzelfsprekendheid van de adel en de geestelijkheid in het maatschappelijk leven, evenals het absolutisme, kwamen ter discussie te staan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe keken verlichte filosofen aan tegen religie?

A

Veel filosofen lieten zich kritisch uit over religie en zochten naar een godsbewijs, wat soms leidde tot conflicten met de Kerk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn natuurlijke rechten volgens verlichte denkers?

A

Natuurlijke rechten zijn rechten die voor alle mensen gelden, zoals het recht op vrijheid van meningsuiting, eigendom en veiligheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat was de opvatting van Thomas Hobbes, John Locke en Jean-Jacques Rousseau over politieke gemeenschap?

A

Zij geloofden dat het volk moest besluiten samen een politieke gemeenschap te vormen, met een sociaal contract als uitgangspunt voor het bestuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat was de visie van Montesquieu op machtsverdeling?

A

Montesquieu pleitte voor een trias politica, waarbij de uitvoerende, wetgevende en rechtsprekende macht bij verschillende partijen ondergebracht werden om machtsmisbruik te voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat was Voltaires mening over politieke inspraak van het volk?

A

Voltaire was van mening dat het overgrote deel van het volk te dom was om bestuurlijke verantwoordelijkheid te dragen en vond dat het bestuur voorbehouden moest blijven aan een bekwame minderheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe stonden Europese koningen tegenover verlichte ideeën?

A

De meeste koningen hielden vast aan het absolutisme, maar sommige, zoals Frederik de Grote van Pruisen, stonden open voor verlichte denkbeelden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is verlicht absolutisme?

A

Verlicht absolutisme is de manier van regeren waarbij een vorst zich inzet voor het welzijn van het volk zonder hen politieke inspraak te geven, zoals Frederik de Grote deed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat deed Catharina de Grote van Rusland met betrekking tot verlichte ideeën?

A

Catharina de Grote vond verlichte ideeën over gelijkheid en vrijheid interessant en liet een grondwet schrijven, maar deze werd al snel verworpen door de Russische edelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom verdween de grondwet in Rusland tijdens het keizerschap van Catharina?

A

De grondwet verdween omdat Catharina afhankelijk was van de adel voor het bestuur van haar grote land en zij verzet boden tegen gelijkheid in rechten en plichten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wie voerden het zware plantagewerk uit en waarom?

A

Afrikanen, die als slaven via de trans-Atlantische slavenhandel naar Amerika werden gehaald, voerden het zware plantagewerk uit, omdat de inheemse bewoners niet geschikt w

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat streefde Engeland halverwege de zeventiende eeuw na?

A

Engeland streefde naar het opzetten van plantagekoloniën in Amerika, geïnspireerd door de winst van de Spanjaarden en Portugezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom was Suriname geschikt voor suikerplantages?

A

Het klimaat en de grond in Suriname waren uitermate geschikt voor het verbouwen van suiker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe zag de sociale structuur in Suriname eruit?

A

Er ontstond een complexe samenleving van Europese kolonisten, slaven, vrije zwarten en mensen van gemengde afkomst (mulatten).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat waren de werkomstandigheden op de plantages?

A

De werkdagen waren lang en de werkomstandigheden waren slecht; plantagehouders besteedden weinig aandacht aan de veiligheid van de slaven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wie veroverde Suriname in 1667 en wat volgde daarop?

A

Een Zeeuwse kapitein veroverde Suriname, waarna de plantages in handen kwamen van een kleine groep Zeeuwse en Hollandse kolonisten die een gouverneur kozen voor het dagelijks bestuur.

15
Q

Wat was de rol van de Staten-Generaal van de Republiek in Suriname?

A

De Staten-Generaal zorgde voor soldaten die de belangen van de plantagehouders verdedigden, opstanden neersloegen en ontsnapte slaven aanvielen.

16
Q

Wie was John Stedman en wat deed hij?

A

John Stedman was een Schotse soldaat die zijn ervaringen in Suriname beschreef en tekeningen maakte die gruwelijke mishandelingen en het leven in Suriname illustreerden.

17
Q

Hoe beïnvloedde het boek van Stedman de strijd tegen slavernij?

A

Ondanks aanpassingen in de bewerkte versie, speelde het boek van Stedman een belangrijke rol in de groeiende steun voor de strijd tegen slavernij aan het eind van de achttiende en begin van de negentiende eeuw.

18
Q

Wie was Boni en wat deed hij?

A

Boni was een prominente figuur in de slavernijgeschiedenis van Suriname, die als volwassen man een groep marrons leidde en aanvallen op plantages organiseerde.

19
Q

Wat is abolitionisme en waaruit ontstond het?

A

Abolitionisme is de beweging om slavernij en slavenhandel af te schaffen, ontstaan vanuit verlichte ideeën over gelijkheid en rechtvaardigheid.

20
Q

Wie was Olaudah Equiano en wat was zijn bijdrage aan het abolitionisme?

A

Olaudah Equiano was een belangrijke woordvoerder van de abolitionisten, die zijn leven als slaaf beschreef en een beroep deed op christelijke normen en waarden.

21
Q

Wat besloten enkele koloniale grootmachten aan het begin van de negentiende eeuw?

