H4 Flashcards

4.1, 4.2, 4.3

1
Q

Hoe waren de vroege Middeleeuwse dorpen qua economie georganiseerd?

A

Ze waren vrijwel geheel autarkisch, wat betekende dat elk dorp zelfvoorzienend was en voedseloverschotten ontbraken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe beïnvloedde Willem de Veroveraar de ontginning van land in Engeland?

A

Willem de Veroveraar bracht Vlaamse boeren naar Engeland, die hielpen bij de ontginning van land en de schapenteelt, wat leidde tot een grotere voedselproductie en specialisatie in ambachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat was de impact van de toenemende voedselproductie op de samenleving?

A

Het leidde tot de opkomst van specialisatie in ambachten en de groei van steden bij knooppunten van handelsroutes en burchten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat was de strategische en politieke functie van de nieuwe steden die door Willem de Veroveraar werden gesticht?

A

Ze bevorderden handel en nijverheid en stelden Willem in staat het omliggende platteland te besturen en belasting te heffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe ontwikkelde Londen zich in de elfde en veertiende eeuw?

A

Londen groeide van 15.000 inwoners in de elfde eeuw naar 45.000 in de veertiende eeuw, en werd een belangrijk handelscentrum voor producten zoals laken en luxeartikelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat waren de grootste steden in Europa in vergelijking met Londen in de veertiende eeuw?

A

Constantinopel met ongeveer 300.000 inwoners, en Noord-Italiaanse steden zoals Venetië, Genua, Bologna, Milaan, en Florence met bijna 100.000 inwoners. Gent was de grootste stad in de Nederlanden met 60.000 inwoners.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe verschilde regionale handel van interregionale handel in de Middeleeuwen?

A

Regionale handel vond plaats tussen steden en omliggende plattelandsgebieden, terwijl interregionale handel luxeproducten uit Azië en Arabische gebieden naar Noord-Europa bracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe veranderde de handel in de veertiende eeuw en wat was de rol van de Hanze?

A

Jaarmarkten verloren betekenis, Italiaanse handelaren gingen via de zee naar Brugge, en de Hanze organiseerde de handel door handelssteden in de Oostzee en Noordzee handelsvoordelen te geven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat was het effect van de opkomst van steden op de plattelandsbevolking en de adel?

A

Veel mensen verhuisden van het platteland naar de steden, wat leidde tot een tekort aan horigen. De adel verlaagde belastingen en verplichtingen om dit tegen te gaan, wat meer vrijheid voor de bevolking creëerde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat waren de belangrijkste sociale en politieke spanningen in de opkomende steden?

A

Er was onvrede over corruptie en vriendjespolitiek in het stadsbestuur, en nieuwe groepen zoals handelaren en handwerkslieden eisten invloed in het stadsbestuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe veranderde de rol van de adel in de grote en rijke steden van Noord-Italië?

A

De adel verloor veel van zijn macht, en steden zoals Florence, Milaan, en Bologna ontwikkelden zich tot stadstaten met eigen bestuursmacht over het omliggende platteland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe zorgde Willem de Veroveraar ervoor dat zijn legermacht effectief was?

A

Hij eiste een eed van trouw van zijn leenmannen en zorgde ervoor dat zij soldaten leverden of persoonlijk in het koninklijk leger vochten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe versterkte Filips II Augustus zijn machtspositie in Frankrijk?

A

Filips II Augustus breidde zijn bezittingen uit door leengoederen bij de kroondomeinen te voegen en gebruikte deze opbrengsten om Engelse gebieden in Frankrijk te veroveren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe was de politieke situatie in Engeland voordat Willem de Veroveraar zijn hervormingen doorvoerde?

A

Engeland werd bewoond door verschillende volkeren die gehoorzaamden aan plaatselijke edellieden, met een koning die weinig macht had.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat was de situatie van de Engelse koningen na de maatregelen van Willem de Veroveraar?

A

De positie van de Engelse koningen verzwakte door opvolgingsconflicten en de groeiende macht van hoge adellijke families, wat leidde tot een afname van de invloed van de eed van trouw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat waren Willem de Veroveraar’s belangrijkste maatregelen om de positie van de koning in Engeland te versterken?

A

Willem voerde een hervorming door waarbij hij oude edelen verving, de Kerk en kloosters als steunpilaren van het bestuur gebruikte, en het feodale systeem organiseerde met strengere controle over leenmannen en een modern ambtenarenapparaat.

13
Q

Wat was de rol van Jeanne d’Arc in de Honderdjarige Oorlog?

