H2 Flashcards

1
Q

Range (bereik)

A

Verschil tussen de laagste en hoogste meting/observatie. Grotere waarde wanneer gegevens meer variëren in de ‘distribution’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

μ

A

Populatiegemiddelde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

σ

A

Standaardafwijking van de populatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bell-shaped distribution (klokvormig)

A

Ongeveer symmetrisch
The empirische regel
Normal distribution (normaalverdeling)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

The empirische regel

A
  • 68% van de observaties zitten binnen s = 1 (x ̅ ±s)
  • 95% van de observaties zitten binnen (x ̅ ±2s)
  • Bijna alle observaties zitten binnen (x ̅ ±3s). Alles hierboven mogelijke uitschieters
  • Alleen bij normaal verdeelde data
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Percentiles (p)

A
  • Deelt je data op in 100 stukken
  • Gegevens moeten op volgorde staan
  • Kijken hoeveel procent hoger of lager dan jij hebt gescoord
  • 50% is altijd de mediaan, p=50
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Quartiles

A

○ First quartile (Q1) p=25
○ Second quartile (Q2) p=50=mediaan
○ Third quartile (Q3) p=75
○ Kan informatie geven over de vorm. Afstand tussen Q1-Q2 en Q2-Q3. ○ ○ Hoe meer afstand hoe minder stijging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Interquartile range (IQR)

A

Q3-Q1
§ Hoe meer variabiliteit, hoe groter IQR (net zoals de range & s)
§ Geen effect outliers
§ Vooral handig bij scheve verdeling
§ Mogelijke outlier als Q1- (1,5 * IQR) of Q3+ (1,5 * IQR)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Box plot

A
  • Five-number summary
  • Lijnen naast de box zijn whiskers (snorharen)
    ○ Geen potentiële outliers, anders apart weergeven met symbool
    ○ Hoe langer de snorhaar, hoe schever in die richting
    ○ Lijn tot grens mogelijke uitschieters of bij geen uitschieters, hoogste waarde
  • Kan horizontaal en vertaal worden weergegeven
  • Streep geeft mediaan en verdeling aan
  • Geeft niet kenmerken van verdeling zo duidelijk weer als bij histogram
  • Bruikbaar om outliers te identificeren en belangrijkste overeenkomsten en verschillen tussen meerdere variabelen te vergelijken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

z-score

A
  • Aantal standaarddeviaties die een waarneming van het gemiddelde afligt
  • Positieve z-score: de waarneming ligt boven het gemiddelde, bij negatieve score ligt het eronder
  • Bij (-)3 standaarddeviaties, dan is het een uitschieter
  • Gestandaardiseerd: onafhankelijk van meetschaal
  • Kijken hoe extreem een waarneming is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly