H10 Flashcards

1
Q

p ̂

A

Steekproefproportie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

P

A

(Onbekende) proportie populatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

df

A

Degrees of freedom (N-1)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Robuust

A

Ondanks niet een normale verdeling, is de t-verdeling robuust en kun je hem gewoon gebruiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Standaardfout

A
  • Afkorting: se (Standarderror)
  • Geschatte standaarddeviatie van een steekproevenverdeling
  • Afhankelijk van steekproefgrootte
  • Proportie: se=√(p ̂ (1−p ̂)/n)
  • Gemiddelde: se=s/√n
    ○ s= standaarddeviatie steekproef
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Betrouwbaarheidsinterval voor categorische variabelen (Steekproevenverdeling van proportie/kansverdeling)

A

1) 90% betrouwbaarheidsinterval
○ p ̂±1.645(se)
○ Error probability (α) 0.10

2) 95% betrouwbaarheidssinterval
○ p ̂±1.96(se)
§ se=√(p ̂ (1−p ̂)/n)
§ Gebruik bij df boven 100
§ Error probability (α) 0.05
○ Meest gebruikt
○ Grote steekproef nodig
§ np ̂≥15 & n(1−p ̂ )≥15
§ Minstens 15 ‘failures’ en 15 successen
○ Voor populatiegemiddelde (μ)
§ x ̅± t_0.025 (se)
§ se=s/√n

3) 99% betrouwbaarheidsinterval
○ p ̂±2.58(se)
○ Error probability (α) 0.10

4) 100% betrouwbaarheidsinterval
* Betrouwbaarheidsinterval moet alle mogelijke waarden bevatten voor de parameter

5) Betrouwbaarheidsinterval voor een proportie
* Foutenmarge: z * SE
* p ̂±z−waarde∗se →se=(√(p ̂ (1−p ̂)/n))
* z−waarde=((α=100−confinceinterval))/2→opzoeken in tabel
* Z-score van tabel
§ Kansen in de tabel
§ Z-waarden erboven
§ Linkeroverschrijdingskansen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer neemt margin of error voor een betrouwbaarheidsinterval toe/af?

A
  • Neemt toe naarmate het betrouwbaarheidsniveau toeneemt.

-Neemt af naarmate de steekproefomvang toeneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Betrouwbaarheidsinterval voor kwantitatieve variabelen (Steekproevenverdeling van het gemiddelde)

A
  • Betrouwbaarheidsinterval= x ̅± t(s/√n)
  • Puntschatter = x ̅
  • Standaardfout s/√n
  • Omdat populatiegegevens onbekend zijn, meer onzekerheid. Daarom breder interval (t-score i.p.v. z-score)
  • t-verdeling
  • Gebruiken bij gemiddelde
    § Behalve als populatiewaarden (gemiddelde (𝜇) en standaarddeviatie (𝜎)) bekend zijn –> Dan z-score
  • Klokvormig en symmetrisch op punt 0
  • Afhankelijk van aantal vrijheidsgraden (df)
    § Hoe groter de df-waarde, hoe dichter bij de standaard normaalverdeling
    § Bij normaalverdeling Df= ∞
    § Vanaf df=30 lijkt al erg op normaalverdeling
  • Df (vrijheidsgraden)= n−1
  • Dikkere trails in vergelijking standaardnormaalverdeling (dus meer spreiding)
  • Robuust
    § Kan je dus altijd gebruiken, ook bij niet normale verdeling
    § Wel oppassen bij extreme outliers (vanwege gemiddelde)
  • T-score in tabel
    § In tabel kansen erboven
    § t-waarden in tabel
    § df aan zijkant
    § Rechteroverschrijdingskansen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly