H3: perspectieven op management Flashcards
ontstaan management perspectieven
> tijdsgeest
ideologie
wetenschappelijke situatie
4 hoofdstromingen
> klassiek management perspectief
HR benadering (gedragsmatig perspectief)
systeembenadering
contingentiebenadering
4 zijstromen
> kwantitatieve benadering
besluitvormingstheorie
stakeholdersbenadering
institutionalisme
invalshoek perspectief
> situering in de tijd
typische kenmerken
bijzondere aandachtspunten
klassiek management perspectief (1)
= rationeel management perspectief
>Pioniers: Taylor, de Gilbreth’s, Fayol, Weber
2 stromingen:
1. wetenschappelijk management (taylor, gilbert): concentreert zich op het management van productorganisaties en productie afdelingen
- klassieke organisatietheorie/bureaucratisch management (fayol/weber): spitst zich toe op alle soorten van organisaties en op de hele organisatie
HR of gedragsmatig perspectief
> Pioniers: Mayo, Follet, Maslov, Herzberg, Mc Gregor
> Disciplinaire achtergrond: Sociologie/psychologie
> Mens = Complex wezen, irrationele logica beïnvloedt rationele logica
> Mensgerichte benadering, gelukkige mensen presteren beter
> Management = wat motiveert mensen
> Organisatie = Groep van mensen
systeembenadering
> Pioniers: Miller & Rice, Boulding, Katz & Kahn, Forrester
> Disciplinaire achtergrond: divers (natuurwetenschappen, psychologie..)
> Integreert het klassieke en gedragsmatige perspectief
> Mechanistische visie maar erkent de complexiteit en invloed van mensen
> Management = focus op interacties
> Organisatie = Systeem dat bestaat uit verschillende subsystemen die onderling met elkaar interageren
contingentiebenadering
> Pioniers: Burns & Stalker, Woodward, Lawrence & Lorsch
> Disciplinaire achtergrond: gedragswetenschappen
> Bouwt verder op het systeemdenken
> Management = Situationeel
> Organisatie = afhankelijk van omgeving:
Extern: stabiel/dynamisch, technologie, voorspelbaarheid..
Intern: ondernemingsopvang, professionalisering, fase in levenscyclus
Hersey & Blanchard
4 leiderschapstijlen
kwantitatief management perspectief
> Pioniers: geen fundamentele wetenschappers pragmatisch
> Focus op ontwikkelen van technieken en modelleringssystemen
> Eenvoudig mensbeeld
> Voorraadbeheer
Queing theories
Ratio berekeningen (KPI)
Trendanalyse…
besluitsvorming theorie
> Pioniers: Simon, Cyert & March
> Disciplinaire achtergrond: multidisciplinair, vaak gedragswetenschappelijk
> Mens: beperkt rationeel, wordt gedreven door eigenbelang
> Focus op besluitvormings, informatie- en verwerkingsproces
> Doelstellingen zijn “gekleurd” door eigenbelang
stakeholders benadering
> Pioniers: Campbell, Carroll, Mitchell
> Disciplinaire achtergrond: vooral gedragswetenschappen
> Bouwt verder op besluitvormingstheorie
> Mens: beperkt rationeel, wordt gedreven door eigenbelang
> Focus op de diversiteit in de belangen van de stakeholders en de interacties daartussen. Veel aandacht voor macht en gezag en de dynamiek die daaruit ontstaat
institutionele benadering
> Pioniers: Dimaggio, Powell, Scott..
> Disciplinaire achtergrond: vooral economen en sociologen
> Groeit voort uit gedragsmatig perspectief
> Focus op bedrijfscultuur en isomorfistisch gedrag (waarden, tradities..)
> organisatiecultuur wordt sterk beïnvloed door maatschappelijke context
typische kenmerken klassiek management perspectief
> Machinistische benadering (management is programmeren van immense computer of machine), programmatuur uitschrijven
Mens - Machine beeld (1. mens is rationeel wezen, 2. alle mensen hebben dezelfde eigenbelangen)
basis receptuur (taylor)
> ontwikkel wetenschappelijk onderbouwde inzichten en richtlijnen
kies voor een verantwoorde toewijzing van de taakverdeling (juiste man op de juiste plaats)
train, onderricht en steun arbeiders wetenschappelijk onderbouwd
beloon arbeiders ifv geleverde prestaties
POLC: klassiek management
> plannen
- doelen van organisatie = essentiële uitgangspunten voor de werking van organisatie
- efficiëntie is het ultieme doel van elke organisatie
> organiseren
- formele organisatie structuur
- ver doorgedreven taakspecialisatie
- coördinatie via regels en directe supervisie
- bureaucratische organisatie = meest efficiëntz structuur
> leiding geven
- eenduidige, autoritaire leiderschapsstijl
- geen/weinig inspraak of participatie
> controleren
- radicale, strikte controles
- controles met uitgesproken mechanistisch karakter
het Fordisme
= toepassing van tayloristische principes in massa assemblagelijnen en het lopende band principe
> poging om de aspiratie naar sociale harmonie tussen arbeidersklasse en ondernemers concreet vorm te geven
Gedragsmatig management perspectief (2)
Mensgerichte bendadering, nadruk op het feit dat organisaties MENSEN zijn
> management is niet programmeren
> mens is te complex, te grillig
> aandacht, respect, interesse en sociale contacten
Hawthorne experimenten van Mayo
> opzet: klassiek management perspectief > in welke mate heeft de ene verandering in arbeidsomstandigheden invloed/effect op de output van arbeiders
verwacht: betere arbeidsomstandigheden = betere output
besluit: gelukkige en tevreden medewerkers zetten beduidend betere prestaties neer en deze tevredenheid heeft veel te maken met de aanwezigheid van goede intermenselijke verhoudingen tussen de medewerkers
Motivators volgens Maslov
piramide van 5 lagen
- biologisch/ fysiek
- veiligheid
- affectie/genegenheid
- persoonlijke erkenning
- zelfontwikkeling