A

Jeanne d’Arc inspireerde de Franse koning Karel VII en het Franse leger tot agressievere oorlogsvoering, wat leidde tot belangrijke overwinningen en de herovering van Franse gebieden.

14
Q

Wat waren de gevolgen van de Honderdjarige Oorlog voor Frankrijk?

A

Frankrijk ontwikkelde een efficiënt belastingsysteem en een sterker centraal leger, wat leidde tot de centralisatie van macht en de uitdrijving van de Engelsen uit Frankrijk.

15
Q

Hoe verschilde de centralisatie van macht in Engeland en Frankrijk na de Magna Carta en de Honderdjarige Oorlog?

A

In Engeland beperkten de Magna Carta en de opkomst van een parlement de macht van de koning, terwijl in Frankrijk Lodewijk XI de koninklijke macht juist versterkte door centralisatie en hervormingen.

15
Q

Wat was de rol van de keurvorsten in het Heilige Roomse Rijk volgens de Gouden Bul van 1356?

A

De zeven belangrijkste stamvorsten kregen het alleenrecht om de koning te kiezen, wat leidde tot een beperking van de keizerlijke macht en een meer symbolische rol voor de keizer.

16
Q

Wat was de rol van de paus en de koning in de middeleeuwse christelijke wereld?

A

De paus had de geestelijke macht en leidde de Kerk, terwijl de koning of keizer de wereldlijke macht had over landen en mensen.

17
Q

Wat was het doel van de Eerste Kruistocht en wie leidde deze?

A

De Eerste Kruistocht had als doel om Jeruzalem en andere belangrijke christelijke plaatsen in Palestina van de Seldjoeken te bevrijden. De kruistocht begon in 1096 onder leiding van hoge adel en eindigde met de verovering van Jeruzalem in 1099.

17
Q

Waarom ontstond het Oosters Schisma in 1054?

A

Het Oosters Schisma ontstond door meningsverschillen over het primaat van de paus en geloofszaken zoals het nut van heiligenbeelden, wat leidde tot een splitsing tussen de West-Europese Kerk onder leiding van de paus en de Oosterse Kerk onder leiding van de patriarch.

18
Q

Wat was de Investituurstrijd en hoe eindigde deze?

A

De Investituurstrijd was een conflict tussen de paus en koningen over wie bisschoppen mocht benoemen. De strijd eindigde in 1122 met een overeenkomst waarbij de paus de bisschop benoemde en de keizer de bisschop een scepter overhandigde als teken van wereldlijke macht.

19
Q

Wat waren de belangrijkste gevolgen van de Eerste Kruistocht voor Jeruzalem?

A

De kruisridders veroverden Jeruzalem in 1099 en vestigden de kruisvaarderstaten, met het Koninkrijk Jeruzalem als de belangrijkste.

19
Q

Wat was het resultaat van de derde kruistocht en wie waren de belangrijkste deelnemers?

A

De derde kruistocht, waarbij Frederik I Barbarossa, Filips II Augustus en Richard Leeuwenhart betrokken waren, herstelde niet volledig de controle over Jeruzalem maar bereikte een overeenkomst waarbij Saladin christelijke pelgrims toegang tot Jeruzalem verleende.

20
Q

Wat waren de belangrijkste interne en externe krachten achter de kruistochten in Europa?

A

Interne krachten omvatten de Reconquista in Spanje en de uitbreiding van het christendom in het noordoosten van Europa, terwijl externe krachten de strijd tegen islamitische heersers in het Midden-Oosten betroffen.

21
Q

Welke religieuze en sociale gevolgen hadden de kruistochten voor joden en christenen in Europa?

A

De kruistochten leidden tot massale vervolgingen van joden in Europa en het uitroeien van christelijke groepen zoals de Katharen. Veel christenen vonden joden schuldig aan de dood van Jezus en economische redenen speelden ook een rol.

22
Q

Hoe beïnvloedden de kruistochten de relatie tussen het Westen en het Byzantijnse Rijk?

A

De relatie werd verstoord door de verovering en plundering van Constantinopel in 1204, wat de kloof tussen de paus en de Oosterse Kerk verdiepte, hoewel er ook handelscontacten en culturele uitwisselingen plaatsvonden.

22
Q

Wat waren de economische en culturele gevolgen van de kruistochten voor Europa?

A

De kruistochten verscherpten de tegenstellingen tussen christenen en moslims en leidden tot een hernieuwde kennismaking van Europa met luxeproducten uit het Oosten en het klassieke erfgoed. Er was ook culturele en wetenschappelijke uitwisseling, zoals de invoering van Arabische kennis en numerieke stelsels.