H6 Flashcards

6.1, 6.2, 6.3

1
Q

Wat was het percentage van de bevolking dat in de landbouw werkte in de kustgewesten van de Republiek in de 17e eeuw?

A

Slechts 40% van de bevolking werkte in de landbouw in de kustgewesten van de Republiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

In welke stad was de productie van laken een belangrijke industrie?

A

In Leiden werd veel laken geproduceerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat was de ‘moedernegotie’ in de Republiek?

A

De moedernegotie was de graanhandel met Noord-Duitse gebieden en de Baltische landen, die zorgde voor de eerste winstgevende internationale handel in Holland.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom werd de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) opgericht in 1602?

A

Om concurrentie tussen handelscompagnieën te verminderen en een handelsmonopolie op Azië te verwerven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat exporteerde de Republiek naar het Oostzeegebied tijdens de moedernegotie?

A

De Republiek exporteerde zuivelproducten en gezouten vis naar het Oostzeegebied.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke rechten kreeg de VOC van de Staten-Generaal?

A

De VOC mocht handelsovereenkomsten sluiten, soldaten en ambtenaren inhuren, forten bouwen, en oorlog voeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat was een belangrijk succes van de West-Indische Compagnie (WIC)?

A

In 1628 kaapte Piet Hein de Spaanse zilvervloot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat verhandelde de WIC in de driehoekshandel?

A

De WIC verhandelde kostbaarheden, wapens, en stoffen voor tot slaaf gemaakte Afrikanen, en nam suiker, tabak, rum en bont mee terug naar Europa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurde er in 1588 met de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden?

A

De Staten-Generaal besloten geen nieuwe vorst te zoeken, waardoor de zeven gewesten een republiek werden: de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke taken hadden de Staten-Generaal in de Republiek?

A

De Staten-Generaal bepaalden het buitenlandse beleid, de defensie van het land en bestuurden Drenthe en de Generaliteitslanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat mochten de Gewestelijke Staten zelf regelen?

A

De Gewestelijke Staten hadden autonomie in rechtspraak, regelgeving, belastinginning en godsdienst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wie waren de stadhouder en de raadspensionaris in de Republiek?

A

De stadhouder was de legerleider en de raadspensionaris was de woordvoerder van Holland in de Staten-Generaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat was het Twaalfjarig Bestand en wanneer vond dit plaats?

A

Het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) was een wapenstilstand tussen de Republiek en Spanje.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat veroorzaakte het conflict tussen Maurits en Van Oldenbarnevelt tijdens het Twaalfjarig Bestand?

A

Het conflict ontstond door verschillen in politieke en godsdienstige opvattingen. Maurits koos voor de orthodoxen en Van Oldenbarnevelt voor de gematigden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat was het gevolg van de dood van Willem II in 1650 voor het stadhouderschap?

A

Na de dood van Willem II besloten de Staten geen nieuwe stadhouder te benoemen, wat leidde tot het stadhouderloze tijdperk (1650-1672).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat was de Vrede van Münster en wanneer werd deze getekend?

A

De Vrede van Münster werd in 1648 getekend en erkende de Republiek als een soevereine staat.

16
Q

Wat was het Rampjaar en wat gebeurde er toen?

A

Het Rampjaar was 1672, toen Frankrijk, Engeland, Münster en Keulen de Republiek aanvielen. Willem III werd benoemd tot stadhouder en redde de Republiek.

17
Q

Wat waren de economische gevolgen voor de Republiek in de late 17e eeuw?

A

Door oorlogen en hoge belastingen liep de Gouden Eeuw ten einde en nam Engeland de leidende rol in de wereldhandel over.

17
Q

Wie was Nicolaus Copernicus en waarom verwierp de Kerk zijn ideeën?

A

Copernicus was een Poolse sterrenkundige die beweerde dat de zon, niet de aarde, het middelpunt van het zonnestelsel is. De Kerk verwierp dit idee omdat volgens de Bijbel Jeruzalem het middelpunt van de wereld was.

18
Q

Wat bewees Galileo Galilei in de zeventiende eeuw?

A

Galilei bewees dat Copernicus gelijk had over het heliocentrische model van het zonnestelsel, dat de zon het middelpunt is en niet de aarde.

19
Q

Hoe stond de Kerk tegenover de wetenschappelijke ontdekkingen van de zeventiende eeuw?

A

De Kerk had geen bezwaar tegen wetenschappelijke ontdekkingen, zolang kerkelijke standpunten niet onder druk kwamen te staan.

20
Q

Wat was Hugo de Groot’s belangrijkste werk en bijdrage aan het internationaal recht?

A

Hugo de Groot schreef “De Jure Belli ac Pacis”, wat de basis vormde voor het moderne volkenrecht, waarin hij stelde dat humaniteit boven soevereiniteit gaat.

20
Q

Wat was de rol van Christiaan Huygens in de Académie Royale des Sciences?

A

Huygens leidde het onderzoeksprogramma van de Académie Royale des Sciences, een instituut opgericht door Lodewijk XIV waar wetenschappers studeerden en experimenteerden.

20
Q

Hoe verschilde de kunstproductie in de Republiek van die in katholieke landen?

A

In de Republiek werden kunstenaars vooral ingehuurd door rijke burgers, terwijl in katholieke landen kunstenaars werkten voor koningen, edelen en de Kerk.

20
Q

Wat gebeurde er met de kunstmarkt in de Republiek tijdens het Rampjaar?

A

Tijdens het Rampjaar stortte de kunstmarkt in en hadden veel burgers alleen nog geld voor tweedehands schilderijen.