H5: organiseren Flashcards
wat is organiseren
> doelstelling bereiken
activiteiten ontwikkelen
vertalen naar concrete taken en groeperen tot rollen/functies
functies benoemen in bepaalde entiteiten (bvb jobs)
verantwoordelijkheden toewijzen en coördineren
organisatiestructuur (4 bouwstenen)
> Taakspecialisatie of differentiatie
Departementalisatie (samenvoegen van taken)
Coördinatie en integratie (vrij autonome departementen met neuzen in dezelfde richting)
Machts- en gezagsverdeling
taakspecialisatie
De identificatie en toewijzing van taken aan individuele organisatieleden en functies
> groot aantal taken = gedifferentieerd takenpakket
> klein aantal taken = sterk gespecialiseerde functie
departementalisatie
> de bundeling van gelijksoortige functies in werkeenheden
Eenvoud in management
Delen van gemeenschappelijke middelen
Kennisdeling en back up
coördinatie en integratie (mechanismen)
> Wederzijdse aanpassingen > Regels & Procedures > Directe Supervisie > Tijdelijke werkeenheden/coördinatieteams > Buffers/Slack resources
contingentiefactoren
> Taakonzekerheid
Interafhankelijkheid
Dynamiek
Strakke organisatiedoelen
taakverbreding
> bvb ene week aan kassa in antwerpen en andere week aan kassa in mechelen
taakverrijking
> binnentakenpakket extra taken opnamen, bvb ook pizza’s maken
taakroulatie
> mensen wekelijks andere taak laten uitvoeren
Overwegingen bij de keuze van de specialisatiegraad
Efficiëntie Motivatie Creativiteit Innovatie Polyvalentie van de medewerkers …
Het managementdenken ..
differentiatieparadox
> departementen creëren om efficienter maken
> dan worden ze zo autonoom dat ze moeilijker te coördineren worden
toekennen van macht
> centralisatie
> decentralisatie
bronnen van macht
Belonings- of bestraffingsmacht Controlemacht Expertisemacht Referentiemacht Netwerken
welke argumenten spelen een rol bij het maken van keuzen?
> mbt omvang: groot vs klein takenpakket per medewerker
mbt variatie: taken uniform of verschillend? gevolgen voor vereiste kennis, kunde of vaardigheden
beide keuzes bepalen de uiteinden van een continuum aan combinatiemogelijkheden
waarom een hoge of lage taakspecialisatie
> efficiëntie: efficientie hoger bij relatief hoge taakspecialisatie
motivatie (en effectiviteit): motivatie groter bij een lage mate van taakspecialisatie
! kan leiden tot vervreemding die motivatie en werklust keldert
creativiteit en innovatie: hoe hoger taakspecialisatie hoe lager de creativiteit
multi inzetbaarheid: flexibiliteit vraagt vrij brede kennis en ervaring
! hoge taakspecialisatie remt multiinzetbaarheid van medewerkers af