H3 Flashcards
Associatie 2 variabelen (3)
1) 2 categorische variabelen
- Aflezen in kruistabel of staafdiagram
- Conditionele proporties
- Procentpunten
§ Verschil tussen procenten
§ Hoe hoger, hoe meer associatie. Bij 0 geen associatie
§ Bijvoorbeeld verschil tussen 73% en 23% is 50 procentpunt
- Risk ratio/relative risk
§ Verhoudingen delen door elkaar
§ 1=geen associatie
§ Hoe hoger, hoe meer associatie
- Odds Ratio
2) 1 variabele kwantitatief en 1 categorisch
- Samenvatting van middelpunt en variabiliteit kwantitatieve variabelen (gemiddelde/standaarddeviatie)
- Afbeeldingen zoals boxplot naast elkaar leggen
3) 2 kwantitatieve variabelen
- Kijken of uitkomst resonsvariabele verandert als verklarende variabele verandert
- Scatterplot
- Correlatiecoëfficiënt
Response variabele
Uitkomstvariabele, outcome of interest (afhankelijke variabele)
Explanatory variabele
Categorisch: Groepen die moeten worden vergeleken met betrekking tot de responsvariabele
Kwantitatief: Onderzoeken hoe verschillende waarden van verklarende variabele zich verhouden tot veranderingen in responsvariabele (onafhankelijke variabele)
Association
Als het waarschijnlijker is dat bepaalde waarden voor de ene variabele voorkomen bij bepaalde waarden van de andere variabele (samenhang)
Contingency tabel (kruistabel)
- Weergave voor 2 categorische variabelen
- Rijen geven categorieën onafhankelijke variabele weer en kolommen van de afhankelijke variabele
- Alle mogelijke relaties voorkomen in de tabel
- Cel geeft aantal waarnemingen weer
Staafdiagram meerdere variabelen (2)
1) Side by side:
- Toont belangrijkste info van meerdere variabelen in 1 tabel
- Maakt gemakkelijke en directe vergelijking van voorwaardelijke verhoudingen mogelijk
- Met proporties of percentage
2) Stacked Bar Graph (stacking)
- Makkelijk te vergelijken
-Gestapelde staafdiagram
- Verhoudingen lopen allebei tot 1.00, maar geeft conditionele proporties weer
Bij geen associatie zijn beide grafieken even hoog
Scatterplot (spreidingsdiagram/puntenwolk)
- Grafische weergave voor 2 kwantitatieve variabelen
- Respons (afhankelijke) variabele op y-as en explanatory (onafhankelijke) variabelen op x-as
- Elke waarneming als puntje (dot) aangegeven