H6 Flashcards
Probability model
Specificeert de mogelijke uitkomsten voor een sample space en biedt aannames waarop de kansberekeningen voor gebeurtenissen, die uit die uitkomsten zijn samengesteld, zijn gebaseerd
Sensitiviteit
De kans op een positief testresultaat, gegeven dat de ziekte aanwezig is
Specificiteit
De kans op een negatief testresultaat, gegeven dat de ziekte afwezig is
Vals positieve
Als de test negatief had moeten zijn, maar hij geeft positief aan
Vals negatieve
Als de test positief had moeten zijn, maar hij geeft negatief aan
Conditionele kansberekening afhankelijke gebeurtenissen
Conditionele kansen
○ Kans gegeven een andere gebeurtenis
○ Event 1 heeft effect op event 2
○ Als nummer gekozen is, dan kan je die niet nog een keer kiezen
○ Algemene productregel: P (A en B)=P (B)∗P(A|├ B) of┤┤ P (A)∗P(B|├ A)┤┤
–> Streepje betekent ‘gegeven’
–> A= groene knikker 1e keer, B= groene knikker 2e keer
–> De kans dat je 2 groene knikker pakt = de kans op een groene knikker * de kans de tweede keer nog een groene knikker gegeven dat je de eerste keer een groene knikker pakte
Probability model
- Conditionele proporties zelfde als conditionele kansen
- Kan je afhankelijkheid en onafhankelijkheid in aflezen
Kolommen komen in verhoudingen overeen
Stappen simulatie: (4)
1) Identificeer het fenomeen
2) Beschrijf hoe waarnemen kunnen worden gesimuleerd
3) Voer simulatie uit
4) Vat resultaten samen en formuleer conclusie
Testuitslagen: (conditionele kansen)
Fouten in een test
○ Geven aan hoe accuraat de test is
○ Vals positief: Als de test negatief had moeten zijn, maar hij geeft positief aan (1307/5228=0,25)
○ Vals negatief: Als de test positief had moeten zijn, maar hij geeft negatief aan (6/54=0,1111)
○ Hier zit een afruil tussen
Correcte classificaties
○ Sensitiviteit: De kans op een positief testresultaat, gegeven dat de ziekte aanwezig is (48/54=0,8889)
§ Hangt erg af van de prevalentie (voorkomen van de ziekte)
○ Specificiteit: De kans op een negatief testresultaat, gegeven dat de ziekte afwezig is (3921/5228=0,75)
Voorbeeld
○ –> A (onafhankelijke variabele) is altijd de rij en B (afhankelijke variabele) altijd de kolom
○ P(A|├ B)=(P (A en B))/(P (B))┤┤
○ Zijn afhankelijk van elkaar, want conditionele proporties verschillen erg van elkaar