A

Ze besloten dat er een einde moest komen aan slavenhandel en slavernij, en slavenhandel werd verboden.

22
Q

Wat was de compensatie die Groot-Brittannië bood aan slavenhouders?

A

Groot-Brittannië besloot slavenhouders financieel te compenseren voor het vrijmaken van slaven, wat formeel leidde tot het einde van de slavernij in het Britse Rijk in 1833.

23
Q

Wat leidde tot onvrede over het politieke systeem in de Nederlandse Republiek?

A

Verlichte ideeën over vrijheid en gelijkheid leidden bij een deel van het volk tot onvrede over het politieke systeem, waarin belangrijke bestuursfuncties in handen waren van een kleine groep regentenfamilies en stadhouder Willem V zich als een koning gedroeg.

24
Q

Wanneer volgde Nederland het voorbeeld van Groot-Brittannië?

A

Nederland volgde het Britse voorbeeld dertig jaar later, met de afschaffing van de slavernij.

25
Q

Wat waren de doelstellingen van de patriotten?

A

De patriotten wilden stadsbesturen tot aftreden dwingen en nieuwe verkiezingen van bestuurders organiseren, en richtten gewapende vrijkorpsen op.

25
Q

Wat waren de economische en militaire problemen van de Nederlandse Republiek in de 18e eeuw?

A

De economische voorspoed van de Gouden Eeuw nam af en de militaire situatie was slecht, wat duidelijk werd tijdens de dramatische nederlaag in de Vierde Nederlands-Engelse zeeoorlog in 1784.

26
Q

Wat was de reactie van de bevolking op de neergang van de Republiek?

A

Veel mensen vonden dat de regenten en de stadhouder verantwoordelijk waren voor de neergang van de Republiek. Joan Derk van der Capellen tot den Pol schreef een pamflet waarin hij de visie van de patriotten verwoordde.

27
Q

Hoe reageerde Willem V op de groeiende invloed van de patriotten?

A

Willem V besloot naar Nijmegen te vertrekken, waar de Oranjegezinden de bovenhand hadden, maar de patriotten maakten duidelijk dat ze het gezag van de stadhouder niet langer accepteerden.

27
Q

Wat gebeurde er in Frankrijk in 1789 en hoe beïnvloedde dit de patriotten in de Republiek?

A

In Frankrijk brak een revolutie uit; de patriotten in de Republiek werden geïnspireerd door de afschaffing van privileges en de uitroeping van een parlement.

27
Q

Wat was de uitkomst van de gevangenneming van prinses Wilhelmina?

A

De gevangenneming bleek een inschattingsfout; haar broer, de koning van Pruisen, kwam haar en haar echtgenoot militair te hulp, waardoor de patriotten werden verdreven uit de steden.

28
Q

Hoe hielpen de Franse revolutionairen de patriotten in de Republiek?

A

Toen het Franse revolutionaire leger de Republiek binnentrok, sloten de patriotten zich erbij aan en namen de macht over, waarna Willem V naar Engeland vluchtte.

29
Q

Hoe beïnvloedden de Fransen de Bataafse Republiek na de patriottische overwinning?

A

De Fransen behielden veel invloed; de Bataafse Republiek moest Frankrijk betalen voor haar ‘bevrijding’ en 25.000 Franse soldaten werden gelegerd om de Oranjegezinden te onderdrukken.

29
Q

Wat was de naamverandering van de Republiek en waarom?

A

De Republiek werd de Bataafse Republiek genoemd, geïnspireerd door de Bataven, een Germaanse stam die het in de eerste eeuw na Christus tegen de Romeinen opnam.

29
Q

Wat gebeurde er met de voormalige Republiek in 1810?

A

Napoléon besloot de voormalige Republiek tot een provincie van het Franse keizerrijk te maken.

30
Q

Wat was de uitkomst van de Bataafse Revolutie?

A

De Bataafse Revolutie werd geen onverdeeld succes; gematigde en radicale patriotten raakten in conflict, waardoor het bestuur verlamd raakte en er geen grondwet kon worden opgesteld.

31
Q

Wat deed Napoléon in 1806 en hoe beïnvloedde hij de Bataafse Republiek?

A

Napoléon beëindigde het slecht functionerende patriottenbestuur en stelde een regering in onder leiding van zijn broer Lodewijk Napoléon.

32
Q

Wat was de uitkomst van het Congres van Wenen in 1815?

A

De overwinnaars van Napoléon bespraken hoe de macht in Europa evenwichtiger kon worden verdeeld en besloten tot restauratie van de politieke situatie vóór de democratische revoluties, maar niet in absolute vorm.

33
Q

Wat werd het resultaat van de maatregelen van het Congres van Wenen?

A

De voormalige Republiek werd samen met de Zuidelijke Nederlanden een nieuwe constitutionele monarchie, het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, met Willem I als koning.

34
Q

Welke verworvenheden uit de democratische revoluties bleven bestaan na het Congres van Wenen?

A

De standensamenleving keerde niet terug, en de eenheid van rechtspraak bleef bestaan, maar de grondrechten en parlementaire macht werden ingeperkt.